Prehistorie: de tijd waarin niet door of over dat volk werd geschreven
Australopithecinen: een kleine groep die haar levenswijze wist aan te passen aan de uitgestrekte
graslanden, ook de beenderen van deze groep pasten zich aan en de inhoud van de hersenpan nam
toe
Etnische groep: een groep mensen met lichamelijke kenmerken die anders zijn dan bij andere
groepen mensen, erfelijke kenmerken, opvallendste is de huidskleur
Cultuur: het denken en doen (gedrag)van een bepaalde bevolkingsgroep. -economie: hoe mensen
in hun levensonderhoud voorzien en hun inkomsten verdelen. -sociale omstandigheden: hoe
mensen zich gedragen en met elkaar omgaan. -politiek: hoe mensen de macht onder elkaar
verdelen. -andere onderdelen- of uitingen- zoals godsdienst, taal, onderwijs, wetenschap, kunst,
sport, rechtspraak.
Nomaden: trekken rond (wonen niet op een plek), 20-40 personen, weinig bezit, lichte
gereedschappen, natuurgodsdiensten, weinig verschillen in macht.
Landbouwrevolutie: de tijd waarin mensen boeren werden, begon 10000 voor Chr.
Specialisatie: was alleen mogelijk als er een voedseloverschot was
Staat: is een land met zijn eigen onafhankelijk bestuur
Schrift: een systeem om taal grafisch weer te geven, hiermee kan men een boodschap vastleggen
en over een afstand vervoeren
Hunebed: bekendste monumenten uit de prehistorie van ons land, graven voor mensen van een
heel dorp
Waterhuishouding: als de Nijl zijn hoogste punt had bereikt, staken ze de dijken door en lieten het
land onderwater lopen. Als het waterpeil van rivier ging zakken, werden de dijken afgesloten. Het
vruchtbare slib had de tijd om zich op de bodem vast te zetten. Via sloten en openingen in dammen
werd het water afgevoerd
Bestuursapparaat: zijn alle ambtenaren samen (mensen die de farao hielpen bij het besturen van
de staat)
Sociale gelaagdheid: lagen verschillen van elkaar in bezit, status en macht
Hiërogliefen: tekens van mensen, dieren en dingen
Landbouw: een plek/plaats wonen-sedentair, steden-grote groepen, meer bezit, ongelijk verdeeld,
verschillen in macht
Magie: iets doen waarvan mens denkt dat het een geheimzinnige ‘kracht’ heeft
Sedentaire samenlevingen: leefwijze die wordt bepaald door het verblijf op dezelfde plek,
tegenstelling tot de nomaden
Mythologie: dergelijke verhalen zijn mythen, mythologie is een verzameling van die verhalen van
een volk
Godsdienst: verklaren van het onverklaarbare, bovennatuurlijke krachten zijn verantwoordelijk,
godsdienst is een poging om goden te beïnvloeden
Nederzetting: plaats waar mensen gaan wonen, dat eerst onbewoond was, meestal bij beek of
rivier groeit uit tot dorp
Nadelen burgers: - belasting. -verplicht tot werkzaamheden. -dienstplicht. – geen invloed.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelschrameijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.87. You're not tied to anything after your purchase.