Samenvatting van de perioden in het romeinse rijk, de verschillende oorlogen, belangrijke personen en alle belangrijke jaartallen. Het is de volledige geschiedenis. Geordend overzicht.
Het Romeinse Rijk
Net zoals de Griekse wereld kan je de Romeinse periode indelen in drie fases:
1. De Koningstijd 753 - 509 v.C.
2. De Republiek 509 - 27 v.C.
3. De Keizertijd 27 v.C. - 476/1453 n.C.
De romeinse tijd bekleed een groot deel van de geschiedenis (middeleeuwen,
renaissance, ijzertijd). De Romeinse is de bakermat voor wetten, het burgerschap en
de staat. Het was ook het middelpunt van het christendom.
De koningstijd
Het begon allemaal in de lanstreek Latium, waar de latijnen en de Sabijnen woonden.
De latijnen waren een mengelmoes van inheemse volken en Trojaanse vluchtelingen,
waaronder Aeneas, zoon van Venus. Hij stichtte Lavinium, waarna zijn zoon
Ascanius/Iulus Alba Longa stichtte. Uit de staat Alba Longa ontstond de
koningsfamilie Alba, en van die familie zijn Remus en Romulus. Oorspronkelijk is
Rome gesticht op de Palatijn, waar Romulus zou hebben geleefd. Er zou in de loop
der tijd een cloaca maxima (riool) zijn aangelegd, waardoor het in de vallei leefbaar
werd. Daar werd het Forum Romanum gebouwd. Op dat forum was de curia
(Senaatsgebouw), comitia (volksvergadering) en de regia (het paleis). Ook de Palatijn
en Esquilijn werden nog gebruikt. Op de westelijke top de tempel van Iupiter
Capitolinus en op de oostelijke een burcht. In de koningstijd waren er 7 koningen:
1. Romulus 753-716 v.C.
2. Numa 714-673 v.C.
3. Tullus 673-641 v.C.
4. Ancus 641-616 v.C.
5. Tarquinius Priscus 616-578 v.C.
6. Servius Tullius 578-535 v.C.
7. Tarquinius Superbus 535-509 v.C.
Het verhaal is dat ze zijn verdreven, maar waarschijnlijk is het de adel die meer macht
wilde omdat ze heel rijk waren.
De republiek
In de republiek ontstond het Romeinse burgerrecht, je kreeg die als:
1. Je een zoon van Romeinse burgers was
2. Een vrijgelatene van romeinse burgers was
3. Een veteraan van de auxilia was
4. Speciale toekenning
De samenleving was een standenmaatschappij die bestond uit drie standen: de
senatorenstand, de ridderstand (equites) en de plebs (het gewone volk). Rome werd
een res publica, met Rome als een stadsstaat. De adel was de senaat. De plebs bleef
hetzelfde, ze hadden wel een volksvergadering: de comitia. De senaat kwam bijeen in
de curia. Als je consul wilde worden moest je een route afleggen, de cursus honorum.
, Zo konden ze de macht verdelen en rouleren tussen de famillies. De kern van de
cursus honorum was, dat je de ereposities moest bekleden: quaestor (financieel
ambt), praetor (een juridisch ambt) en consul (hoogste bestuursambt). Jaarlijks
waren er twee consuls zodat ze niet alleen de macht konden grijpen. Zij zaten de
senaat voor, leidden de legers en het jaar werd naar hen vernoemd. De families die
het consulaat telkens bekleedden waren de nobilitas. Als je consul was geweest kon
je nog censor (toezichthouder op de senaat) worden. Je had ook dictators, maar
alleen in tijd van crisis, maar voor een half jaar.
De plebejers vonden dat ze te weinig macht hadden en de patriciërs te veel, er
ontstond een strijd, waarbij de plebejers wel wat bereikten:
1. Instelling van de volkstribunen (494 v.C.), leiders van de volksvergadering
2. Het op schrift stellen van wetten (435 v.C.), wet van de twaalf tafelen, de
wetten werden herzien door een raad van tien en op bronzen platen op het
forum geplaatst.
3. De Licinisch-Sextische wetten (387 v.C.), een consul moet uit de plebs komen.
4. De lex hortensia (267 v.C.), volksvergadering kreeg wetgevende macht.
Na het verwerken hiervan kreeg rome een soort tweedekamersysteem, aangeduid
met SPQR (Senatus Populusque Romanus).
In welke stand je toebehoorde was op basis van geboorte niet zozeer op bezit.
Iedereen was in principe boer (ook de senaat). Er was nog een systeem, de clientela.
Iedereen uit een lagere stand wilde een aanspreekpunt een hogere stand. Daarvoor
had je een patronus (beschermheer), jij was dan de cliens. Van de patronus kon je
hulp krijgen, in geld of voedsel (sportula). De politieke achterban van de patronus kon
zo ook groeien. Ze spraken elkaar vaak, om te overleggen. Clientela werd
doorgegeven in families, zodat het vertrouwen groot bleef.
De expansie in Italië startte in de vijfde en vierde eeuw v.C. De veroverde delen
werden of Socius (bondgenoot, munipium (stad met gedeeltelijk burgerrecht) of
coloniae (stad met geheel burgerrecht). De coloniae waren belangrijk voor de
romanisering, en werd ook nog eens extra kracht bijgezet door de Romeinse wegen.
De Romeinen raakten met de Grieken in aanraking in de Punische Oorlogen. De strijd
om de dominantie in het Mediterrane gebied. Sicilië werd bestuurd door Carthago.
De Punische oorlogen:
1. Eerste Punische Oorlog: 264-241 v.C. de Carthaagse aanvoerder was Hamilcar,
Rome wist te winnen en kon zo ook Corsica en Sardinië innemen. Carthago
veroverde Spanje met goudmijnen om zo hun schuld te betalen.
2. Tweede Punische Oorlog: 218-201 v.C. tegen Hannibal, hij ging via de Alpen
naar Rome. Die werden verslagen in de Slag bij Ticinius, slag bij Trebia, slag bij
Trasimeense meer (217 v.C.) en slag bij Cannae (216 v.C.). In 211 v.C. was
Hannibal heel dichtbij, maar door gebrek aan bevoorrading en de tactiek van
Quintus Fabius Maximus bleef de ondergang van Rome uit. IN 204 v.C. sloeg
Publius Cornelius Scipio de oudere Hannibal in de slag bij Zama 202 v.C.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karlijnvanbarneveld1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.