BIOLOGIE THEMA 3 VERTERING
3.1 Voedingsstoffen
Voedingsstoffen zijn de bruikbare bestanddelen uit voedingsmiddelen en een
voedingsmiddel is alles wat je eet of drinkt. Er zijn zes groepen voedingsstoffen:
koolhydraten, eiwitten, vetten, water, mineralen en vitamines. Een appel is een
voedingsmiddel, de fructose daarin is een voedingsstof.
Voedingsstoffen kunnen bouwstoffen,
brandstoffen of reservestoffen zijn.
Voedingsvezels zijn stoffen uit plantaardige
voedingsmiddelen. De mens kan ze niet
verteren, daar hebben we de enzymen niet
voor. Vezels bevorderen de darmwerking. De
schil van een appel is vezelrijk.
Eiwitten oftewel proteïnen.
Zijn typische bouwstoffen. Ze zijn ook nodig bij het transport van stoffen, bij cel
communicatie en als enzym bij chemische reacties. Als je een eiwitrijk voedingspatroon hebt
en te veel eiwitten opneemt, worden deze niet opgeslagen maar worden de aminozuren als
brandstof verbruikt. Je hebt essentiële en niet-essentiële eiwitten. Essentiële eiwitten moeten
in het voedsel aanwezig zijn, omdat het lichaam ze niet zelf kan vormen. Niet-essentiële
eiwitten kunnen worden gevormd uit essentiële eiwitten. Hetzelfde geldt voor essentiële en
niet-essentiële aminozuren.
Koolhydraten, ook wel suikers genoemd.
Zijn vooral brandstoffen maar worden ook als bouwstof gebruikt in bijvoorbeeld DNA en
celmembranen. Uit koolhydraten wordt glucose gevormd, wat wordt gebruikt bij de
verbranding in de mitochondriën. Hieruit wordt, met behulp van zuurstof, energie vrijgemaakt
in de vorm van ATP. Als je te veel opneemt aan koolhydraten, worden deze omgezet in
glycogeen of in vet. Glycogeen wordt vervolgens in de lever of in je spieren opgeslagen. Vet
wordt onder de huid opgeslagen.
Vetten, oftewel lipiden.
Zijn vooral brandstoffen maar ook bouwstoffen. Denk maar aan het celmembraan dat uit
fosfolipiden bestaat. Als je te veel vetten eet, wordt dit opgeslagen onder de huid en rondom
organen. Dat kan leiden tot gewichtstoename. Ook bij vetzuren onderscheiden we essentiële
en niet-essentiële voedingsstoffen. Essentiële vetzuren moeten in het voedsel aanwezig zijn.
Niet-essentiële vetzuren kunnen in het lichaam worden gemaakt uit essentiële vetzuren.
We kunnen vetzuren ook op een andere manier indelen: in verzadigde en onverzadigde
vetzuren. Verzadigde vetzuren zijn vooral aanwezig in dierlijke vetten en verhogen het risico
op cholesterol-afzetting tegen de wand van bloedvaten. Ze worden verzadigde vetzuren
genoemd omdat ze geen dubbele bindingen hebben. In tegenstelling tot onverzadigde
vetzuren, die wel dubbele bindingen hebben. Onverzadigde vetzuren zijn vooral aanwezig in
plantaardige vetten en verlagen het risico op cholesterol-afzetting. Vandaar dat we deze
gezonde vetzuren noemen.
Daarnaast hebben we water, mineralen en vitaminen.
Dit zijn alle drie bouwstoffen. Water wordt daarnaast ook gebruikt als oplosmiddel en
transportmiddel en bepaalt de osmotische waarde. Mineralen en vitaminen zijn allebei
belangrijk voor de werking van andere stoffen, zoals hormonen en enzymen. Vitamine D is
, belangrijk voor de opbouw en sterkte van botten en tanden. Vitamine D wordt aangemaakt in
de huid onder invloed van zonlicht. Vitamine C is de bekendste vitamine en zit in fruit maar
ook in aardappelen. Het is nodig voor de vorming van bindweefsel, de opname van ijzer en
het in stand houden van de weerstand.
3.2 Het verteringsstelsel
De mond
Kauwen van voedsel = het oppervlakte
vergroten. De enzymen en verteringssappen
komen hierbij beter aanbod. Belangrijk om dus
goed te kauwen.
Mondholte
Bij de mondholte wordt speeksel bij gevoegd en
dit bevat verteringsenzymen. Speeksel zorgt er
ook voor dat het voedsel makkelijk door te
slikken is. Op moment van slikken gaat het
voedsel van de mondholte naar de slokdarm.
De maag
In de wand van de maag zitten verschillende
maagsapklieren en maagsap. Dit is een zure
eenheid, goed om bijvoorbeeld ziekteverwekkers te doden en is ook nodig voor het reguleren
van de maagportier. De maag heeft enorm veel spieren en kan hierdoor het voedsel met de
sappen kneden.
Twaalfvingerige darm
Stel je hebt een brok met voedsel in de maag en die wordt stuk voor stuk door de
maagportier naar de twaalfvingerige darm gelaten. De maagportier sluit en vervolgens
worden er stoffen vanuit de lever en de alvleesklier toegevoegd. Deze stoffen zorgen ervoor
dat de eenheid basis wordt. Dan wordt de maagportier weer opgelaten voor de andere lading
voedsel.
De stoffen die worden toegevoegd zijn:
Gal: wordt geproduceerd in de lever en opgeslagen in de galblaas. En op met
moment dat er voedsel in de twaalfvingerige darm zit, wordt de gal toegelaten. Gal
zorgt ervoor dat vetten kleiner worden gemaakt. Gal is geen enzym.
Alvleessap: wordt geproduceerd in de alvleesklier. Ook het alvleessap wordt
toegelaten wanneer het voedsel zich in de twaalfvingerige darm bevindt. In
alvleessap zitten verschillende enzymen.
Dunne darm
Dan komt het voedsel terecht in de dunne darm. De dunne darm heeft twee functies:
Alle stoffen worden opgenomen die verteerd zijn.
Darmsap wordt toegevoegd en hier zitten verschillende enzymen in en dit zorgt
ervoor dat de verdere vertering goed loopt en wordt afgerond.
De dunne darm kan erg goed voedingsstoffen opnemen omdat de oppervlakte van de dunne
darm erg groot is. En die stoffen worden dan vervolgens opgenomen in het bloed of in het
lymfevatenstelsel en die stoffen worden dan onder andere naar de lever gebracht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isapruijsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.89. You're not tied to anything after your purchase.