Bestuursrecht samenvatting
Hoofdstuk 1
Wat is bestuursrecht?
Bestuursrecht heeft betrekking op relaties tussen de overheid
(bestuursorganen) en burgers (belanghebbenden)
Bestuursorganen behoren tot de overheid →
− Burgemeester
− Commissariaat voor de Media
− De Nederlandse Bank
Belanghebbenden zijn burgers, bedrijven, stichtingen en verenigingen (privaatrechtelijke
rechtspersonen) →
− Rijbewijs aanvragen
− Evenementenvergunning
− Subsidie
Bestuursrecht = de situatie waarin het bestuur handelt op basis van publiekrechtelijke
bevoegdheden
Eenzijdige rechtshandelingen = het bestuur kan zonder instemming van de burger
bepalen wat de rechten en plichten van die burger zijn
→ Deze bevoegdheid geeft het bestuur veel macht
→ Macht is nodig om het algemene belang te behartigen
Instrumentele functie = het bestuursrecht geeft de overheid de bevoegdheden (/
instrumenten) om het algemeen belang te behartigen en zijn publieke taak te vervullen
→ Wetgever kent bevoegdheid toe in wettelijk voorschrift
→ Macht is dus begrenst
Waarborgfunctie = het bestuursrecht geeft burgers de middelen om het beleid van het
bestuur te beïnvloeden en zich daartegen teweer te stellen
− Inspraakmogelijkheden
− Wie tegen welke overheidsbesluiten mag opkomen bij de bestuursrechter
→ Bestuursrecht geeft burgers bescherming tegen de overheid en haar besluiten
Normerende functie = het bestuursrecht geeft regels waaraan het bestuur zich bij de
uitoefening van bevoegdheden moet houden
→ Specialiteitsbeginsel = een van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur,
die bestuursorganen moeten respecteren als zij handelen
‘Macht’ wordt ‘gezag’ bij:
− Democratische rechtsstaat
− Bestuur heeft bevoegdheid, toegekend door wetgever
− Democratische besluitvorming en toegang tot onafhankelijke rechter zijn
belangrijke uitgangspunten
1.2 Algemeen deel en bijzondere delen
Algemene wet bestuursrecht (Awb): algemene regels van het bestuursrecht zijn
hierin opgenomen
− Sinds 1994
− Voorloper: Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (de Wet
AROB), regelde de rechtsbescherming
,Awb:
− Breder van opzet
− Regels die gelden bij de bestuursrechter
− Regels over gebruik van taal en elektronische communicatie
− Algemeen: over de voorbereiding van besluiten
− Voor 1994: het algemene deel werd in de jurisprudentie gevormd
De wetgever van de Awb heeft een belangrijke rechtsvormende rol ten aanzien van het
algemene deel van bestuursrecht
I Algemeen bestuursrecht Awb:
− Algemeen geformuleerde normen
→ Specialiteitsbeginsel &
zorgvuldigheidsbeginsel
− Beginsel van de evenredige belangenafweging
− Uitspraken lezen om de regels uit de Awb goed te begrijpen en toe te kunnen
passen op een individuele zaak
II Bijzonder bestuursrecht:
− Inhoudelijke regels, de rechten en plichten van bestuur en burger in een concreet
geval bepalen
‘Bijzonder’: het gaat niet om algemeen bestuursrecht – zoals neergelegd in de Awb –
maar om regels die speciaal voor een bepaald bestuursorgaan of onderwerp zijn gemaakt
Adagium = eenieder wordt geacht de wet te kennen
− Met het grote aantal bestuursrechtelijke regelingen op rijksniveau, valt het niet
mee om dit serieus te nemen
Behandel je een bestuursrechtelijke zaak, dan moet je vaak in verschillende
wetten en regelingen kijken, om te bepalen wie welk recht heeft
− Awb (algemeen / bijzonder)
− Europese wetgever
− Decentrale regelgevers
− Provinciale Staten
− Gemeenteraden
1.3 Bestuursrecht en andere rechtsgebieden
Staatsrecht = gaat vooral over de Grondwet en organieke wetten
− Organieke wetten = wetten die de organen en de organisatie van de staat regelen
→ Bijvoorbeeld de Gemeentewet
Staatsrecht bestaat uit regels die zien op de:
− Instelling van de overheid
− Werkwijze van de overheid
− Globale bevoegdheden van de verschillende organen van de overheid
Ook verdragen & grondrechten
− EVRM
− Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR)
Staatsrecht gaat om de grondregels voor de organisatie van de Nederlandse
staat
,Het bestuursrecht kan niet zonder het staatsrecht en omgekeerd
→ Zonder bestuursrecht kunnen de organen van de staat niet handelen ter
uitvoering van hun publieke taak
‘The big three’ van het Nederlandse recht:
i. Bestuursrecht
ii. Strafrecht
iii. Privaatrecht
Publiekrecht = de overheid bepaalt welke rechten zij aan een burger toekent of
afneemt, zonder dat daar instemming van die burger voor nodig is
− Bestuursrecht en strafrecht behoren hiertoe
− Burger verzet zich; overheid kan naleving van regels afdwingen
Privaatrecht = bepaalt de rechtsbetrekking tussen burgers onderling
− Verandering rechtsbetrekking; instemming van de wederpartij nodig
Bij privaatrecht maakt de overheid niet alleen gebruik van bestuursrechtelijke
instrumenten om beleid te voeren (zoals besluiten), maar kan daarvoor ook
privaatrechtelijke rechtshandelingen verrichten
Burgerlijke rechter = een burger zal hier zelf naar moeten stappen als hij wilt dat de
andere burger zich aan het recht houdt, om naleving af te dwingen
De Europese regels moeten vaak in Nederlandse (bijzondere) wetgeving
worden omgezet worden
→ Nederlandse wetgeving mag niet met Europees recht in strijd komen en
bestuursorganen moeten zich met hun handelen ook aan de Europese regels
houden
Het Nederlandse recht maakt deel uit van de Europese rechtsorde en beïnvloedt het
Nederlandse bestuursrecht zo de ontwikkelingen in de jurisprudentie van Europese
rechters
1.5 Bronnen van bestuursrecht
Bestuursrecht wordt gevonden in wetgeving
→ De wetgever is de belangrijkste schepper van bestuursrecht
Jurisprudentie is een belangrijke bron van het bestuursrecht
Annotatie = hierin licht de auteur toe wat er in de zaak is gebeurd en legt hij uit wat het
belang van de uitspraak is
, Hoofdstuk 3
3.4.1 Algemeen
Een publiekrechtelijke rechtspersoon kan haar vermogensrecht gebruiken om
publieke doelstellingen te bereiken
→ Gemeente verkoopt grond om aanleg van zwembad te faciliteren
Overheid gebruikt privaatrechtelijke organisatievormen:
− Stichtingen oprichten
− Geeft verenigingen publieke bevoegdheden
− Aandeelhouders in NV’s (= naamloze vennootschap)
Awb geeft regels voor de relatie tussen bestuur en burger
Voor de toepasselijkheid van de Awb moet er sprake zijn van een orgaan dat bestuurt
Besturen →
− Vaststellen van regelgeving
− Het nemen van beschikkingen (het eenzijdig bepalen van iemands rechtspositie)
− Besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen
− Feitelijke handelingen
Art. 1:1 Awb: bestuursorgaan
a) Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
b) Een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed
I A-bestuursorgaan
→ Wanneer een instantie onderdeel uitmaakt van een publiekrechtelijke
rechtspersoon
− NOOIT een privaatrechtelijke rechtspersoon (NV, BV, stichting)
− Overheid
− Minister = orgaan van de publiekrechtelijke rechtspersoon de staat
− College van burgemeester en wethouders = orgaan van de publiekrechtelijke
rechtspersoon de gemeente
II B-bestuursorgaan
→ Privaatrechtelijke / natuurlijke personen waaraan een deel van een overheidstaak
is opgedragen
− Stichting Fonds voor Podiumkunsten biedt subsidies, verstrekt op grond van de
Wet op het specifiek cultuurbeleid
De handelingen (dus ook feitelijke en B-organen zijn alleen aan de Awb
privaatrechtelijke) van a-organen zijn gebonden voor zover zij publiekrechtelijke
gebonden aan de Awb bevoegdheden uitoefent (voor zover zij
besluiten nemen)
NIET aangemerkt als bestuursorgaan:
Art. 1:1 lid 2 sub a – h Awb
→ Uitzonderingen
→ Vallen eigenlijk onder a-bestuursorganen, maar de wetgever wilde de Awb niet op
hun handelen van toepassing verklaren, ook vanwege de staatsrechtelijke positie
van de organen
→ Art. 1:1 lid 3 Awb
Bestuursorganen vallen met al hun handelen onder de regels van de Awb
→ Art. 1:6 Awb
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kraayannemarie3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.