100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting biologie hoofdstuk 3 $7.23   Add to cart

Summary

Samenvatting biologie hoofdstuk 3

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting biologie hoofdstuk 3 (Nectar).

Preview 2 out of 7  pages

  • Yes
  • April 20, 2021
  • 7
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Hoofdstuk 3

Paragraaf 1
 Ecosysteem: afgebakend gebied met organismen en biotische en abiotische relaties.
 Dankzij kringlopen heeft een ecosysteem nauwelijks uitwisseling van stoffen met
andere ecosystemen.
 Producent: planten  nemen CO2 en H2O op, en wordt omgezet in organische
stoffen met behulp van zonlicht. Organische stoffen zijn bouwstof en brandstof voor
alle andere organismen.
 Consumenten: halen hun organische stoffen uit andere organismen. Gebruiken de
stoffen voor groei en als energiebron.
 Dode resten van planten en dieren: detritus. Detrituseters hebben dit als voedsel,
maar ook reducenten: schimmels en bacteriën. De voedselketen eindigt bij de
reducenten  verwerken organisch tot anorganisch.
 Na de laatste stap zijn de stoffen als mineralen weer beschikbaar voor de
producenten.
 Energie verdwijnt stap voor stap uit het ecosysteem als warmte.
 Grenzen tussen ecosystemen zijn niet altijd scherp. Treedt in sommige gevallen
vermenging op.
 Draagkracht: maximale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden. Bepalend
voor de draagkracht is de beperkende factor.
 Samenstelling van de meeste populaties verandert voortdurend. Populatiedynamiek
beïnvloedt het ecosysteem. Naast biotische factoren beïnvloeden ook abiotische
factoren het ecosysteem, zoals water en temperatuur.
 Verstoringen: blijvende, snel optredende veranderingen in ecosystemen. Denk aan
een vos die alles snel opeet, of een vulkaanuitbarsting.
Vb:
1. Plastic soep: zee spoelt afval weg, plastic breekt af tot kleine bolletjes die eruit
zijn als visseneitjes. Voedselketens raken verstoord.
2. Geiten uitzetten op eiland: allerlei unieke plantensoorten uitgestorven.


Paragraaf 2
 Onderbouwen met aantallen lastig: te veel organismen en aantallen geven niet weer
hoeveel energie de organismen uit hun voedsel halen.
 Biomassa: totaalgewicht van de organismen. Meestal droogewicht = versgewicht –
gewicht water. Goede maat voor hoeveelheid energierijke stoffen die de organismen
bevatten.
 Voedselpiramide in drooggewichten, van onder naar boven steeds minder, van
producten naar consumenten.
 Oppervlak van elke staaf: maat voor biomassa.
 In ecosysteem: je focust niet op individuele soorten, maar op groepen soorten die op
een vergelijkbare wijze aan hun voedsel komen. Hierom: alle producenten van een
ecosysteem samen in 1 staaf.
 Eerste staat = eerste trofische niveau. Daarbovenop consumenten van de 1 e orde.

,  Hoe complexer het ecosysteem, hoe meer trofische niveaus. Aantal trofische niveaus
beperkt door verdwijnen energie.
 Lagen voedselpiramide geven niet alleen biomassa weer, maar ook energie. Voedsel
bevat brandstoffen zoals koolhydraten en vetten. Dus ook energie steeds minder.
Een dier gebruikt het grootste deel als brandstof voor activiteiten. Ook is een deel
van de organische stoffen onverteerbaar, en verlaat het lichaam als uitwerpselen.
Maar zo’n 10% door naar volgende niveau, gebruikt dier namelijk als bouwstof.
 Heterotrofe organismen: nemen met hun voedsel organische stoffen op, en
gebruiken dit als bouw- en brandstof.
 Energiestroomschema:
- Breedte van bundels geeft de hoeveelheid energie aan, verpakt in organische
stoffen.
- Intake = I
- F = feces = uitwerpselen
- A = I – F  rest van energie komt via bloed in organische stof in lichaam terecht.
- Dissimilatie = R  hoeveelheid energie die het organisme gebruikt om de
organische stof te verbranden.
- Energie die overblijft: P = A – R. P = productie. P zit in organische stof van nieuwe
celmateriaal. P = I – F – R.




 Autrofe organismen: in staat om energiearme anorganische stoffen energierijke
organische te maken. Staan aan de basis van de voedselpiramide. Leveren bouw- en
brandstoffen voor hele ecosysteem.
 Primaire productie: hoeveelheid (g/ opp./ jaar of g/ volume/ jaar) organische stoffen
die producenten maken.
 In Waddenzee: lijkt alsof er te weinig biomassa is om alle dieren die algen en
plankton etc. eten te onderhouden (als je afgaat op biomassa op 1 bepaald moment),
maar deze producenten vermeerderen zo snel, dat het wel lukt.
 Alleen als producenten meer organische stoffen maken, kunnen er meer dieren
leven.
 Factoren die groei van fytoplankton beïnvloeden:
- Licht: in helder water is hoge primaire productie nodig. Licht is waarschijnlijk niet
beperkend voor de primaire productie, want fytoplankton groeit vooral in het
voorjaar wanneer het water helder is, niet in de nazomer wanneer het troebel is.
- Voedingsstoffen: naast CO2 heeft fytoplankton ook meststoffen nodig. Verrijking
van water met voedingsstoffen = eutrofiëring. Voedingsstoffen bijvoorbeeld:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolinevanbarneveld. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85651 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.23
  • (0)
  Add to cart