Klinische Psychologie: Theorieën En Psychopathologie Tentamen Deel 1
Institution
Open Universiteit (OU)
Book
Klinische psychologie
Samenvatting van psychologische stoornissen volgens de DSM-5. Bevat hoofdstukken 11 t/m 25
Termen zijn met geel gemarkeerd.
Bevat omschrijvingen, prevalentie, diagnostiek, comorbiditeit en behandeling.
Klinische Psychologie: Theorieën En Psychopathologie Tentamen Deel 1
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
sterremiddendorpvan
Content preview
Klinische psychologie
H11 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen bij volwassenen
Autismespectrumstoornis
2 kerndomeinen:
- Sociale communicatie en interactie
Afwijkende sociale wederkerigheid
Afwijkende non-verbale communicatie
Moeilijkheden met relaties
- Repetitieve gedragingen en interesses
Stereotiepe bewegingen, gedragingen of spraak
Moeite met veranderingen
Stereotiepe interesses
Sensorische overgevoeligheid
Diagnostiek:
- Kan niet op biologisch of neurocognitief niveau
- Vooral gedrag bevragen en observeren
- Semigestructureerd interview (adolescenten en volwassenen)
- Heteroanamnese
- Kenmerken moesten er al in de kindertijd zijn (voor 12e levensjaar)
Behandeling:
- CGT voor comorbide angststoornissen
- Gedragstherapie
- Medicatie
- Psycho-educatie (accepteren van diagnose) (volwassenen)
- Mindfulness-based stress reduction
3 subtypen:
- Overwegend onoplettend type
- Overwegend hyperactieve-impulsieve type
- Gecombineerde type
Erfelijke invloed geschat op 76%
Prevalentie:
Twee keer zoveel mannen als vrouwen met ADHD
Wereldwijd 5,3%
Diagnostiek:
, - Inzicht van clinicus speelt grote rol
- Gebruik maken van heteroanamnese
3 stappen
1. Symptomen vaststellen (aanwezigheid, frequentie, ernst
Mate van beperkingen in beeld krijgen
screeningformulieren/vragenlijsten
2. Oorsprong van symptomen vaststellen en alternatieve verklaringen uitsluiten
semigestructureerde interviews
3. Aan- of afwezigheid van comorbide problemen vaststellen
Vaststellen op welke manier deze in acht moeten worden genomen bij de
behandeling
Behandeling:
- Non-medicamenteuze behandelingen zeer beperkt onderzocht en beschikbaar
- Medicatie (stimulantia)
H12 Depressieve- en bipolaire-stemmingsstoornissen
Depressieve episode = in een onafgebroken periode van minstens 2 weken symptomen die
minstens bestaan uit depressieve stemming en anhedonie.
Belangrijke kenmerken:
- Melancholische
- Atypische
- Psychotische
- Seizoensgebonden patroon
Anhedonie = verlies aan interesse en plezier
Manische episode = aaneengesloten periode van minstens een week voortdurend een
overdreven uitgelaten of juist uiterst prikkelbare stemming heeft en er sprake is van
toegenomen doelgerichte activiteiten of energie.
Hypomane episode = dezelfde symptomen als een manische episode, maar dan dat de
symptomen minimaal slechts 4 dagen aanwezig hoeven te zijn en er geen grote beperkingen
in het dagelijks functioneren zijn.
Disruptieve-stemmingsdisregulatiestoornis
Aanhoudende prikkelbare stemming en driftbuien.
Diagnose kan tot 18 jaar.
Is aan de DSM toegevoegd om de overdiagnostisering en overbehandeling van bipolaire-
stemmingsstoornissen bij deze leeftijdsgroep tegen te gaan.
Depressieve stoornis
Kernsymptomen: depressieve stemming en anhedonie.
,Er mogen geen manische of hypomane episoden in de voorgeschiedenis zijn voor deze
diagnose.
Depressieve-stemmingsstoornis door een middel/medicatie of een somatische aandoening
Kunnen gevolg zijn van het gebruik van medicijnen, alcohol of drugs.
Intoxicatie of onthouding.
Bipolaire l stoornis
Symptomen die voldoen of hebben voldaan aan de criteria van een manische episode.
(kunnen ook depressieve episoden voorkomen)
Bipolaire ll stoornis
Aanwezigheid in heden of verleden van minstens 1 depressieve en minstens 1 hypomane
episode.
Cyclothyme stoornis
Gedurende minimaal 2 jaar last van talrijke episoden met hypomane symptomen,
afgewisseld met al even talrijke episoden waarin enige depressieve symptomen optreden
(er wordt niet aan criteria voor manische of depressieve episode voldaan)
Rapid cycling bipolaire stoornis = bipolaire stoornis met binnen een jaar 4 of meer episoden
Diagnostiek:
- Gestructureerde interviews
- Semigestructureerde interviews
- Zelfrapportagevragenlijsten (screening)
- Specifieke semigestructureerde interviews om de ernst (intensiteit en frequentie)
vast te stellen
Prevalentie
Depressie komt in alle tijden en alle culturen voor
, Vrouwen kwetsbaarder voor depressieve stoornis dan mannen
Ongeveer gelijk bij bipolaire stoornis
50% van mensen met depressieve episode herstelt binnen 3 maanden.
Comorbiditeit: hoog (bij 50% is ook een andere stoornis aanwezig)
- Vaak samen met angststoornissen
- PTSS
- Afhankelijkheid van middelen
Theorieën:
Bekrachtigingstheorie (Lewinsohn)
Cognitief-operant model (Rehm)
- Selectieve observatie van eigen negatief gedrag, gecombineerd met een blinde vlek
voor adequaat eigen gedrag
- Bevooroordeelde evaluatie van eigen gedrag door het te meten aan te hoge normen,
bijvoorbeeld een onrealistisch hoog aspiratieniveau
- Zich te weinig expliciete beloning gunnen voor adequaat gedrag en zichzelf ook niet
belonen. Beloningen in de vorm van rust, jezelf plezier gunnen en jezelf
complimenteren vallen hieronder.
Cognitieve theorie (Beck)
Cognitieve triade:
- Negatieve kijk op zichzelf
- Negatieve kijk op de wereld
- Negatieve kijk op de toekomst
Schemata = basale cognitieve structuren die een mens gebruikt voor het coderen en
evalueren van binnenkomende informatie
Aangeleerde hulpeloosheidstheorie (Seligman)
Interne attributie = de oorzaak van de oncontroleerbare gebeurtenis bij zichzelf zoeken
Externe attributie = de oorzaak bij andere personen of de situatie zoeken (buiten zichzelf)
Stabiele attributie = oorzaak toeschrijven aan relatief onveranderlijke factoren
Instabiele attributie = oorzaak toeschrijven aan veranderlijke factoren
Globale attributie = oorzaak zoeken in factoren die aanwezig zijn in een verscheidenheid van
situaties
Specifieke attributie = oorzaak zoeken in factoren die slechts gelden in een beperkt aantal
situaties
Kindling = het doormaken van episoden van een stemmingsstoornis leidt tot een vergroting
van de kwetsbaarheid voor nieuwe episoden.
Behandeling:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterremiddendorpvan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.23. You're not tied to anything after your purchase.