1.1
Atmosfeer: weer en klimaat
1. Troposfeer -> onderste laag, elke 100 m daalt de temp 0.6 graden
2. Stratosfeer -> deze sfeer bevat veel ozon gas -> voor fiktering UV stralen
3. Mesosfeer
4. thermosfeer
Hydrosfeer: water
Lithosfeer: gesteente
Biosfeer: leven op aarde
Starlings balans -> hoeveelheid straling die de aarde bereikt en wat wordt weerkaatst door in de
stratosfeer -> alle straling die de aarde bereikt wordt omgezet in warmte en daarna uitgestraald
Albedo effect ->
breedte tussen 35 nb en 35 zb is een overschot aan energie -> loodrechte zon inval -> 1. Kleiner opp.
verwarmen 2. Kortere weg door de dampkring heen
tussen 35 nb en 35 zb tekort aan energie -> 1. Grote opp verwarmen 2. Langere weg door de dampkring
ijs weerkaats meer zonlicht dan een bos -> het bos neemt meer energie op en verwarmt hierdoor meer de
lucht boven het bos dan het ijs opp
Water wordt minder snel warm/ koud dan land
1. Dezelfde hoeveelheid energie moet een groter opp verwarmen
2. Water is in beweging -> warmte beter verdeeld
3. Het kost meer energie om 1 graad water op te warme dan land
4. Verdamping groter bij water
1.2
Als lucht warm wordt zet het uit -> stijgt de lucht (door daling soortgelijke massa) -> lucht gaat van
overschot naar tekort -> in de koude kolom is de soortgelijke massa toegenomen door het krimpen ->
lucht daalt
Corioluseffect -> als iets naar recht naar voren wil (wind/water) -> afwijking door draaiing van de aarde
Wet Buys Ballot
1. hoog -> laag
2. noordelijk halfrond -> afwijking naar rechts (wind in de rug)
Zuidelijk halfrond -> afwijking naar links (wind in de rug)
Passaten -> droge wind die van 30 graden (hoog) naar 0 graden (laag) waaien
ITCZ januari -> op/ onder evenaar -> ontstaan noordwest moesson
ITCZ juli-> boven de evenaar -> ontstaan zuidwestmoesson (erg nat -> door verdamping zeewater)
1.3
Warme zeestromen -> warm water naar polen -> zorgt in de winter voor chillen tempratuur in polen
Koude zeestromen -> koud water naar lage breedte -> zorgen in de zomer voor koude tempratuur
Door de daling van tempratuur van het water in IJsland en de grote hoeveelheid van zout ->
daling water-> bij Groenland steeds nieuw water naar beneden -> diep water wordt
weggeduwd van de bodem (diep water pomp)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merlijnk12134. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.