Loon en winst uit een eigen zaak noemen we het arbeidsinkomen. Daarnaast kun je inkomen
verdienen uit sparen en beleggen: kapitaalinkomen zoals winst uit aandelenbezit, rente uit het
uitlenen van spaargeld, pacht uit verhuur van grond en huur van gebouwen.
De vragers en aanbieders maken de arbeidsmarkt. De vraag naar arbeid, of de vraag naar personeel,
wordt uitgeoefend door de werkgevers. Dat zijn de bedrijven en overheid. De totale vraag naar
arbeid bestaat uit twee delen: een vraag waarin al is voorzien en een openstaande vraag, de
vacatures. Tot de voorziene vraag hoort iedereen die werkt. Het aanbod van arbeid bestaat uit
iedereen die zich aanbiedt, ook wel de beroepsbevolking genoemd.
Om te solliciteren is het belangrijk jezelf te profileren, je te onderscheiden van andere kandidaten.
Een werkgever zal letten op het menselijk kapitaal dat een werker kan inbrengen. Na een
sollicitatiegesprek volgt een gesprek over de arbeidsvoorwaarden. Vaak worden de belangrijkste
arbeidsvoorwaarden vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) in de cao worden in de
eerste plaats het loon en de normale arbeidstijd geregeld en daarnaast vakantieregelingen, pensioen,
overuren en reiskostenvergoedingen. Werkgeversorganisaties onderhandelen daarover met hun
werknemersorganisaties, ook wel vakbonden genoemd. De organisaties handelen namens hun leden.
Voor de werkgeversorganisaties zijn dat de aangesloten individuele werkgevers en voor de
vakbonden de aangesloten werknemers.
De aanschaf van kapitaalgoederen noemen we investeren. Om kapitaalgoederen aan te kunnen
schaffen is geld (kapitaal) nodig. Er zijn twee mogelijkheden om investeringen te betalen: met eigen
geld (eigen vermogen) of geleend geld (vreemd vermogen). Ook is er arbeid nodig, je kan iemand
arbeid laten verrichten of zelf arbeid verrichten. De middelen waarmee er wordt geproduceerd
noemen we productiefactoren. Arbeid en kapitaal.
Alle mensen met een inkomen moeten inkomensbelasting en premies volksverzekeringen betalen.
Op de loonstrook staat de loonheffing. De ingehouden loonheffing bestaat uit loonbelasting en
premie s volksverzekeringen. De werkgever houdt de loonheffing in en draagt deze maandelijks af
aan de belastingdienst. Het verschil tussen brutoloon en de loonheffing is het nettoloon. De
loonheffing is een voorheffing of voorschot op de inkomensheffing. De inkomensheffing hangt af van
aftrekposten en bijtellingen.
Eerst bereken je het bruto jaarinkomen, vaak het brutoloon. Er zijn twee bijtellingen.
Eigenwoningbezitters moeten een eigenwoningforfait bij hun inkomen optellen. Een andere bijtelling
is ‘auto van de zaak’. Ook heb je aftrekposten zoals de rente over een hypothecaire lening,
reiskostenaftrek en giften voor goede doelen die groter zijn dan 1% van het inkomen.
Als je de bijtellingen en de aftrekposten hebt verrekend hou je het belastbaar inkomen over. Over
het belastbaar inkomen wordt aan de hand van het schijventarief het heffingsbedrag berekend. Er
zijn ook heffingskortingen zoals de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.
De overheid past bij de belastingheffing een aantal beginselen toe. Een van die beginselen is het
draagkrachtbeginsel. Dat wil zeggen dat de hogere inkomens in verhouding meer belasting moeten
afdragen dan de lagere inkomens. Dat kan worden bereikt met een progressief belastingstelsel. De
hogere inkomens betalen gemiddeld een hoger percentage van hun inkomen aan belasting dan
lagere inkomens. We spreken dan van nivellering van inkomens.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller donnaborgonovi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.53. You're not tied to anything after your purchase.