Deze samenvatting is gebaseerd op aantekeningen uit de les en op het boek Levensfasen van Tieleman
De volgende leerdoelen komen aan bod:
- fysieke ontwikkeling
- reflexen
- cognitieve ontwikkeling
- attributiestijl
- motivatie
- piaget
- perspectieven psychologie
- sociaal-emotionele ontwi...
Beschrijft de fysieke ontwikkeling van de mens
Prenatale periode
Ontogenese = lichamelijke ontwikkeling van een individu
Fylogenese = lichamelijke ontwikkeling van een soort
(prenatale) ontwikkeling mens afhankelijk van 3 factoren:
1. Groei: toename cellen, lengte en gewicht afhankelijk van erfelijk en voeding
2. Rijping: het ouder worden, ontwikkelen
3. Leren: negatieve gevolgen van indrinken of gebruik van drugs hebben gevolgen voor rijping
zenuwstelsel
Het eerste trimester:
Twee periodes: samen embryonale fase
- Eerste twee weken > innesteling > germinale fase
- Zes tot tien weken > ontwikkelingen
Tweede trimester = 3 tot 7 maanden
- Ontwikkelen reflexen
Derde trimester
- Snelle gewichtstoename foetus
Ontwikkeling van reflexen
Kenmerken reflexen
- Onwillekeurige beweging als reactie op prikkel
- Geven info over functie czs
- Bestuurd door hersenstam
Ongeboren mens reflexen in volgorde van verschijnen
1. Uterine withdrawal reflex = terugtrekken lichaam bij prikkelen (ontstaat 5 a 7 weken,
verdwijnt in 32ste week voor geboorte)
2. Mororeflex = schrikreflex waarbij baby de armen en benen spreid om vast te klemmen aan
de moeder ( o 9a12 weken voor geboorte, v na 2 tot 4 maanden na geboorte)
3. Babinskyreflex = grijpreflex voeten bij strelen van teen naar hak (o na geboorte, v na 1 a 2
jaar)
4. Palmar reflex / grijpreflex = vingers sluiten bij aanraking handpalm (o 11e week na geboorte,
v 2a9 maand na geboorte)
5. Asymmetrische tonische nekreflex = hoofd buigen naar een kant, arm en been zelfde kant
strekken (o 18e week voor geboorte, v 3 tot 9 maand na geboorte)
6. Spinal galant reflex = stimulatie buik of rug laat ruggenmergkanaal 45 graden draaien naar
gestimuleerde kant (o 20ste week voor geboorte, v 3 tot 9 maand na geboorte)
7. Rooting reflex / sucking reflex / zuigreflex = lichte aanraking wang of mondrand, baby draait
hoofd die kant en zuigt (o 24ste tot 28ste week voor geboorte, v 3 a 4 maand na geboorte)
8. Tonische labyrinthine reflex forewards = hoofd verder kunnen buigen voor en achterover
tijdens bevalling (o tijdens bevalling, v 3a4 maand na geboorte)
Periode 0-6 jaar
0 tot 6 maanden
Pasgeborene = neonaat
Volgende reflexen verdwijnen snel na geboorte
, 1. Snuffel / zoek reflex = heen en weer zoekende beweging als baby honger heeft
2. Loopreflex = voeten worden voor elkaar gezet bij oppakken aan oksels en zacht vloer raken
3. Zwemreflex = zwembeweging maken in water
4. Bijtreflex = bewegen van onderkaak om melk te kunnen drukken uit tepel of speen >
overlevingsreflex
5. Wurg/ kokhalsreflex = reactie op verslikken van melk > overlevingsreflex
Groeirichtingen
Cefalocaudale groeirichting = groeispurt start bij het hoofd en gaat verder naar beneden (start 2
maanden – 6 jaar stopt)
Proximodistale groeirichting = van centrum naar buiten groeien ( vanaf 6 jaar zichtbaar)
Motoriek pasgeborene regels
- Oriëntatieregels = kijken naar waar iets opvallends gebeurt
- Onderzoeksregel = onderzoeken met ogen en handen
- Regel van het scannen = voorwerp volgen en kijken waar het gebleven is
- Preferentieregel = kijkt naar het opvallendste voorwerp
- Habituatieregel = bekend voorwerp word geen aandacht aan besteed, nieuw voorwerp wel
weer.
- Omkeringsregel = kenmerken van voorwerpen kan een baby zien en voelen maar ook
andersom
- Circulaire reactie = levert handeling iets leuks op > herhaling
6 maanden tot 2 jaar
Grove motoriek
Zonder steun zitten > 7 maanden
Staan met steun > 8 maanden
Voortrekken op de vloer > 8 maanden
Lopen met steun > 9 maanden
Handen en knieen kruipen > 10 maanden
Stevig staan los > 11 maanden
Met steun lopen > 1 jaar
Goed lopen (soms bal schoppen) > 14 maanden
Met hulp traplopen > 18 maanden
Springen of huppelen > 2 jaar
Fijne motoriek
Pincetgreep, dingen oppakken met duim en wijsvinger > negen maanden
Vanaf 12 tot 18 maanden gebruikt kind hulpmiddelen zoals vork
2 tot 6 jaar
Ooghandcoördinatie is ver ontwikkeld
Rond zesde jaar ontwikkelen kinderen:
Grootteconstantie = hoe dichterbij hoe groter
Kleur en helderheidsconstantie = kleuren worden bij fel licht helderder
Vormconstantie = vormen veranderen door rotatie in de ruimte
Objectconstantie = een voorwerp kan achter een ander voorwerp staan
, 6 tot 12 jaar
Schoolkind fase bestaat uit:
Strekkingsfase = in lengte groeien
Vullingsfase = ontwikkelen van rondingen
Grove motoriek > verfijning maar kan ook tijdelijke onhandigheid door groeispurt
Fijne motoriek > verfijning handspieren en oog-handcoördinatie
Gestaltwandel: belangrijke gedaanteverandering
Adolescentie 12 tot 21 jaar
Pubertijd = geslachtsrijping / lichamelijk / bioseksuele
Loopt van 12 tot 17 jaar
Eerste 2 jaar is prepubertijd
Adolescentie =
12-22 jaar loopt door alle ontwikkelingsgebieden
Bij meisjes komt ongesteldheid voor de groeispurt.
Bij jongens komen eerst ejaculaties en daarna begint de groeispurt.
Pubers slapen vaak later omdat het slaaphormoon melatonine later op de avond word afgegeven.
Daardoor krijgen ze dezelfde bedtijd als volwassenen. Echter door de groeispurt hebben ze wel 1 a 2
uur meer slaap nodig dan volwassen daarom zijn jongeren ’s ochtends vaker moe.
Jongvolwassene 22 tot 40 jaar
- Fysiek hoogtepunt tussen 20 en 30 jaar.
- Sportprestaties zijn beter door focus.
- Van 20 tot 80 jaar neemt de nierfunctie met 40% af
- Burn-out = lichamelijk en emotioneel uitgeput.
- Dertigers dilemma = veel keuzes maken op gebied van werk wonen ect.
Rijpere volwassene 40-60 jaar
- Huid word minder elastisch > rimpels
- Haar wordt grijs en dunner.
- Gewicht toename
- Lichaamslengte neemt af door verlies van botweefsel in wervelkolom
- Spierkracht neemt met 25% af
- Eerder moe door minder zuurstof hart
- Zintuigen gaan achteruit
Gezichtsvermogen
- Ooglens minder elastisch
- Overgang licht naar donker moeilijk
- Oogvloeistof verandert > last van schitteringen
- Kleurgevoeligheid neemt af
- Gezichtsveld word kleiner
Gehoor wordt slechter > gehoorbeentjes verharden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller THakkers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.80. You're not tied to anything after your purchase.