Globalisering wordt mogelijk gemaakt door transport- en informatietechnologie. Op beide terreinen
is de techniek de afgelopen 25 jaar in een stroomversnelling geraakt.
Transporttechnologie = technische voorzieningen die samenhangen met vervoer en mensen
Informatie- of communicatietechnologie = technieken die informatie van het ene naar het andere
brengen (bijvoorbeeld internet)
Er zijn 3 ontwikkelingen voor de stroomversnelling verantwoordelijk:
1. Daling reis- en vervoertijden
2. Transport en communicatie zijn goedkoper geworden
3. Verbetering infrastructuur = alle middelen die helpen om van A naar B te komen.
Bijvoorbeeld wegen, internet, riolering, etc.
afname relatieve afstand = aftand in tijd en moeite
Niet alle gebieden profiteren hiervan. Bijvoorbeeld Afrika.
Globalisering is geen nieuw proces. Globalisering begon al in de koloniale tijd.
Multinationale ondernemingen (mno) = groot bedrijf met vestigingen in meerdere landen
Tegenwoordig gaat het proces vele malen sneller en op een veel grotere schaal.
Deze mno’s vormen een mondiaal netwerk = verbinding tussen gebieden en landen op economisch,
politiek en sociaal-cultureel terrein.
,Mno’s kunnen zo snel uitbreiden door:
1. Tijd-ruimtecompressie = (compressie is inkrimpen) proces
waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen door de moderne
transport- en informatietechnologie daalt.
Voorbeelden: internet
2. Minder handelsbelemmeringen en protectionisme
Voorbeelden: open grenzen, de Euro
Door tijd- ruimtecompressie wordt de wereld steeds meer een global
village
, Paragraaf 2
Na het instorten van het communisme is de vrije markteconomie het leidende economische systeem
geworden.
Vrijemarkteconomie = economisch systeem waarbij bedrijven bepalen wat er wordt geproduceerd
Mno’s gaan met de onderdelen van hun onderneming zitten waar de meeste winst te halen valt.
Staatsgrenzen met strenge controles en invoerbeperkingen gaan slecht samen met globalisering. De
WTO stimuleert dan ook vrijhandel.
WTO = Wereldhandelsorganisatie
Vrijhandel = handel met zo min mogelijk handelsbelemmeringen
Kenmerken van vrijhandel:
1. Geen importquota
2. Geen tariefmuren (geld dat je als bedrijf moet betalen om in een ander land spullen te
verkopen
Het leidende principe van mno’s is “think global, act local” geworden.
Het gevolg is dat het vestigingsland niets meer te zeggen heeft, maar dat de beslissingen door het
hoofdkantoor van de mno in het buitenland worden genomen.
In tijden van crisis nemen landen echter snel protectionistische maatregelen, bedoeld om de eigen
economie te beschermen.
Vroeger werd een product helemaal gemaakt in één regio. Tegenwoordig zijn de productieafdelingen
van mno’s minder gekoppeld aan één plaats.
Productieketen = de route die een product aflegt van idee of grondstof tot dienst of eindproduct
Voorbeelden van opdeling productieketen:
1. Grondstoffen die komen uit de periferie
2. Het in elkaar zetten/industrie doen we in de semi-periferie
3. Kennis/hoofdkantoren/afzetmarkt zit in het centrum
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MiddelbareNerd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.