KA:
- De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie
- Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme
Een volk, een rijk, een leider
Hitler vond de democratie geen goed systeem. Hij vond dit een bron van ellende in Duitsland
destijds. Zijn ideologie het nationaalsocialisme had dan ook als denkbeeld dat alleen een
sterke leider de natie kon herstellen. Het gezag van deze leider mocht niet ter discussie
staan (=leidersbeginsel). Wanneer Hitler aan de macht was gekomen verspreidde hij zijn
ideeën dmv propaganda. Wie het niet met de denkbeelden van Hitler eens was, hoorde niet
thuis in Duitsland. De Nazis zagen naast de democratie, ook het communisme en
kapitalisme als vijand.
Wat kenmerkend was voor het nationaal-socialisme was het extreme antisemitisme. Hitler
voegde hier ook nog racisme aan toe. Volgens Hitler was het Arische ras superieur. Hij
beschuldigde Joden van een grote invloed op het kapitalistische systeem. Joden waren
immers veel aanwezig in de bankwereld. Rassen die in Hitler zijn ogen minderwaardig
waren, werden al snel wettelijk achtergesteld.
Hitler kon o.a. zo groot worden door zijn beloftes om de economische problemen op te
lossen. De ideologische basis van het nationaalsocialisme was dat werknemers en
werkgevers deel uitmaakte van dezelfde volksgemeinschaft. Ze moesten daarom ook
samenwerken i.p.v. elkaar tegenwerken. Met dit idee hoopten de nationaalsocialisten
klassenstrijd te voorkomen en nationale eenheid te creëren. Hij kwam dan ook zijn beloftes
na en een groot deel van de werkloosheid verdween, Hitler zette iedereen aan het werk.
Duitsland had enorme waardering voor zijn daden, ook al waren zij een totalitaire staat
geworden.
Antisemitisme en fascisme in Europa
Antisemitisme is al vanaf de middeleeuwen te zien in Europa. Omdat Joden altijd in de
minderheid zijn geweest is de groep een makkelijk doelwit. Met name in de 19e eeuw toen
het nationalisme opkwam, laaide het antisemitisme op en drong het door tot in de hoogste
kringen.
Het nationaalsocialisme stamt af van het fascisme. De opkomst ervan had alles te maken
met de situatie na de eerste Wereldoorlog. Veel mensen hadden het vertrouwen in de
democratie en het kapitalisme verloren. Ze wilden een sterke leider de voor hun land op
kwam. Tevens vreesden veel mensen voor de opkomst van het communisme.
In de jaren 20 en 30 bood het fascisme een alternatief voor het economisch liberalisme dat
gepaard ging met de parlementaire democratie en voor het communisme dat gepaard ging
met de staatseconomie. In oktober 1922 trokken duizenden mannen in zwarte hemden
onder leiding van Mussolini naar Rome. De koning kwam onder druk te staan en gaf
Mussolini de opdracht een regering te vormen, zodoende kreeg Mussolini steeds meer
, macht. Uiteindelijk werd hij de dictator en beloofde hij zijn volk economisch herstel en
herinnerde hij hen aan hun trotse verleden als Italiaan. Mussolini gebruikte zijn macht tegen
iedereen die niet ‘normaal’ was. Het fascisme had een voorbeeldrol voor de rest van Europa.
Zo nam in 1928 een fascistische generaal de macht over in Portugal en ontleende Hitler ook
veel aan het Italiaanse fascisme.
12.2 De Duitse bezetting
KA:
- Het voeren van twee wereldoorlogen
- De Duitse bezetting van Nederland.
Nederland onder Duits gezag
De Duitse bezetting van Nederland duurde van 1940 tot 1945. Op politiek gebied waren er
de volgende gevolgen; Alle politieke partijen werden verboden op één na, de
Nationaal-socialistische Beweging. Deze partij had eigenlijk geen tot weinig invloed tot dit
moment. Ten tweede had de bezetting economische gevolgen. Alle Duitse arbeiders die nu
als soldaat in dienst waren hadden een lege plek in de fabriek achtergelaten. Nederlanders
werden gedwongen om te gaan werken in de oorlogseconomie. Het gevolg hiervan was dat
er een groot tekort aan arbeiders in NL ontstond. Hetzelfde gold voor grondstoffen. Ten
derde waren er culturele veranderingen. De Nazis probeerden middels propaganda allerlei
nationaalsocialistische ideeën te verspreiden. Deze nazificatie werkte niet heel goed in NL.
Ten slotte waren er grote gevolgen voor de Joodse inwoners. De Joden werden
achtergesteld, maar in het begin hadden zij nog niet door dat dit uiteindelijk tot uitroeiing zou
leiden.
Er waren drie verschillende reacties op Duitse bezetting van Nederland. Zo was er een
groep die zich niet verzette, maar ook niet mee werkte (=accommodatie) tot deze groep
behoorde zo’n 80% van de inwoners. Verder sloot nog ongeveer 10% zich aan bij het verzet
en de laatste 10% koos voor collaboratie.
Het ontstaan van de oorlog
Hitler wilde na WO I Duitsland weer een machtig land maken. Hij negeerde het Verdrag van
Versailles en de nieuwe grenzen van het Verdrag van Locarno. Ook voerde hij de
dienstplicht weer in en militariseerde hij het Rijnland weer, wat eigenlijk niet mocht. Hij vond
dat iedereen die Duits sprak in Europa verenigd moest worden. In maart 1938 maakte hij
met de Anschluss Oostenrijk onderdeel van Nazi-Duitsland.
De UK en Frankrijk lieten met de appeasementpolitiek die zij voerden Hitler zijn gang gaan.
Zo wilde Hitler ook een gedeelte van Tsjecho-Slowakije hebben. Dit kreeg hij, maar later viel
hij ook de rest van het land binnen. Frankrijk en de UK gaven Polen de garantie dat zij Polen
zouden steunen als Duitsland ook Polen zou binnenvallen. Dit gebeurde, maar Duitsland
was in tegenstelling tot Frankrijk en de UK wel voorbereid op oorlog.
Japan was ook druk bezig met gebiedsuitbreiding in Azië. De VS en de UK probeerden de
opmars tegen te gaan maar dit had weinig zin. Pearl Harbor werd in 1941 binnengevallen en
daarna volgde de Britse koloniën in Zuidoost-Azië. Ook Nederlands-Indië werd ingenomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller siebevangils. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.