- lage in atie -> weinig prijsverhoging van producten
- laag consumentenvertrouwen
- hoge werkeloosheid
Hoogconjonctuur : ( goede economie )
- hoge in atie -> veel prijsverhoging van producten
- hoog consumentenvertrouwen
- lage werkeloosheid
Conjunctuurgolf : economie op korte termijn waarbij het laag- en hoogconjunctuur is.
Trendlijn : economie op lange termijn die vaak langzaam schuin omhoog gaat
Rente : een vergoeding voor uitgeleend geld
Als de rente daalt :
1. Wordt lenen aantrekkelijker
2. Wordt sparen onaantrekkelijker
3. Stijgen de bestedingen
4. Is er meer vraag naar producten
5. Stijgt de productie
6. Zijn er meer werknemers nodig
7. Daalt de werkeloosheid
8. Verbeterd de economie
Als de rente verhoogt :
1. Wordt lenen minder aantrekkelijk
2. Wordt sparen aantrekkelijker
3. Dalen de bestedingen
4. Is er minder vraag naar producten
5. Daalt de productie
6. Zijn er minder werknemers nodig
7. Stijgt de werkeloosheid
8. Word de economie slechter
Als de belastingen dalen :
1. Houden mensen meer geld over om uit te geven
2. Stijgen de bestedingen
3. Is er meer vraag naar producten
4. Stijgt de productie
5. Zijn er meer werknemers nodig
6. Daalt de werkeloosheid
7. Verbeterd de econome
Gevolg : de overheid heeft schulden.
flfl
, Liquideitspercentage :
Sparen -> Lenen - >
bank
Lage rente hebben Lage rente hebben
Liquideitspercentage : Het geld dat de bank op zak moet houden voor als wij geld willen halen. In
NL is dit 5 %
ING Bank
bezittingen ( debit ) bankschulden ( credit )
liquidemiddelen rekening - courantegoed 200
kas 50
tegoed 20
Liquideitspercentage :
Kas + tegoed DNB
_______________________ x 100%
rekening Courante-goed
Voorbeeld liquideitsperccentage uitrekenen :
50 + 20
__________ x 100 % = 35%
200
Stel dat het minimale liquideitspaercentage 5% is :
Hoeveel chartaal geld kan de bank dan nog uitlenen?
10
5% = ____ x 100%
200
Ze hadden nog : 70 miljoen
10 miljoen ( liquide middelen )
Dus ze kunnen 70 - 10 = 60 miljoen euro uitlenen
Hoeveel giraal geld kan de bank nog uitlenen?
70
5% = ______ x 100 %
1400
Dus ze kunnen nog 1400 aan giraal geld uitlenen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittlenoble. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.