In dit document staat een gehele beschrijving van de ganganalyse. Hierin wordt precies beschreven welke spier, wanneer aanwezig is en hoeveel graden een gewricht wordt gebogen. Ook wordt in dit document de fasering beschreven. Dit moet je in leerpakket 2 voor Diagnostiek beheersen, daarom kan dit d...
Movie Gait
Viervoetige gebruiken hun 4 ledematen om hun lichaamsgewicht tijdens gaan en lopen te
verplaatsen. Hun wervelkolom vertoont een C-curve, hierdoor ligt het zwaartepunt voor hun
heupgewrichten. Gedurende deze quadrupel gang functioneren de achterste ledematen
als voortstuwende kracht. Deze functie wordt mogelijk gemaakt door de anatomische flexie
van de heupen, knieën en enkels. Ze worden nog versterkt door de musculaire structuur,
welke gebouwd is op het voorwaarts bewegen. De anatomische structuur van de voorste
ledematen is recht, omdat ze moeten werken als stabilisatoren. Als viervoetige tijdelijk
proberen om rechtop te lopen, wordt er grote krachtinspanning gevraagd van de achterste
ledematen om deze houding te handhaven. Daar in tegen is de bipedalegang voor het
normaal menselijk individu zonder moeite uitvoerbaar vanwege de anatomische S-vorm van
de wervelkolom. De lumbale en cervicale lordose zorgen ervoor dat de romp zich boven de
benen bevindt. Het zwaartepunt komt hierdoor recht boven de extremiteiten. In rechtop
staande houding passeert de zwaartelijn het oor, het schoudergewricht, het bekken en
passeert lichtjes voor de knie en enkelgewricht. Deze biomechanisch gezien efficiënte positie
heeft slechts weinig dynamische spierkracht nodig om het lichaam rechtop te houden. Het bi
pedaal gaan kan omschreven worden als een serie ritmische alternerende bewegingen van
de extremiteiten en de romp, welke resulteren in het naar voren brengen van het
zwaartepunt. Al deze locomotorische bewegingen zijn zo goed ingesteld dat de complexiteit
van balans, coördinatie, krachten en tegenkrachten nauwelijks merkbaar zijn.
Onder gait-cycle verstaan we de activiteit welke plaatsvindt tussen het neerplaatsen van de
hiel (heel strike) en de daarop volgende heel strike van dezelfde voet. Een volledige gait-
cycle bestaat uit een steunfase (stance phase) en een zwaaifase (swing phase).
Stance phase begint met het plaatsen van de hiel op de grond en eindigt als de tenen van
hetzelfde been van de grond komen (toe off). Deze stance phase kan men onderverdelen in
3 afzonderlijke fase:
1. Shock absorbation phase, is de fase gedurende de welke gewicht wordt geplaatst
op het voorste been en de neerwaartse beweging van het lichaamszwaartepunt af
geremd wordt. Deze fase duurt van heel strike tot foot flat.
2. Mid-stance-phase, hier komt het grootste gewicht op het steunbeen. Dit is de fase
tussen foot flat en heel off.
3. Push-off phase, duurt van heel off tot toe off.
Deze 3 verschillende fasen worden gescheiden door 4 momenten:
1. Heel strike, dit is het moment dat de hiel de grond raakt.
2. Foot flat, hierbij raakt de zool van de voet de grond.
3. Heel off, de hiel verliest op dit moment contact met de grond.
4. Toe off, de teen verliest contact met de grond.
De swing phase begint als de steunfase eindigt en is de periode tussen toe off en heel strike
van dezelfde voet. We kunnen de swing phase verdelen in 2 fasen:
1. Acceleration, de versnelling
2. Deceleration, de vertraging
Ze worden van elkaar gescheiden door de mid swing, namelijk het moment dat beide
voeten zich onder het lichaam bevinden, de hielen naast elkaar.
De double support is de fase waarin beide voeten gelijktijdig contact hebben met de grond.
Deze fase treedt op tussen heel off en toe off van de ene voet en heel strike en foot flat van
, de andere voet. De tijdsduur hiervan is direct gerelateerd aan de snelheid hiervan. Als de
snelheid wordt verhoogd verminderd de tijd van de double support en omgekeerd ook. De
normale snelheid voor mannen bedraagt ongeveer 96 stappen per minuut. De afwezigheid
van dubbele steun onderscheid lopen van gaan. Ook weer bij de gemiddelde mannelijke
volwassenen begint dit bij een snelheid van 140 stappen per minuut. De double support
wordt hier vervangen door een zweeffase. De periode van double support is ongeveer 15%
en dit bij een normale ga snelheid van 96 stappen per minuut.
De normale gait-cycle begint bij heel strike 0% bij 15% krijgen we foot flat bij 45% begint heel
off en bij 60% toe off, hier begint dan de swing phase welke duurt tot 100%.
Het ritmisch op en neer beweging van het lichaam is een belangrijk
kenmerk van voortbewegen. Deze bewegingen betreffen een
verplaatsing van het zwaartepunt in het verticale vlak. De lijn die
door het zwaartepunt beschreven wordt tijdens het voortbewegen,
is ligt golvend. Bij een normale verticale verplaatsing ligt deze rond
de 5 cm. Dit is gerelateerd aan de snelheid, dus hoe hoger de
snelheid van voortbewegen, hoe groter de verticale verplaatsing,
hoe groter het energie verbruik. Naast de verticale verplaatsing is er
ook een laterale verplaatsing van het zwaartepunt. Het zwaartepunt
beschrijft een golvende beweging van links naar rechts in overeenstemming met het linker of
rechter been dat belast wordt. Deze laterale en verticale verplaatsing hebben dezelfde
grootte, ze vormen een mooie 8 en is 25 cm2.
Deze laterale verplaatsing is grotendeels afhankelijk van de breedte van de loopbasis. Als we
een lijn zouden trekken door de opeenvolgende middelpunten van de heel strike van elke
voet, dan zou de afstand tussen beide parallellen lijnen liggen tussen de 5 en 10 cm. Bij een
verbreding van dit loop spoor wordt ook de laterale verplaatsing van de bekken groter.
Normaal roteert de bekken naar rechts voor en dan naar links voor. Om het neer voren
brengen van het been te vergemakkelijken. De uitslag hiervan is 4 graden aan iedere zijde,
dus in totaal 8 graden. In samenspel met de bekken rotatie vindt er ook een atriale rotatie
plaats in het been. De uitslag hiervan is afhankelijk van de snelheid van voortbewegen. Bij
een normale snelheid ligt de totale rotatie op 22 graden. Bij het stijgen van de snelheid kan
dit oplopen tot zo’n 31 graden. Deze totale actiale rotatie wordt als volgt verdeeld:
Hier kunnen wij nog aan toevoegen dat de voorvoet naar eversie gaat gedurende het 1 e 3e
van de steunfase en naar inversie gedurende de rest van de stand fase. De totale beweging
van de eversie en inversie ligt rond de 6 graden.
Het bekken zakt ten opzichte van de horizontale lijn. Eerst rond het eerste steunbeen, daarna
rond het ander steunbeen. Deze bewegingsuitslag zal normaal nooit meer dan 5 graden
bedragen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bentedielen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.