Histologie
• De cel
o Cytoplasma
→Bestaat uit: matrix (=cytosol) waarin veel structuren
▪ Matrix (p 30 boek)
☺ opgebouwd uit: eiwitmoleculen, koolhydraten, mineralen en water
☺ Hierin: kleine buisjes en filamenten
→ functie: instandhouding van vorm (cytoskelet) en rol in
bewegingen van cytoplasma en cel
→Onderscheidt: microtubuli, microfilamenten, tonofilamenten en
microtrabeculae
☺ Microtubuli
Functie: beweging binnen cel
Buitendiameter: 25nm
Lengte: kan tot 10µm
➢ Afhankelijk van omstandigheden die assemblage
regelen
Bouwstenen (= tubuline-eenheden)
➢ Zijn buisvormig gerangschikt
➢ Assemblageprocessen en demontage ervan kunnen
elkaar snel afwisselen
Zijn ook de bouwstenen van de bewegingsorganellen: ciliën
en flagellen
☺ Microfilamenten
Opgebouwd uit: globulair eiwit= actine
Functie: rol bij insnoering van celmembraan die aan deling
van cel voorafgaat
Diameter: 7nm
☺ Intermediaire filamenten of tonofilamenten
Diameter ligt tussen die van microfilamenten en van
microtubuli: 10nm
Zeer stabiel, nauwelijks of niet oplosbaar
Liggen in delen van de cel die onderhevig zijn aan
mechanische krachten (bv: cytoplasma van spiercel)
Eiwitsamenstelling van intermediaire filamenten=
weefselspecifiek
➢ Specificiteit= belangrijk hulpmiddel bij bepaling van
herkomst van bv: tumorcellen
☺ Microtrabeculae
Functie: zorgen voor fijnmazige netwerk waarin alle
organellen, inclusief ribosomen en enzymsystemen, als in
een spinrag zijn opgehangen
,o Nucleus of kern (p18 in boek)
▪ Kernmembraan
☺ Onder lichtmicroscoop (LM)
Één membraan gezien die kern afgrenst van cytoplasma
☺ Onder elektronenmicroscoop
Kern omgeven door omhulsel van parallel gelegen
membranen
➢ Daartussen: perinucleaire ruimte, staat soms in
verbinding met ruw endoplasmatisch reticulum
(RER)
➢ Binnenste en buitenste blad gaan in elkaar → vormt
kernporiën (= communicatieopeningen van kern
naar cytoplasma en omgekeerd)
▪ Chromatine (= interfasevorm van chromosomen, die willekeurig door elkaar
liggen)
☺ Heterochromatine
= DNA-moleculen die inactief zijn, rollen zich spiraalvormig
op en worden donker gekleurd in interfase
Sterk electronenstrooiend
Bij LM: gezien als donkere korrels en filamenten in de kern
☺ Euchromatine
= DNA-moleculen die actief zijn, gaan despiraliseren en
kleuren minder
Alleen met EM waar te nemen als een los netwerk van fijne,
sterk gedraaide fibrillen
☺ Hetero-en euchromatine
Opgebouwd uit elementaire chromosoomfibrillen, die
bestaan uit sterk gewonden dubbelstrengig DNA
→ zijn gebonden aan histonen (= basische eiwitten)
▪ Kernskelet
☺ Functie: als ‘raamwerk’ voor organisatie van verschillende structuren
in kern
☺ Bevat 3 onderdelen
Kernporiëncomplex
➢ Uit 3 ringen van eiwitten, elk bestaande uit acht
eenheden
➢ Ringen → vormen korte tubulaire structuur,
waarvan diameter door eiwitten geregeld wordt
Dichte eiwitlaag (laminine), aan binnenzijde van
kernmembraan
➢ Vormt steunlaag tussen binnenmembraan en
buitenste laag van chromatine
➢ Kernporiëncomplexen → onderling verbonden door
deze laag
➢ Op plaats van porie is eiwitlaag onderbroken
Hier ontbreekt dan dichte laag van perifeer
gelegen heterochromatine
, Dus ontstaan van openingen tussen meer
centraal gelegen euchromatine en
cytoplasma
➢ Functie: steun voor kernmembraan en taak als
aanhechtingsplaats voor chromatine
Kernfilamenten
➢ In interfasekern → vormen ze een ruimtelijk netwerk
van eiwitten die uit drie zure specifieke
polypeptideketens bestaan
Door geëxpandeerde toestand van
eiwitdraden → krijgt kern zelf zijn vorm en
wordt chromatine (die aan eiwitdraden is
verbonden) ruimtelijk in kern verspreidt
chromatine is lusvormig aan kernskelet
gehangen
❖ die stukjes aan kernskelet, gaan
eerste met DNA-replicatie beginnen
❖ iedere chromatinelus= replisoom
➢ functie:
geleidingsbanen voor transport van vormen
van RNA
vormt samenhangend geheel met cytoskelet
in celmembraan
rol bij verdichting (condensatie) van
chromatine tot chromosoom
▪ nucleolus
☺ = ronde structuur
☺ Opgebouwd uit: RNA en DNA en eiwitten
☺ Kleurt acidofiel, door sterke basische eiwitten
☺ Plaats waar ribosomaal RNA wordt gesynthetiseerd
☺ Grote nucleoli → in cellen die snel delen, in cellen met hoge
eiwitsynthese, in meeste cellen van kwaadaardige tumoren
o Celpathologie
▪ 2 soorten celbeschadigingen
☺ Necrose= dood van cel
Er treden irreversiebele wijzigingen in cel zodat vitale
functies verloren gaan
☺ Beschadigingen= degeneraties
Er gaan functies verzwakken of teloor gaan die belangrijk zijn
voor huishouding van cel of lichaam, vitale functies blijven
behouden
Kan reversiebel of irreversiebel zijn
➢ Reversiebel: als oorzaak van beschadiging verwijderd
wordt
➢ Irreversiebele
, ▪ necrosis= celdood (p38 in boek)
☺ Definitie
Dood van afzonderlijke cellen of isogene groep cellen, kan
plots gebeuren of kan voorafgegaan worden door
geleidelijke en mogelijks reversiebele schade (=necrobiose)
Oorzaken
➢ Tekort bloedtoevoer
➢ Giffen
➢ Immunologische schade
➢ Infecties
➢ Chemische giffen
➢ Fysische oorzaken
➢ Mechanische schade
➢ Ouderdom
➢ Straling
☺ Herkennen van necrose
In weefselculturen
→Door kleurstoffen
➢ Trypaan kleur
Normaal buiten cel gebruikt, maar als cellen
sterven, worden nucleoli gekleurd door
gestegen permeabiliteit van celmembranen
➢ Neutraal rood
Door lysosomen (= opruimfabriekjes)
opgenomen door actief transport
Indien meer dode cellen, dus minder
aankleuring
Labeling van levende cellen
➢ Met radio-isotopen → bv: 51Cr of ³²P
➢ Label komt bij afsterven van cel in cultuurmedium
In weefsels
➢ Met lichtmicroscoop (LM)
→Nucleus
Gekleurd met hematoxyline-eosine
→nucleus kan geleidelijk karakteristieke
affiniteit voor hematoxyline verliezen
❖ Dus hele cel wordt gekleurd met
eosine (= karyolyse)
Soms vormt chromatine van necrotische
cellen (vooral deze met dens chromatine)
dens hematoxylinofiele massa’s (= pyknosis)
❖ En deze kunnen uitbreken (=
karyorrhexis) en granules vormen in
kernmembraan of doorheen heel
cytoplasma
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marievanlerberghe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.