100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Praktisch Staatsrecht, ISBN: 9789001899622 Staatsrecht 1 (1100STAA17) $6.43   Add to cart

Summary

Samenvatting Praktisch Staatsrecht, ISBN: 9789001899622 Staatsrecht 1 (1100STAA17)

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting heb ik alles samengevat wat je moet weten voor het tentamen staatsrecht dat je in het eerste jaar HBO-Rechten hebt.

Preview 3 out of 25  pages

  • Yes
  • April 19, 2021
  • 25
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
1. De Nederlandse staat en zijn bewoners.

1.1 De Nederlandse staat
We spreken van een staat als er een gemeenschap is van mensen op een bepaald
grondgebied, waarover een organisatie het hoogste gezag uitoefent.




Hoogste
gezag




Gemeenschap
van
mensen
Grondgebied




De drie elementen grondgebied, gemeenschap en gezag.

Grondgebied:
Het grondgebied van een staat, het territorium, kent grenzen die soms na talloze oorlogen
tot stand zijn gekomen en in een verdrag (dat is een overeenkomst tussen een of meer
staten) met buurlanden zijn vastgelegd. De grenzen aan de kust zijn in internationalen
verdragen vastgelegd, dit behoort samen met het luchtruim ook tot het grondgebied.

Gemeenschap:
De gemeenschap wordt gevormd door mensen die daartoe behoren vanwege hun
afstamming of die op eigen verzoek de nationaliteit van de staat hebben verkregen.

Gezag:
De staat heeft exclusieve zeggenschap op en over zijn gehele grondgebied. Het hoogste
gezag van de staat is gericht op het scheppen en handhaven van orde en recht. Om te
voorkomen dat burgers voor eigen rechter gaan spelen, mag alleen het hoogste gezag van
de staat geweld gebruiken (geweldsmonopolie). Dit gezag wordt niet alleen uitgeoefend op
burgers, maar ook op vreemdelingen. Staat kan gezien worden als het grondgebied met de
bevolking van de staat, maar ook het gezag in de staat (overheid).

Kunnen overheid en staat als synoniem worden beschouwd?
De staat kan in beide betekenissen worden beschouwd als een zelfstandige en ondeelbare
eenheid -> de staat is soeverein. De staat is net als een persoon zelfstandig drager van
rechten en plichten en als staatsmacht kan optreden in het juridische verkeer binnen

,Nederland en in contact met andere staten. Erkenning van een staat door andere staten
wordt wel als vierde kenmerkend element van een staat beschouwd. De staat (overheid)
zorgt voor bescherming van de burgers door de landsgrenzen te verdedigen en de orde te
handhaven. Daarnaast zorgt de overheid ervoor dat het algemeen belang wordt gediend. Dit
laatste kan het best worden omschreven als datgene wat in het belang is van de meeste
burgers en van de staat als geheel.

Hoofdlijnen van het staatsrecht:
- Inrichting van de staat en verdeling van bevoegdheden.
- Handhaving individuele vrijheden van de burger.
- Rechtspraak en rechtsbescherming tegen de overheid.
- Totstandkoming gelding en handhaving van het recht.

Aruba, Sint-Maarten en Curaçao behoren tot de staten van het Koninkrijk der Nederlanden.
Rijkswetten: wetten die van toepassing zijn in het gehele koninkrijk.

Rechtsgevolgen van het Nederlanderschap:
- Nederlanders hebben vrije toegang tot Nederland en mogen hier vrij verblijven.
- Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht is ook (grotendeels) van toepassing op
Nederlanders die buiten het territorium van het Koninkrijk bepaalde misdrijven
hebben gepleegd.
- De Nederlander die in het buitenland gevangengenomen wordt, geniet diplomatieke
bescherming, dat wil zeggen dat vertegenwoordigers van Nederland zich ervoor
inzetten dat hij door buitenlandse staat goed wordt behandeld.
- Nederlanders worden niet aan andere staten uitgeleverd, als niet zeker is dat zij na
hun veroordeling hun straf mogen uitzitten in Nederland.
- Art. 4 Gw geeft Nederlanders het recht om onder anderen de leden van de Tweede
Kamer te kiezen. Ook kunnen Nederlanders zelfgekozen worden als kamerlid.
- Sommige openbare functies kunnen alleen door Nederlanders worden vervuld. Bijv.
burgemeester.
- Nederlanders kunnen aanspraak maken op voorzieningen of uitkeringen zoals
bijstand, kinderbijslag en huurtoeslag.
Vreemdeling:
Een vreemdeling heeft de eerste zes rechten die hiervoor zijn genoemd niet en de laatste
alleen als hij rechtmatig in Nederland verblijft.
Optieverklaring:
Vreemdelingen die voldoen aan de voorwaarden in Art. 6 RWN kunnen het
Nederlanderschap verkrijgen door optie. De vreemdeling legt op het gemeentehuis in zijn
woonplaats een zogeheten optieverklaring af die na onderzoek van de burgemeester kan
worden bevestigd.
Naturalisatie:
Een vreemdeling die niet voor optie in aanmerking komt kan een verzoek tot naturalisatie
indienen bij de IND die na onderzoek kan instemmen met het verzoek. De vreemdeling moet
in een naturalisatietoets aantonen dat hij/zij is ingeburgerd.

, Doordat paspoortcontroles bij de grenzen in de EU zijn afgeschaft is de noodzaak om in
Nederland iemands identiteit te kunnen controleren, toegenomen. Met het paspoort,
rijbewijs of vreemdelingendomcumenten kan iemand zijn identiteit aantonen.
Koppelingsbeginsel:
Volgens Art. 10 lid 1 Vreemdelingenwet kan een vreemdeling die niet rechtmatig in
Nederland verblijft, behalve in uitzonderingsgevallen, geen aanspraak maken op de
toekenning van verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen zoals een bijstandsuitkering.
De rechten van een vreemdeling zijn dus gekoppeld aan zijn rechtmatig verblijf.

Met een visum verleent Nederland toestemming aan een vreemdeling om gedurende korte
tijd in Nederland te verblijven (max. 3 maanden). Voor een langer verblijf, bijvoorbeeld voor
werk, studie of gezinshereniging, moet de vreemdeling op een Nederlandse ambassade een
zogeheten machtiging tot voorlopig verblijf aanvragen.
Verblijfsvergunning asiel: naast de reguliere vreemdelingen zijn er vreemdelingen die hun
toevlucht zoeken tot Nederland vanwege een bedreigende situatie of slechte economische
omstandigheden in hun eigen land. Je hebt recht op verblijfsvergunning asiel als de vrees
hebt dat je in eigen land wordt vervolgd wegens ras, godsdienst, nationaliteit, politieke
overtuiging of omdat je tot een bepaalde sociale groep hoort.

Bronnen van het staatsrecht:
- Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.
Het Statuut regelt de organisatie van het Koninkrijk en de onderlinge verhoudingen
en samenwerking tussen Nederland en de overzeese delen van het Koninkrijk.
- De Grondwet. De Grondwet regelt de inrichting en het functioneren van de
Nederlandse staat en de staatsorganen en de verdeling van de staatsmacht. Zo stelt
art. 42 lid 1 Gw dat de regering wordt gevormd door de Koning en de ministers.
- (Organieke) wetten, reglementen. Als de Grondwet bepaald dat iets (nader) geregeld
moet worden in een wet, in formele zin, een wet dus van de regering en de Staten-
Generaal, dan spreken we van een organieke wet. Bijv. de raad van state is een
orgaan dat onder ander juridische adviezen geeft aan de Nederlandse overheid.
- Gewoonterecht. Van een gewoonte is sprake als een bepaald gebruik waarvan men
vindt dat het juridisch gezien zo hoort, een zekere tijd voortduurt. Een voorbeeld
hiervan is de vertrouwensregel. Volgens deze ongeschreven regel kan bijvoorbeeld
een minister of zelfs de hele regering, die het vertrouwen van de
volksvertegenwoordiging verliest, zijn functie niet meer uitoefenen en moet deze
aftreden.
- Verdragen en Europese maatregelen. Voorbeelden EU-Verdrag, het
vluchtelingenverdrag en het BUPO.
- Jurisprudentie. Ook wel het rechtersrecht. Met hun uitspraken over een bepaald
geschil verduidelijken rechters de bestaande rechtsregels en passen zij deze toe op
het concrete geval. Een voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Hoge Raad waarin
de rechter vaststelde dat een naturalisatiebesluit waarin valse of fictieve
persoonsgegevens zijn opgenomen, geen rechtsgevolgen heeft, zodat de persoon die
het betreft geen Nederlander is geworden. Met een dergelijke uitspraak geeft de
rechter aan hoe de RWN moet worden geïnterpreteerd en toegepast.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller agoedknegt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83750 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.43
  • (0)
  Add to cart