100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie lesbrief jong en oud $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie lesbrief jong en oud

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

In deze samenvatting wordt de lesbrief jong en oud besproken

Preview 3 out of 30  pages

  • Yes
  • April 20, 2021
  • 30
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Jong en Oud
Hoofdstuk 1: School of baantje

Het gevangenendilemma

In het oorspronkelijke gevangenendilemma gaat het om twee criminele die samen een zwaar misdrijf
hebben gepleegd. We noemen hen Paco en Zacco. Ze zijn opgepakt en afzonderlijk opgesloten en
hebben geen contact met elkaar. Om het bewijs rond te krijgen heeft de politie een bekentenis
nodig. Als beiden zwijgen krijgt de politie het bewijs niet rond en worden de verdachten twee jaar
opgesloten. Als een van beiden bekent, krijgt hij strafvermindering tot 1 jaar. De spelers staan voor
een moeilijke keuze, een dilemma.

Zacco
Bekennen Zwijgen
Paco Bekennen 10 ; 10 1 ; 22
Zwijgen 22 ; 1 2;2


Voor Zacco is bekennen de dominante strategie (= De strategie die het meest oplevert, ongeacht de
strategie van de ander.) Paco en Zacco zullen dus beiden kiezen voor bekennen en krijgen elk tien
jaar gevangenisstraf. Paco en Zacco weten dat ze beter af zijn als ze allebei zwijgen. Toch komt deze
uitkomst niet tot stand omdat ze elkaar niet vertrouwen. Als Paco zwijgt, is ij bang dat Zacco bekent.
Paco moest dan 22 jaar zitten en Zacco komt na één jaar vrij. Voor Zacco geldt hetzelfde. Om het
risico van de lange gevangenisstraf te vermijden, zullen ze beide bekennen.

Stel ze mogen overleggen dan kiezen ze allebei om te zwijgen. Maar Paco kan dan toch bijvoorbeeld
bekennen. Pas wanneer een bindende afspraak (= Een afspraak waar je (juridisch) niet van af
kunt/niet onderuit kunt.) is gemaakt, zal er samenwerking ontstaan.



Levensfase

In verschillende opdrachten zul je verschillende mensen die in een verschillende fase van het leven
zitten. Dit noem je levensloop (= Verschillende fasen in het leven van een persoon: kinderfase,
ouderfase en grootouderfase.) Een keuze uit de ouderfase kan invloed hebben op de toekomst van
de kinderfase.

,Hoofdstuk 2: De jeugd

Het opvoeden van kinderen kost veel geld en daarom geeft de overheid steun in de vorm van:

 Inkomensafhankelijke subsidie op de kinderopvang
 Kinderbijslag
 Gratis schoolboeken op de basisschool en het voortgezet onderwijs
 Sociaal leenstelsel



Veel jongeren hebben eigen middelen. Ze krijgen zakgeld, kleedgeld of hebben een baantje. Als ze
hun inkomen uitgeven aan kleding, uitgaan, bellen, enz. is er sprake van consumptie. Het deel van je
inkomen dat je niet uitgeeft, wordt gespaard. Als je meer wilt uit geven dan je hebt, moet je geld
lenen.

 Consumeren = het kopen van goederen voor de eigen behoeftebevrediging
 Sparen = het niet consumeren van een deel van het inkomen
 Lenen = het geld dat je alvast gebruikt van je toekomstige inkomen

Sparen is het uitstellen van consumptie en het lenen is het vervroegen van consumptie. Er wordt
geruild over de tijd. Geld verdienen en geld uitgeven gebeuren in verschillende periodes.

Als je geld leent, moet je rente betalen en als je spaart, ontvang je rente. De keus tussen nu een
scooter kopen en lenen of eerst sparen en later eentje kopen hangt af van:

 Het belang van de behoeftebevrediging (nut/plezier_
 De hoogte van de rente
 (verwachte) prijsstijgingen (= inflatie)

De keuze tussen werken of studeren is ook een voorbeeld van ruilen over de tijd. Wie op jonge
leeftijd kiest voor een baan, heeft als vroegverdiener meer mogelijkheden om te consumeren. Als je
kiest voor doorleren, word je een laatverdiener en moet je consumptie uitstellen. Maar dan heb je
wel kans op een hoger inkomen per jaar.

Als jongeren studeren, kunnen ze geld lenen bij de overheid tegen een relatief lage rente: het sociale
leenstelsel/ studenten met ouders met een laag inkomen kunnen daarnaast een tegemoetkoming
krijgen. Ook krijgen studeren een ov-kaart.

, Hoofdstuk 3: Werken en belasting betalen
De inkomens die mensen verdienen in het productieproces, worden primaire inkomen genoemd. De
primaire inkomens zijn loon, rente, huur, pacht en winst (KANO)

Kapitaal  huur + rente
Arbeid  loon
Natuur  pacht
Ondernemerschap  winst

Loon is een beloning voor de arbeid die je verricht, rente ontvang je over je spaargeld, huur en pacht
krijg je als je een gebouw of grond aan iemand anders te beschikking stelt en winst is de beloning
voor een zelfstandige ondernemer.

Over inkomen moet loonheffing betaald worden. De loonheffing bestaat uit loonbelasting en premie
volksverzekeringen. De loonheffing is een voorschot op de inkomensheffing die achteraf per jaar
wordt vastgesteld over het totale inkomen dat je in een jaar verdiend hebt

Over je brutoloon moet je behalve loonheffing ook nog sociale premies voor
werknemersverzekeringen en een premie voor het pensioenfonds betalen. Het loon dat overblijft na
aftrek van de belastingen en sociale premies noemen we het nettoloon.

Berekening loonheffing

Van het bruto jaarinkomen mogen bepaalde uitgaven afgetrokken worden voordat de loonheffing
wordt berekend. Deze aftrekposten zijn onder andere bijzondere ziektekosten en de rente over een
hypothecaire lening op je eerste woning. Als de aftrekposten van het bruto inkomen zijn afgehaald,
blijft het belastbaar inkomen over.

Bruto inkomen
Aftrekposten -

Belastbaar jaarinkomen



De loonheffing wordt berekend volgens het schijventarief. Er zijn in Nederland vier schijven met een
steeds hoger heffingspercentage. Het is daarom een progressief belastingstelsel. Naarmate het
inkomen stijgt, moet over de toename van het inkomen een hoger percentage betaald worden. De
overheid gaat hierbij uit van het draagkrachtbeginsel. Het draagkrachtbeginsel houdt in dat hogere
inkomens in verhouding meer belasting betalen dan lagere inkomens. Hierdoor veranderen de
inkomensverhoudingen tussen de hoge en de lage inkomens. De inkomensverschillen worden relatief
kleiner. Er is dan sprake van nivellering van inkomens/

Op het totale heffingsbedrag worden heffingskortingen in mindering gebracht. Iedereen heeft recht
op algemene heffingskorting en daarnaast zijn er nog aanvullende kortingen, zoals de arbeidskorting.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MiddelbareNerd. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67163 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23
  • (0)
  Add to cart