Stap 0 Risico en klant acceptatie vroeger google toets
Stap 1 Introductie
ECB = alle partijen die financieel gezond moeten blijven om x bedrijf niet in de financiële problemen te brengen.
CB = alle partijen die juridische zijn verbonden aan x bedrijf.
o Verschil tussen de ECB en CB is het groepsstructuurrisico
Stap 2 Ondernemings- en ondernemingsrisico analyse
1) Wat zijn de activiteiten? = de toegevoegde waarde
2) Welk verdienmodel wordt er gehanteerd? = de toegevoegde waarde omzetten naar geld Verdienmodellen (= vertaling van strategie van de ondernemer)
a. Grootste inkomstenbron 1. Handelsmodel; product of dienst wordt verkocht
2. Abonnementsmodel; product of dienst regelmatige basis verkopen
b. Grootste kostenpost 3. Advertentiemodel; indirecte activiteiten, vaak gecombineerd
Dimensie: V&W rekening 4. Veilingmodel; geld verdienen op moment van transactie
3) De toegevoegde waarde relateren aan het verdienmodel 5. Freemium; free en premium (app)
a. Het businessmodel van de onderneming
Business model canvas ( 9 bouwstenen)
1. Klantsegmenten 4. Klantrelaties 7. Kernactiviteiten
2. Waardeproposities 5. Inkomstenstromen 8. Key partners
3. Kanalen 6. Key resources 9. Kostenstructuur
b.De exploitatie cyclus (ACC / netto werkkapitaal)
Dimensie: Cash flow
4) De ondernemingsrisico’s (= OLPAMO)
Ondernemer / management
Leveranciers
Productie
Afnemers
Markt
Overig
5) Generieke concurrentie strategieën van Porter
1. Kostenleiderschap; doel is het optimaliseren van de bedrijfsprocessen kosten worden beperkt hierdoor kan er meer marge worden gehaald.
2. Differentiatie strategie; doel is het differentiëren van de organisatie opzichter van de concurrenten, met de value chain.
3. Focusstrategie; richt zich op het concurreren in één specifiek segment van de markt in plaats van de hele markt (specialisme door focus).
, Stap 3 Financieringsbehoefte en kredietvraag
4 kernpunten model (= instrument bij beoordeling van financiering) Zie schrift
Financieringsbehoefte is het totaal dat aan geld benodigd is voor een bepaalde situatie.
Aanschafprijs (investering)
Netto werkkapitaal ( ∆ voorraad + ∆ debiteuren – ∆ crediteuren) OF volume theorie ( NWK / omzet x 100% = Y% omzetstijging x Y%)
------------------------------------------------------------------------------------------------ +
Financieringsbehoefte
Kredietbehoefte is het deel dat als bank gevraagd wordt in te vullen. Kijken naar de gemaakte winst, eigen middelen.
Financieringsbehoefte – eigen middelen
Waar heeft het bedrijf geld voor nodig?
Onroerende goed; genereert niet meer winst.
Productie middelen; zou wel meer winst moeten gaan genereren.
Werkkapitaal; zou wel meer winst moeten gaan genereren.
Herfinanciering; genereert niet meer winst.
Bron van aflossing
Operationele kasstroom; is deze duurzaam?
Herfinanciering; is de ECB sterk genoeg?
Overig; verkoop van activa, inkomsten uit verzekeringen.
USES (= WAT HEBBEN WE NODIG?) SOURCES (= WAAR KOMT HET VANDAAN?)
Investering Leasefaciliteit
Herfinanciering 5 jarige lening
Werkkapitaal Werkkapitaal faciliteit
Headroom ACF, BSK, OBSI
Afdekken rente / valuta risico Nog te realiseren cash flow
Eigen middelen
Totaal Totaal
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller steffieloeters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.