Les 6 – inspirerende pedagogiek - De nieuwe schoolbeweging
Reformpedagogiek in de lagere school
Het ontstaan van de reformpedagogie
Verlichting (tweede helft 18de eeuw) kende 2 grote pedagogische denkers:
- Locke = benadrukte verwerven van kennis
- Rousseau = belangstelling van het kindgericht onderwijs
Franse revolutie, het ontstaan van het rationalisme en de industriële revolutie met zijn
technologische omwenteling volgden.
In de 19de eeuw maakt de maatschappij een omwenteling door. Daarnaast leidt de demografische
evolutie tot een “klassikaal onderwijs”.
Al deze ontwikkelingen leiden tot grote ontevredenheid over de school van toen (1900):
= Door inperking van de vrijheid en de heersende discipline
- De kritiek op de “luisterscholen” waar kinderen uren aan een stuk in een inactieve rol de
leerstof moeten opnemen neemt toe
- Overwaardering van parate kennis
- Door de publicatie van Rousseau (1762) circuleert een nieuw kindbeeld
- 1900 wordt de eeuw van het kind, met de verspreiding van de inzichten van Ellen Key
- In de school wordt onvoldoende rekening gehouden met de belangen en mogelijkheden van
het kind
Als antwoord op deze kritieken ontstaat ongeveer gelijktijdig in Duitsland, Engeland, Frankrijk,
België en de VS, de Nieuwe Schoolbeweging.
Begin 19de eeuw: Pestalozzi verspreidt methodes voor het lezen en rekenen
Halfweg 19de eeuw: Fröbel maakt een opmars met zijn nieuwe kijk op de kleuterschool = spel als
middel om te leren
1889: Cecil Reddie stichtte een élitaire privéschool (Abbotsholme) voor het secundair onderwijs,
waarin nieuwe principes geïntroduceerd worden als zelfactiviteit, afwisseling theorie en praktijk,
handenarbeid, moderne talen, familiale en huiselijke sfeer.
Leraar Bradley sticht een eigen school maar nu gemengd.
Leraar uit deze school: Lietz, afkomstig uit Duitsland keert terug naar eigen land en publiceert over
zijn ervaringen. Hij sticht vanaf 1898 zelf 3 scholen “Landerziehungsheime”.
1899 Edmond Demolins – Ecole Nouvelle
1907: Case dei Bambini – Montessori
VS: John Dewey – belang van de sociale dimensie = Kilpatrick – projectmethode en Parkhurst –
contractwerk (Daltonplan).
Na WOI Petersen – Jenaplan (stamgroepen, gesprek, groepswerk, spel en viering).
,Het aantal initiatieven groeit, waarbij elke pedagoog zijn eigen accent legt op het leerprogramma.
Congres van 1921 in Calais wordt vaak als start van de Nieuwe Schoolbeweging gezien = “La ligue
Internationale pour l’éducation Nouvelle” of “New Education Fellowship”.
- Bekende namen: Béatrice Ensor en Adolphe Ferrière
Het ging om een vereniging die alle nieuwe schoolsystemen ging bundelen en verspreiden,
waaronder criteria om te behoren tot categorie van reformpedagogiek.
Toen werden de uitgangspunten van die beweging vastgelegd.
Principes van de Nieuwe Schoolbeweging
Om te behoren tot de Nieuwe Schoolbeweging onderschrijven de scholen volgende principes:
- Kindgerichtheid – kind staat centraal en niet alleen de leerstof
- Het kind heeft behoefte aan beweging
- Een evenwichtige vorming op intellectueel, lichamelijk en kunstzinnig vlak is belangrijk
- Vertrouwen in de natuurlijke ontwikkeling van het kind
- De leerstof moet aansluiten op de interessewereld van het kind
- Geen scheiding tussen school en maatschappij
- De school is liefst gelegen op het platteland
- De activiteit van het kind met de leerkracht min of meer overbodig maken
- Afwisseling tussen individueel werk en groepswerk
- Kinderen kunnen zelf de activiteit kiezen
- De structuur van de werksituatie is daarin belangrijk
- Co-educatie van jongens en meisjes
De nieuwe schoolbeweging vandaag
Uit die beweging zijn een hoop nieuwe scholen voortgekomen waarvan er een 5-tal belangrijk
geworden zijn in onze streken:
- Het freinetonderwijs - Freinet
- Het Montessori-onderwijs – Montessori
- Het Daltononderwijs – Parkhurst
- Het Jenaplan - Petersen
- De Vrije School- Steinerpedagogiek
- Invloedrijke Belgische pedagoog: Ovide Delcroly
, Het Freinetonderwijs - Célestin Freinet was een onderwijzer in een klein dorp in de Franse Alpen
- Door schotwonde in de oorlog kreeg hij longproblemen
- De slechte behuizing van de school waar hij lesgaf leidde ertoe dat hij met zijn leerlingen vaak naar
buiten trok = “l’école buissonière” of “spijbelschool”
- Grote belangstelling die kinderen ontplooien en ontwikkelt zo al doende technieken om ervaringen vast
te leggen
- Hij stelt het klassieke onderwijs in vraag:
Het onderwijs gebaseerd op handboeken heeft geen voeling met de leefwereld van kinderen en
miskent de behoefte aan beweging van kinderen
- Op basis van de methode van natuurlijk leren, gaan de leerlingen tastenderwijs nieuwe mogelijkheden
uitproberen
- Het kind leert niet alleen maar samen met anderen – leren eigen standpunten innemen en eigen keuzes
maken
- Vorming door het werk en voor het werk
Techniek van de vrije tekst, ervaringen weergegeven door de kinderen zelf, vervangt het handboek
Elke school beschikt over drukpers om teksten van kinderen te gebruiken als leerboek
Documentatie wordt door kinderen zelf gemaakt en aangelegd
Kinderen corresponderen met buitenwereld
- De klas wordt een zichzelf sturende coöperatieve werkgemeenschap
- Leerkracht wordt coördinator en stimuleert kinderen om actief bezig te zijn
- Zowel kinderen als volwassenen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van dat arbeidsplan
- Hij onderscheidt:
Het leven veroveren, beschermen en doorgeven
Rode draad = arbeid
Leerkracht speelt cruciale rol in de materiële voedingsbodem van leerlingen
- Hij ontwierp aantal technieken:
Onderwijs via belangstellingscentra
Vrije tekst en drukkerij
Correspondentie tussen leerlingen
8 verschillende werkateliers: van huishoudelijke activiteiten tot muzische activiteiten
- In Vlaanderen: 60-tal scholen, waarvan 10 in Gent
- Zowel vrij onderwijs als gemeenschapsonderwijs – stellen geen godsdienst voorop
- Ouders worden op diverse manieren in heel het schoolgebeuren betrokken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yentllambrecht. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.