Soort = een groep organismen, waarvan de leden onderling vruchtbare nakomelingen kunnen
voortbrengen
Populatie = alle individuen van dezelfde soorten die in een ecosysteem een
voortplantingsgemeenschap vormen
Taxon = taxonomische eenheid of groep met organismen die samen een onderscheidende eenheid
vormen
Cladogram = stamboom om evolutionaire verwantschap te vinden
Homologe organen = organen met een gemeenschappelijk bouwplan, maar met uiteenlopende
vormen en functies (=divergentie)
Rudimentaire organen = resten van organen die bij voorouders nog een functie hadden, maar deze
zijn verloren
Analoge organen = twee organen die niet ontstaan zijn uit dezelfde oervorm maar die door dezelfde
aanpassing op elkaar zijn gaan lijken (= convergentie)
- Convergente evolutie het evolueren van verschillende soorten naar een vergelijkbare
vorm die het voordeligst is voor de omgeving
Indeling in Rijken
In vier rijken:
Voedingswijze Aantal cellen Celgrootte Celkern Celwand
Bacteriën Meestal heterotroof Één 1-10 μm Nee Ja
Schimmel Heterotroof Een tot veel 10-100 μm Ja Ja
s
Planten Autotroof Een tot veel 10-100 μm Ja Ja
Dieren Heterotroof Een tot veel 10-100 μm Ja Nee
Bacteriën = prokaryoten (ééncelligen)
De rest = eukaryoten (meercelligen)
De 8 Rijken:
Prokaryoten Rijk I Archaebacteriae
Rijk II Eubacteriae
Eukaryoten Rijk III Archezoa Eencellige parasieten
Rijk IV Fungi Schimmels en korstmossen
Rijk V Protozoa Eencelligen, in water levend
Rijk VI Chromista Gekleurde algen (diatomeeën, bruinwieren, goudalgen)
Rijk VII Plantae Alle organismen met chlorofyl
Rijk Animalia Dieren
VIII
Bacterién
1
, Biologie H25
- Archaebacteriae
o Extreme abiotische omstandigheden
Zoals toen het leven op aarde begon
- Eubacteriae
- Eigenschappen
o Geen celkern, los DNA
o Geen andere organellen
o Eencellig
o Produceren antibiotica
o Vormen: bolletjes, staafjes, spiraaltjes
o Leven in symbiose of parasitair (=heterotroof)
- Twee groepen autotrofe bacteriën
o Foto-autotrofe bacteriën
Maken lichaamseigen organische stoffen van anorganische stoffen
Fotosynthese uitvoerend? Cyanobacteriën
o Chemo-autotrofe bacteriën
Maken eigen stoffen door chemische omzettingen in plaats van licht als
energiebron
Schimmels
- Celwand bestaande uit chitine
- Lange vertakte schimmeldraden = hyfen
o Vormen dicht netwerk = mycelium
o Twee hyfen kunnen versmelten waaruit een nieuw mycelium groeit die
vruchtlichamen kan ontwikkelen
Komen sporen uit voortplanting
- Saprofyten: leven van dood organisch materiaal
o Reducenten
- Soms parasitair, soms mutualisme
Korstmossen
- Mutualisme van schimmel/gistsoorten met eencellige, groene algen
- Groeisnelheid wordt gebruikt als meetmethode voor luchtverontreiniging
o Indicatorsoorten
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gabrielledrost. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.