- In dit vak meer kijken op schoolniveau = meso, en nog wat ruimer = macro
o Deel 1 = wie is wie in het onderwijslandschap
o Deel 2 = macro, zoals de eindtermen, sturing van het onderwijs
o Deel 3 = school als organisatie = meso niveau
DEEL 1: WIE IS WIE IN HET VLAAMSE ONDERWIJSLANDSCHAP EN WELKE BELANGRIJKE ACTOREN
ZIJN ER?
Voorbeeld: Karine in het Vlaamse onderwijs
- Leerkracht 6e leerjaar
- 15 jaar ervaring
Met wie heeft Karine beroepshalve te maken?
- Leerlingen en ouders
- Collega’s: Leerkrachten, directie, secretariaat
- Andere schoolgemeenschappen (denk aan katholieke scholen)
o Schoolgemeenschappen mogen zich mengen met elkaar, ze moeten niet strikt bij
elkaar blijven, bv: Katholiek onderwijs mag samengaan met een gemeentelijk
onderwijs
o Ze MOGEN dit, maar MOETEN dit NIET
o = Netoverschrijdend samengesteld wonen
- Inspectie
- CLB = centrum voor leerlingenbegeleiding
o Ondersteunt de leerkrachten, gaat de ouders en leerlingen er ook bij betrekken
- Logopedisten
- Ondersteuningsnetwerk
o Opgekomen sinds het M-decreet
- Middelbare scholen
o Basisonderwijs verwijst naar kleuteronderwijs EN lager onderwijs
- Onderwijsvakbonden of belangenorganisaties
o Komen op voor de belangen van het personeel
o Vb: te hoge werkdruk
- VLOR = Vlaamse Onderwijs Raad
o Strategisch adviesorgaan en studieonderzoeksdienst
o Elke keer als er een decreet tot stand komt, dan moet de overheid verplicht het
advies vragen van de VLOR
• Alle geledingen binnen ons onderwijs zitten hierin
• Elke koepel heeft vertegenwoordigers
- Vrij initiatief = niet officieel
o Niet vergelijken met privéscholen!
- Categorie VGO:
o Katholieke scholen, andere religieuze opvattingen zoals joodse scholen,
islamscholen, …
o Methodescholen
- Onderwijsnetten = gebaseerd op een zeker statuut die de school heeft en krijgt
- Onderwijskoepels = overkoepelend orgaan voor scholen van eenzelfde soort
o Scholen worden ondersteund en vertegenwoordigt
o Vb: Katholiek onderwijs Vlaanderen = binnen VGO
o Per categorie heb je koepelorganisaties
o Echte organisaties waar mensen werken en waar je heen kan gaan voor hulp
- Uitzondering: GO – gemeenschapsonderwijs
o Raymonda Verdijk = hoofd van het GO
• Één overkoepelend schoolbestuur
• Biedt ondersteuning aan hun scholen, maar het is geen koepel, want het één
centrale macht
o Vroeger: rijksonderwijs
Elke school is verantwoordelijk voor zijn eigen leerplannen en in deze leerplannen moeten de
eindtermen duidelijk aan bod komen (dit controleert de inspectie)
- MAAR scholen mogen dit uitbesteden aan de koepels: koepels maken leerplannen, worden
goedgekeurd door de inspectie en alle katholieke scholen gebruiken dan die leerplannen
Artikel ‘Onderwijskoepels- en netten luiden alarmbel over besparingen’
- Raar dat netten aan de alarmbel luiden
Hoe belangrijk is onderwijs?
- Welk percentage van de Vlaamse begroting wordt besteed aan onderwijs?
o 25%
- Groot bedrag, waarom?
o Alle lonen van de leerkrachten, directie, … wordt ook van dit bedrag betaald
Stellingen i.v.m. met onderwijs
- Iedereen mag een school oprichten
o Ja
- De directeur is de baas van de school
o Neen, de inrichtende macht
- Het diploma van elke basisschool is even veel waard
o Neen, er is een verschil tussen de erkende en de niet-erkende scholen
o Erkende scholen zijn diploma’s wel evenveel waard
- Ouders willen hun kind graag inschrijven in een Joodse school bij hen in de straat. Dit is
praktisch namelijk erg handig en bovendien lijkt het hen interessant dat hun kind kennis kan
maken met een ander geloof. De school kan de leerling weigeren omdat de ouders geen
bewijs van lidmaatschap aan een Joodse gemeenschap kunnen voorleggen
o Neen
Vrijheid van onderwijs
- Belangrijk principe!
o Andere landen doen dit vaak niet, dit is heel specifiek Belgisch
o Vrijheid van onderwijs staat ingeschreven in onze grondwet
Actieve vrijheid van onderwijs
- Recht van oprichting
o Recht om scholen op te richten, er onderwijs te verstrekken
o Iedereen heeft het recht om een school op te richten!
o Kunnen rechtsgeldige studiebewijzen uitreiken (mits voldaan aan regelgeving)
- Recht van richting (= pedagogische vrijheid)
o Inhoud en grondslagen van onderwijs = vrij
o Vb. keuze van onderwijsmethodes, bepaalde (niet)confessionele
levensbeschouwingen, vb: Hoorcollege of werkcollege bv
- Recht van inrichting
o Organisatie en werking van de school (vb. tuchtreglement, jaarklassensysteem)
o Jaar 1 tot 6 OF wil je werken met leefgroepen
o Wanneer welk soort straf? Hoe ga je de leerkrachten evalueren?
- Heel lang gestreden om zo ver te komen
o Wordt ter harte beschermd, weinig willen veranderen
o Bang dat de vrijheid voor onderwijs in het gedrag komt
Belangrijke begrip bij actieve vrijheid van onderwijs:
- Werkgeversrol in de school
o Afhankelijk van het net waarbinnen de school valt
- Inrichtende macht/schoolbestuur:
o Ontvangt de werkingsmiddelen, huurt/bezit de schoolinfrastructuur, werkt het
pedagogisch project uit, neemt personeel aan…
o Volledige autonomie over opzet van lokaal beleid (binnen wettelijk gedefinieerd
kader)
o Inrichtende Macht (= IM) verschilt per onderwijsnet
- Inrichtende macht van het stedelijk onderwijs = gemeenteraad, stadsbestuur van de stad
o Vrije onderwijs = meestal Vzw’s
- De inrichtende macht is dan ook de baas van de school
M-decreet
Sterk vanuit de overheid invullen hoe het onderwijs moet vormgeven
-> Recht van richting komt vooral in het gedrang
Passieve vrijheid van onderwijs
- Vrijheid van schoolkeuze
o Ouders kiezen in welke school ze hun kind inschrijven
o School naar keuze binnen redelijke afstand van woonplaats
- Inschrijvingsrecht
o Recht om zich in school naar keuze in te schrijven
o Impliceert aanvaardingsplicht van de school
o ! Spanningsvelden kunnen ontstaan
Artikel ‘bestuur geeft gemeenteschool De Kiem Lombeek uit handen’
- Verschuiving van OGO (officieel gesubsidieerd onderwijs) naar VGO (vrij gesubsidieerd
onderwijs)
o Nadelig voor de leerkrachten -> grote heisa
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissaamandels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.