Sociaalrecht
Hoofdstuk 1: Terreinverkenning
§1.2 Werkgever en werknemer: welke rechtsbronnen?
6 belangrijkste rechtsbronnen:
1. Het arbeidsovereenkomstenrecht
2. Het vermogensrecht in het algemeen
3. Overige wetten met betrekking tot de private sector
4. De jurisprudentie (rechtersrecht)
5. De CAO
6. Het verdrag
§1.2.1 Het arbeidsovereenkomstenrecht
Sinds 1947 heeft men aan de invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) gewerkt.
De boeken 3, 5 en 6 zijn in 1992 in werking getreden.
Boek 7 -> bijzondere overeenkomsten = overeenkomsten die specifiek met naam en
toenaam in de wet zijn uitgewerkt. Ook de arbeidsovereenkomst heeft daarin een plaats
gekregen in titel 10.
De vindplaats van de wetsartikelen is in 1992 veranderd. Art. 7A: 1637a t/m 1639dd BW zijn
nu aan te treffen in art. 7:610-692 BW.
Onderwerpen die je terugvindt in Boek 7 titel 10 zijn -> algemene bepalingen, loon, vakantie
en verlof, gelijke behandeling etc.
Enkele belangrijke wetten die onderdeel van Titel 7:10 BW zijn geworden:
De Wet flexibiliteit en zekerheid (1999) = is niet als een opzichzelfstaande wet in de
wettenbundel te vinden, maar is in andere wetten verwerkt. Het doel van deze wet is:
- Dat de werkgever flexibeler en slagvaardiger kan optreden als er gewijzigde
marktomstandigheden zich voordoen. Werkgevers zijn van mening dat zij met hun
personeelsbeleid sneller moeten kunnen reageren op veranderingen in de markt.
- Bepaalde kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt extra bescherming en dus meer
zekerheid bieden
De Wet werk en zekerheid (2015) = Geen opzichzelfstaande wet, treedt in 2 fasen in
werking, diverse redenen van wetgever voor die 2 fasen:
- Hij wil een halte toeroepen aan de ontwikkeling dat steeds minder mensen een vast
arbeidscontract krijgen. Er wordt steeds vaker tijdelijke arbeidskrachten,
oproepkrachten en ZZP’ers gebruikt.
- Hij wil een einde maken aan ongewenste ontwikkelingen op het terrein van het
ontslagrecht.
- De overheidsuitgaven moeten teruggedrongen worden, wat leidt tot minder langere
uitkeringen op grond van de WW.
De Wet arbeidsmarkt in balans (2020) = met deze wet wil de wetgever die niet
gehaalde doelstelling van de WWZ alsnog realiseren.
Er is onder meer veel aandacht geschonken aan verstrekking van de opties van
de oproepkracht
- Aan versoepeling van het nogal starre ontslagrecht dat de WWZ heeft gebracht
1
,§1.2.2 Het vermogensrecht in het algemeen
De arbeidsovereenkomst is een obligatoire overeenkomst= een overeenkomst waaruit
verbintenissen voortvloeien.
Een verbintenis= een rechtsbetrekking tussen ten minste 2 partijen, die ertoe leidt dat de ene
partij 1 of meer rechten verkrijgt en de andere partij 1 of meer plichten op zich neemt.
De arbeidsovereenkomst wordt dus gesteund door de algemene regels van het
vermogensrecht in het algemeen.
De bijzondere regels gaan voor de algemene regels. De bijzondere regels geven geen
antwoorde op bepaalde problemen, dan moet de algemene regel uit het vermogensrecht
worden toegepast - boek 3 en 6 BW
§1.2.3 Overige wetten
Er zijn vele afzonderlijke wetten in het leven geroepen die betrekking hebben op werkgevers
en werknemers in de private sector (bijv. wet minimumloon en minimumvakantiebijslag ect.)
Deze afzonderlijke wetten regelen doorgaans onderwerpen die niet in art. 7:610 BW en
verder aan de orde worden gesteld, hun inhoud zou in strijd kunnen met regels van het
vermogensrecht (boek 3 en 6 BW).
§1.2.4 Jurisprudentie (rechtersrecht)
Naast de wetgever kan ook de rechter als rechtsvormer optreden. Regelmatig moet hij
namelijk een oordeel geven over een geschil rondom een arbeidsovereenkomst, terwijl er
geen toepasselijk wetsartikel voorhanden is. Of de betreffende bepaling is nogal abstract en
vereist nadere interpretatie.
In dit soort gevallen vult de rechter de wetgever als het ware aan. De regels die hierdoor
ontstaan zijn van toepassing op de arbeidsverhoudingen in de private sector.
De Nederlandse Jurisprudentie (NJ) is een tijdschrift voor rechterlijke uitspraken op een
groot aantal rechtsgebieden, waaronder het sociaal recht.
Binnen het arbeidsrecht zelf worden specifiek 2 vakbladen uitgegeven met uitsluitende
arbeidsrechtelijke uitspraken: Jurisprudentie Arbeidsrecht (JAR) en rechtspraak Arbeidsrecht
(RAR).
§1.2.5 Cao
Zeer veel en ook zeer belangrijke rechtsregels zijn voorts aan te treffen in de grote aantal
collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s), die meestal jaarlijks of tweejaarlijks worden
gesloten tussen een individuele werkgever of meer werkgeversorganisaties enerzijds en van
anderzijds.
Cao-afspraken kunnen ook soms regels uit het arbeidsovereenkomstenrecht bevatten. Ook
kunnen er in cao’s kwesties aan de orde worden gesteld die niet in een wet of wetsartikel
geregeld zijn.
§1.2.6 Verdrag
Ook op het internationale vlak kunnen sociaalrechtelijke regels tot stand komen, die
doorwerken in onze nationale rechtsorde. Een veel voorkomende vorm is het verdrag (= een
overeenkomst gesloten wordt tussen 2 of meer landen). In aantal gevallen kunnen burgers
zich op zo’n verdragsbepaling beroepen.
2
,Bij verdragen kunnen ook internationale organisaties worden opgericht, die bevoegd zijn
rechtsregels uit te vaardigen. Ook deze regels kunnen bron van (sociaal) recht zijn. Bijv.
Europees Sociaal Handvest (ESH) en verdragsbepalingen van de Internationale
Arbeidsorganisaties.
Ook zijn de EU-verdragen een belangrijke bron van internationaal sociaal recht. Op deze
verdragen zijn vele richtlijnen uitgevaardigd, die de lidstaten dienden om te zetten in
nationale regelgeving (wordt implementatie genoemd)
Implementatie zijn lidstaten die aangesloten zijn bij de EU moeten richtlijnen die op grond
van de EU-verdragen zijn uitgevaardigd, opnemen in de nationale regelgeving (bv. de
informatieplicht van de werkgever art.7:655 BW)
§1.3 Van dwingend recht tot aanvullende recht
Door de afhankelijkheid van een werknemer aan een werkgever kan het ertoe leiden dat de
werknemer arbeidsvoorwaarden accepteert die hij niet zou aanvaarden als hij niet afhankelijk
zou zijn van de werkgever. De wetgever heeft dit willen voorkomen. Wetgever realiseerde
zich dat een werknemer een zekere mate van bescherming tegen zijn vaak machtigere
werkgever. De bescherming van de werkgever kwam tot stand door de regels van het
dwingend recht.
Dwingend recht= regels waarvan werkgever en werknemer in het geheel niet van af mogen
wijken of niet ten nadele van de werknemer mogen afwijken.
- Er worden rechten toegekend aan de werknemer waar hij zich altijd op kan beroepen.
Ook als de werkgever en werknemer iets anders afgesproken hebben wat
minder gunstig is voor de werkgever, gaat de regel van het dwingend recht
voor. Geldt ook als de afspraak op papier staat en ondertekend is.
Driekwart dwingend recht = het recht waarbij alleen van de inhoud van de wet mag worden
afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) of bij regeling door of namens een
bevoegd bestuursorgaan.
Semidwingend recht= het recht waarbij de werkgever en werknemer individueel van het
bepaalde in de wet afwijken, mits het schriftelijk plaatsvindt.
Aanvullend recht = de contracterende partijen kunnen altijd van de wettelijke regel afwijken,
als zij het daar allebei mee eens zijn. Hebben vrijheid om af te wijken, is niet noodzakelijk
maar mogelijk.
Wetsartikelen van dwingende aard
Dwingendrechtelijke bepalingen zijn te herkennen aan de sanctie die staat op afwijking van
de betreffende inhoud. In geval van dwingend recht wordt namelijk gesteld: elk beding is
nietig of vernietigbaar. Van dit beding kan niet worden afgeweken.
Nietigheid = wat afwijkend overeengekomen is bestaat niet voor de wet.
Vernietigbaar = vereist een actieve handeling van de werknemer, moet zich op de strijdigheid
van de individuele afspraak met de wettekst beroepen. Dan gaat de wettekst voor. Beroept
hij zich niet op de strijdigheid, dan zal het rechtsgevolg van de wettekst niet intreden.
Na een bepaalde periode is beroep op de wettelijke bepaling niet meer mogelijk door
verjaring.
Vb. van dwingend recht = art. 7:655 BW, 7:645 BW.
3
, Wetsartikelen van driekwartdwingende aard
Bij driekwart dwingend recht wordt duidelijk in het wetsartikel aangegeven dat afwijking
slechts mogelijk is bij CAO (of bij regeling door of namens een bevoegd bestuursorgaan).
Als een wettelijke bepaling driekwartdwingend recht is, kan nooit van deze bepaling bij
individuele afspraak worden afgeweken.
Wetsartikelen van semidwingende aard
Mondelinge afspraken met een andere inhoud dan wat wettelijk is vastgesteld, geven de
werknemer het recht een beroep te doen op de wettekst; deze gaat voor de mondelinge
afspraak.
Van een bepaling van driekwartdwingend recht mag je niet bij individuele, schriftelijke
afspraak afwijken, maar van een bepaling van semidwingend recht mag wel bij cao worden
afgeweken.
Wetsartikelen van aanvullende aard
Wetsartikelen hebben het karakter van aanvullend recht als er niet gesproken wordt over de
vraag of ervan mag worden afgeweken. Zo ja, hoe? De contractpartijen zijn vrij in de wijze
waarop zij van het betreffende artikel afwijken, aangenomen dat zij dit zouden willen.
§1.4 De bevoegde rechter
Een rechter kan op twee manieren competent (bevoegd) zijn om van een arbeidsrechtelijk
geschil kennis te nemen, namelijk:
- De absolute competentie = welk soort gerecht is bevoegd?
De rechtbank
Het gerechtshof
De hoge raad
- De relatieve competentie = in welk plaats zal de zaak voor moeten komen?
§1.4.1 De absolute competentie
Arbeidszaken worden altijd door een kantonrechter behandeld. De kantonrechter is de
absoluut bevoegde rechter.
Er is 1 uitzondering op dat de kantonrechter altijd bevoegd is, namelijk geschillen
tussen de bestuurder en de naamloze of besloten vennootschap, waarvoor hij
werkzaam is. Deze geschillen worden door de gewone sector civiel beslist, behalve
als het een vordering betreft van meer dan €25.000 of waarbij het bedrag onbepaald
is (art. 2:131 en 2:241 BW)
De rechter in eerste aanleg = de rechter die als eerste absoluut bevoegd is om van een
geschil kennis te nemen.
Als 1 van de partijen het niet eens is met de beslissing van de rechter, kan hoger beroep
worden ingesteld bij het gerechtshof. Als 1 van de partijen het nog steeds niet eens is met de
beslissing van het gerechtshof, kan er in cassatie gegaan worden bij de Hoge Raad.
Een geschil bij de rechter dient aanhangig gemaakt te worden via een dagvaarding. Er is
momenteel iets bezig om te zorgen dat het starten van een juridische procedure niet met een
dagvaarding maar met een verzoekschrift begint
- Verzoekschrift is goedkoper en makkelijker voor de werknemer om zich tot een
rechter te wenden.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yasminaverginie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.11. You're not tied to anything after your purchase.