100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Alle stof per week strafrecht $11.15
Add to cart

Other

Alle stof per week strafrecht

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een overzicht van alle stof van Strafrecht per week

Preview 3 out of 16  pages

  • April 20, 2021
  • 16
  • 2020/2021
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
KERNCONCEPTEN
ISr

Week 1.
Rechtsbescherming en instrumentaliteit  Bescherming van fundamentele rechten van
zowel verdachte/veroordeelde als (potentiële) slachtoffers.

De twee aspecten van het strafprocesrecht, enerzijds bevoegdheidstoedeling, anderzijds
begrenzing van die bevoegdheid, zijn wezenlijk met elkaar verbonden.

Strafdoelen:
- Vergelding, wie een strafbaar feit heeft begaan, verdient straf.
- Generale preventie, het afschrikken van andere mensen om een strafbaar feit te
plegen.
- Speciale preventie, de straf moet voorkomen dat de dader in herhaling valt.
- Het voorkomen van eigenrichting. De samenleving ziet dat de overheid tegen
strafbaar gedrag opkomt en doet bewust niks.
- Het scheppen van orde. Met het strafproces kan maatschappelijke onrust worden
gekanaliseerd.
- Het uitoefenen van spreekrecht.

Structuur van het strafproces:
- Vooronderzoek
 Opsporingsonderzoek (art. 132a Sv)
» Opsporingsambtenaren
» Verdachte
» Hulpofficier van Justitie (politieambtenaar)
» Officier van Justitie (OM)  dagvaarding  eerste aanleg
» Rechter-Commissaris
» Raadkamer Rechtbank
- Eindonderzoek
 Eerste aanleg
» Rechtbank
» Slachtoffer
» Getuige(n)
» Deskundige(n)
 Hoger beroep
 Cassatie

In het accusatoire proces strijden twee gelijkwaardige partijen met elkaar ten overstaan van
een lijdelijke, passieve rechter die zich beperkt tot vervulling van de rol van scheidsrechter.

In het inquisitoire proces is justitie actief opzoek naar de waarheid. Hier verschijnen een
vervolger en een beschuldigde tegenover elkaar. In een zuiver inquisitoir proces is de
verdachte slechts object van het onderzoek.

,Het strafproces is geen accusatoir proces, omdat de strafvorderlijke overheid op de burger
dwangmiddelen kan toepassen. Het strafproces is beter te kenschetsen met de term
getemperd inquisitoir/gematigd accusatoir. Er is sprake van wezenlijke ongelijkheid tussen
de procespartijen. Daarbij hebben de wetgever en de strafvorderlijke overheid natuurlijk wel
respect te betrachten voor de burger. De verdachte is en blijft burger en is onschuldig tot
schuldig wordt bevonden.

Bronnen van strafprocesrecht;
- Het Wetboek van Strafvordering
- Bijzondere wetten
- Internationale rechtsinstrumenten
- Ongeschreven recht

Het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel – Art. 1 Sv
Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien. (Bij de wet = formele wet)
1. Vereiste van een wettelijke grondslag
2. Toetsing van het concrete optreden

Klassieke uitgangspunten van het Nederlandse strafprocesrecht:
- Rechterlijke onpartijdigheid/onafhankelijkheid, art. 6 lid 1 EVRM, art. 14 lid 1 IVBPR.
- Opportuniteitsbeginsel.
- Strafvorderlijke legaliteitsbeginsel, art. 1 Sv.
- Vermoeden van onschuld, de onschuldpresumptie.
- Hoor en wederhoor, ook besloten in notie van een eerlijk proces.
- Recht op rechtsbijstand.
- Zwijgrecht van de verdachte.
- Interne openbaarheid.
 Recht op kennisneming van processtukken.
 Er mag geen geheim proces plaatsvinden.
- Externe openbaarheid.
- Behoorlijke motivering.

Beginselen van behoorlijk strafprocesrecht (in jurisprudentie erkend):
- Verbod op willekeur.
Materiële beginselen:
- Vertrouwensbeginsel.
- Gelijkheidsbeginsel.
- Beginsel van zuiverheid van oogmerk.
- Beginsel van redelijke en billijke belangenafweging.
Processuele/formele beginselen:
- Eis van zorgvuldige voorbereiding.
- Eis van correcte bejegening.
- Eis van consciëntieuze besluitvorming.

Het rechterlijke beraadslagingsschema:
Art. 348:
- Is de dagvaarding geldig?

, - Bestaat er bevoegdheid tot kennisneming van het ten laste gelegde feit?
- Is de OvJ ontvankelijk?
- Zijn er redenen tot schorsing van de vervolging?
Art. 350:
- Is bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan?
- Zo ja, welk strafbaar feit levert dit op?
- Zijn feit en verdachte strafbaar en welke straf of maatregel moet worden opgelegd?

Voor uitwerking van de jurisprudentie zie document Jurisprudentie ISr:
Bloedproef II HR 26 juni 1962 (gematigd accusatoir proces, onrechtmatig verkregen bewijs)
Braak bij binnentreden HR 12 december 1978 (beginselen van behoorlijk strafprocesrecht)
Stille sms HR 1 juli 2014 (inbreukcriterium/integriteitcriterium)

Week 2.
Start van opsporing:
- Het strafbare feit komt ter kennis van politie, bijv. aangifte of heterdaad betrapt.
- Bij uitoefeningen van de controlebevoegdheid, art. 27 lid 1 Sv.
- Bij handhaving van de rechtsorde ontstaat een verdenking, art. 27 lid 1 Sv.

Reactieve opsporing  verdenking.
Proactieve opsporing  verdenking van een toekomstig misdrijf.
Repressieve controle  Sprake van aanwijzingen, mag alleen bij opsporing naar
terroristische misdrijven.

Verdachte;
Het materiële criterium voor de verdachte, art. 27 Sv:
- Een persoon ten aanzien van wie – Individualiseerbaarheid
- Uit feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld -
Objectiveerbaarheid
- Aan een strafbaar feit voortvloeit – concretiseerbaarheid

Verhoor: elke door een opsporingsambtenaar aan een als verdachte aangemerkt persoon
gestelde vraag betreffende diens betrokkenheid bij een strafbaar feit.

Cautie: alles wat de verdachte zegt kan tegen hem worden gebruikt.

Opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen;
Algemene aspecten:
- Doel van dwangmiddelen is opsporen van feit en/of dader.
- Dwangmiddelen zijn strafvorderlijke bevoegdheden waardoor daadwerkelijk, anders
dan door de tenuitvoerlegging van een straf of maatregel, inbreuk wordt gemaakt op
rechten en vrijheden.
- Algemene ingangsvoorwaarde is vaak: verdenking
- Steunbevoegdheden

Meestal discretionaire bevoegdheid: hoe ingrijpender de bevoegdheid des te hoger de
bevoegde autoriteit en des strikter de voorwaarden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annevlist. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.15. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$11.15
  • (0)
Add to cart
Added