Goederenrecht samenvatting, ik zal mijn cijfer delen wanneer het bekend is gemaakt! Ik heb veel tijd in deze samenvatting gestoken en ik hoop dat jullie er ook misschien iets aan hebben. Mijn tentamen ging SUPER goed!
Verhouding tot een goed:
1 Feitelijke verhouding
− Bezit
− Houderschap
2 Juridische verhouding
− Verbintenisrechtelijke verhouding: een recht met betrekking tot een goed (recht op levering /
huurrecht)
− Goederenrechtelijke verhouding: recht op een goed
o Eigendomsrecht
o Beperkte rechten
− Open systeem
− Gesloten systeem − In beginsel regelend recht
− In beginsel dwingend recht − Wet soms niet alle
− Alle rechten zijn geregeld in verbintenissen op en geeft
de wet en de wet bepaalt in ook niet precies aan welke
belangrijke mate de inhoud inhoud verbintenissen
van de rechten moeten hebben
Goederenrechtelijke rechten Verbintenisrechtelijke rechten
− Absoluut − Relatief
− Droit de suite − Geen droit de suite
− Prioriteit − Paritas creditorum
− Separatisme in faillissement − Geen separatisme in faillissement
Een goederenrechtelijk recht is een subjectief recht dat een persoon op grond van het objectieve goederenrecht
heeft op een goed
Absolute werking = goederenrechtelijke rechten kunnen tegenover een ieder worden ingeroepen
Relatieve werking = verbintenisrechtelijke rechten werken slechts ten opzichte van een bepaald persoon
Droit de suite (zaaksgevolg) = het recht volgt het goed waarop het is gevestigd
➢ Bijvoorbeeld: als een zaak wordt overgedragen, dan blijft het recht van erfdienstbaarheid ongewijzigd
voortbestaan. De verkrijger van de zaak moet de aanspraken van de rechthebbende van de
erfdienstbaarheid respecteren
De oudere erfdienstbaarheid gaat vóór het eigendomsrecht van de nieuwe eigenaar
Als op dezelfde zaak twee beperkte rechten zijn gevestigd, dan gaat het oudste recht op grond van de
prioriteitsregel voor
Paritas creditorum = verbintenisrechtelijke rechten zijn in beginsel onderling even sterk. Het is niet relevant
welke vordering het eerste is ontstaan
− Geen prioriteitsregel bij verbintenisrechtelijke rechten
Separatistpositie = degene die een goederenrechtelijk recht heeft op een goed van iemand in faillissement, kan
zijn recht uitoefenen zonder dat het faillissement hem treft
− Je eigen goed terugeisen van een failliet persoon
− Niet alleen voor eigendom, maar ook voor andere goederenrechtelijke rechten
Een persoon met een verbintenisrechtelijk recht kan zijn recht alleen geldend maken door de vordering ter
verificatie in te dienen bij de curator van zijn schuldenaar
, Hoofdstuk 2
Goederen
= Alle zaken en alle
vermogensrechten
Zaken Vermogensrechten
= De voor menselijke = Afzonderlijk of tezamen met een
beheersing vatbare ander recht
stoffelijke objecten Of strekt tot stoffelijk voordeel
Omvat de hoofdzaak en haar Of is verkregen in ruil voor
bestanddelen stoffelijk voordeel
Zaken = alle voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten
➢ Art. 3:1 BW
Het hoeft niet te gaan om een door mensenhanden gemaakt object
− Stuk grond
− Flesje water
− Rotsblok
− Boek
− Walnoot
− Geïndividualiseerde hoeveelheid
Roerende zaak = een verbinding met de grond ontbreekt
− Woonboot
Onroerende zaak =
− Is er sprake van vereniging met de grond?
− Is de verbinding met de grond duurzaam van aard?
Een onroerende zaak is duurzaam met de grond verenigd
Duurzaam met de grond verenigd = het gaat erom of een met de grond verenigd gebouw of werk bestemd is
om duurzaam ter plaatse te blijven
Dit moet worden beoordeeld aan de hand van de naar buiten toe kenbare bestemming van de zaak en de
kenbare bedoeling van de bouwer van de constructie
Niet van belang;
− Bouwsel kan verplaatst worden
− Verkeersopvattingen zijn geen zelfstandig criterium
Bestanddeel = een onderdeel dat juridisch zijn zelfstandigheid heeft verloren en onderdeel is (geworden) van
een zaak
2 aanwijzingen ter invulling van de verkeersopvatting →
i. Zijn gebouwen en apparatuur in constructief opzicht op elkaar afgestemd?
ii. Moet het gebouw zonder apparatuur als onvoltooid worden beschouwd?
‘Ja’: bestanddeel /// ‘Nee’: zelfstandige zaak
Geen bestanddeel; de omstandigheid dat een zaak ten opzichte van een andere zaak een tijdelijke hulpfunctie
vervult en bestemd is daarna te worden verwijderd
Bestanddeel van hoofdzaak: een zaak die met een hoofdzaak zodanig verbonden is dat zij daarvan niet kan
worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan een van de zaken
Eenheidsbeginsel = voor zover de wet niet anders bepaald, is de eigenaar van een zaak, eigenaar van al haar
bestanddelen
➢ Art. 5:3 BW
,Vermogensrechten = overdraagbaar, kan tezamen met een ander recht overgedragen worden, ertoe strekt de
rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen of is verkregen in ruil voor stoffelijk voordeel
Art. 3:6 BW
− Vordering op naam
− Beperkte rechten
− Aandelen
− Intellectuele eigendomsrechten
− Publiekrechtelijke vergunningen
Goederen
Registergoederen Niet-registergoederen
− Onroerende zaken − Alle andere goederen
− Teboekgestelde
luchtvaartuigen, zee- en
binnenschepen
− Beperkte rechten op
registergoederen
− Aandelen in
registergoederen
− Appartemensrechten
Registergoederen = goederen waarbij voor de overdracht of vestiging van een beperkt recht daarop inschrijving
in daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is
Beperkt recht = een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, het welk met een beperkt recht is
bezwaard
i. Genotsrechten = geven de rechthebbende daarop rechten met betrekking tot het gebruik en het genot
van de bezwaarde zaak
ii. Zekerheidsrechten = beperkte rechten die dienen ter verzekering van een vordering, doordat zij het
recht geven het bezwaarde goed te verkopen en de vordering op de opbrengst te verhalen
Een beperkt recht is een goederenrechtelijk recht en heeft:
− Absolute werking
− Droit de suite
Zekerheidsrechten
− Separatistpositie in faillissement
Titel 3.9 BW
− Prioriteitsregel
Op niet-registergoederen pandrecht
Op registergoederen hypotheek
Op alle Vruchtgebruik
goederen Titel 3.8 BW
Beperkte rechten
Erfpacht Genotsrechten
Titel 5.7 BW
Op onroerende Erfdienstbaarheid
zaken Titel 5.6 BW
Opstal
Titel 5.8 BW
Afhankelijke rechten = een recht dat aan een ander recht zodanig verbonden is, dat het niet zonder dat
andere recht kan bestaan
➢ Art. 3:7 BW
Afhankelijke rechten volgen het recht waaraan zij zijn verbonden (at. 3:82 BW)
Bij het afhankelijke recht van art. 3:7 BW gaat het om afhankelijkheid van een ander recht dan het recht
waarop het beperkte recht is gevestigd
Afhankelijkheid in de zin van art. 3:7 BW vereist dat het bestaan van een tweede goed noodzakelijk is voor het
bestaan van het beperkte recht
*Lees de 2 voorbeelden op blz. 10*
, Hoofdstuk 3
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben
➢ Art. 5:1 BW
Eigendom is een goederenrechtelijk recht
− Absolute werking
− Droit de suite
− Subjectief recht
− Volledig recht (tegenpool van beperkt recht)
Eigendom heeft betrekking op de juridische verhouding tussen een persoon en een zaak
Feitelijke verhouding: tussen een persoon en een goed
− Bezit en houderschap
Beperkte rechten kunnen worden bezwaard met andere beperkte rechten
Eigendom is vereenzelvigd met de zaak zelf
➢ ‘Ik heb een fiets!’
Alle door het recht erkende subjecten kunnen eigenaar zijn
− Natuurlijke personen
− Rechtspersonen
Mede-eigendom / gemeenschap is mogelijk
− Iedereen heeft aandeel
− Aandeel is vermogensrecht
Rechthebbende = degene die gerechtigd is tot een vermogensrecht
Eigendom en bezit van uitsluitend naar soort en hoeveelheid bepaalde zaken is niet mogelijk
Oneigenlijke vermenging = eigendomsrecht op de zaak is niet meer aantoonbaar
− Zaken kunnen niet meer van elkaar worden onderscheiden
Wie is eigenaar van de door elkaar geraakte zaken? Processuele functie van bezit en houderschap (art. 3:109 jo
3:119 BW)
Eenheidsbeginsel = een bestanddeel heeft goederenrechtelijk gezien geen zelfstandige status
Hangt samen, de rechtsfiguren
− Natrekking
− Vermenging
− Zaaksvorming
− Vruchttrekking
Natrekking = een zaak wordt bestanddeel van een andere roerende zaak
Door afscheiding van bestanddeel van een hoofdzaak ontstaat een nieuw eigendomsrecht
− Bijvoorbeeld bij vruchttrekking
Eigendom van de grond =
− De bovengrond
− De zich daardoor bevindende aardlagen
− Water dat uit de grond is gekomen
− Duurzaam met de grond verenigde gebouwen en werken
− Planten
− Onroerende zaken
Roerende of onroerende zaak? Portacabin-arrest
Verticale natrekking Horizontale natrekking
Gebouwen en werken worden nagetrokken door de Gebouwen en werking hebben grensoverschrijdende
grond bestanddelen
➢ Uitzondering: recht op opstal
➢ Natrekking wordt voorkomen of doorbroken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kraayannemarie3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.23. You're not tied to anything after your purchase.