Hoofstuk 23: Ecologie
Organismen en hun omgeving; 6 niveaus
o Een individu
o Een populatie (een groep van één soort in een bepaald gebied)
o Een levensgemeenschap (één gebied met meerdere populaties)
o Het ecosysteem (een gebied waarin abiotische en biotische factoren een eenheid
vormen)
o De vegetatiegordels (een klimaat)
o De aarde
(a)biotische factoren:
Abiotische factoren: factoren die tot de levenloze
natuur horen. Onder andere: temperatuur, licht,
lucht, water en de bodemstructuur
o Verschilt per micro/macroklimaat
Biotische factoren: de levende en niet-meer-
levende omgeving. Hieronder vallen plantaardig en
dierlijk voedsel, vijanden, parasieten en
soortgenoten
Tolerantiegrenzen
Optimum: de meeste gunstige omstandigheden
Minimum- en maximumwaarden zorgenn voor de
tolerantiegrenzen
o Wordt weergegeven in een
tolerantiekromme, met een abiotische
factor op de x-as
Factor die het verst van de optimumwaarde afligt bepaalt levenskansen
= beperkende factor
Licht
Planten die naast elkaar groeien beconcurreren om het licht
o Hebben wel verschillen in optimale lichtintensiteit
Schaduwplanten hebben meet chlorofyl en grotere bladeren
Temperatuur
Warmbloedige dieren hebben meer warmte nodig
Oppervlakte-inhoud-
relatie belangrijk
Extremofielen: bacteriën in
heel extreme gebieden
leven
Lucht
Voor vliegende dieren
Voor plannten voor
verspreiden zaden en
stuimeel
Water
Dient als bouwstof, oplosmiddel, tranportmiddel, warmteresevoir en koelmiddel
, Waterplanten hebben smalle dunne bladeren en slappe stengels
Waterplanten die deels boven water zijn hebben holle stengels en veel huidmondjes boven
water
Landplaten hebben cuticula (waslaagje) op de bladeren met huidmondjes aan de onderkant
tegen uitdroging
Planten in droge omgevingen hebben een dikke waslaag en weinig huidmondjes met
uitgebreide wortelstelsels
Dieren in een droge omgeving hebben een pantser tegen uitdroging en ze maken
geconcentreerde urine of ze gebruiken water dat vrijkomt bij verbranding
Bodem
Bovenste laag van de aardkorst die door planten beworteld is en waarin bodemvormende
processen zich afspelen
Gevormd door sedimentatie
Zorgen voor houvast voor planten en kleine diersoorten
Bovenste laag: humus (dode plantaardige en dierlijke resten)
o Houdt water vast
Belangrijke kenmerken: korrelgrootte (zand of klei), zuurgraad, kalkgehalte, vochtigeheid,
opgeloste zouten en bodemgesteldheid
Relaties
Intraspecifiek: tussen soortgenoten
o Vermengen van de eigenschappen zorgt voor variatie
o Vaak is er concurrentie ofwel competitie binnen een soort
Leidt vaak tot territoriumgedrag
Vaak stellen twee soorten niet 100% dezelfde eisen aan de omgeving,
waardoor er altijd één als winnaar zal uitkomen
Interspecifiek
o Voedselrelaties: eten en gegeten worden
3 groepen organismen:
Producenten (autotrofe groene planten en bacteriën): produceren
organische stoffen uit anorganische stoffen
Consumenten (heterotrofe organismen): leven van producenten of
van andere consumenten
o Bestaan uit ordes
Reducenten (heterotrofe organismen): leven van dode resten van
andere organismen en maken daar anorganische stoffen van
Weergegeven in voedselketens, voedselwebben of voedselpiramides, met
trofische niveaus om ze te onderscheiden
Piramide: elk niveau bevat minder energie en minder organismen
Vraat: opeten van planten
Predatie: het opeten van een dier door een ander dier
Prooi-predator-relatie
Reguleert het aantal prooidieren
Organismen die prooi zijn willen de pakkans zo klein mogelijk maken door
Leven in groepen beter beschermd, want predator wordt eerder
opgemerkt
Camouflage, aanmaken gifstoffen of lijken op een
gevaarlijke/onsmakelijke andere diersoort
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gabrielledrost. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.