Een organisatie is een samenwerkingsverband tussen personen die een bepaald doel
nastreven. Een organisatie die naar een winst streeft, noemen we een onderneming of een
bedrijf. Organisaties die niet naar winst streven, non-profitorganisaties, vinden we vaak bij
overheidsinstellingen, zoals ministeries, provincies en gemeenten. Bij het uitvoeren van haar
activiteiten moet iedere organisatie rekening houden met haar omgeving. Tot deze omgeving
behoren degenen met wie de organisatie zakendoet, maar ook de omwonenden en de
overheid.
Externe relaties van een organisatie:
Leveranciers
Concurrenten
Juridisch adviseurs
Beleggingsadviseurs
Accountants
Werknemersorganisaties
Werkgeversorganisaties
Overheid
Belastingdienst
Verschaffers van eigen vermogen
Verschaffers van vreemd vermogen
Klanten
Tussen een organisatie en haar omgeving is het contact een tweerichtingsverkeer inhouden:
van binnen naar buiten en van buiten naar binnen. Zie tabel 1.1. blz. 14. Voor relaties van
een organisatie en de informatiebehoeften.
1.2 Bedrijfsbeslissingen
Bedrijfsbeslissingen: ieder beslissing binnen een organisatie die leidt tot financiële gevolgen
zien we als een bedrijfsbeslissing. Voorbeelden van bedrijfsbeslissingen zijn:
Het besluit van een ziekenhuis om een nieuw scanapparaat aan te schaffen;
Het besluit van een museum om een tentoonstelling rond een bepaalde schilde te
organiseren;
Het besluit van een school om een nieuwe opleiding te starten.
Voordat ze een besluit nemen, moeten de beslissers nadenken over de mogelijke financiële
gevolgen. Ook achteraf moeten de financiële gevolgen worden vastgelegd en met de
belanghebbende worden doorgesproken. Zie tabel 1.2 blz. 17 voor voorbeelden.
1.3. Doelstelling van een organisatie
De doelstelling (missie) van een organisatie moet regelmatig en duidelijk met alle
participanten worden besproken. Iedereen binnen de organisatie moet van de doelstelling op
de hoogte zijn zodat iedereen zijn handelen op deze doelstelling kan afstemmen.
De strategie van een organisatie is een plan waarin wordt aangegeven wat een organisatie
gaat doen om haar doelstellingen te realiseren. De strategie is vaak erg algemeen
geformuleerd en biedt onvoldoende houvast voor de medewerkers. Daarom wordt de
1
,strategie vertaald in concrete doelstellingen. Om de doelstellingen onder de aandacht van de
medewerkers te brengen, kan de leiding van een organisatie bijeenkomsten houden waarin
de doelstellingen worden toegelicht.
Communicatie over de doelstellingen van de organisatie, coördinatie van de activiteiten en
samenwerking tussen de verschillende medewerkers zijn noodzakelijk om een organisatie
als een samenhangend geheel te laten werken.
Een onderneming moet steeds weer reageren op de veranderingen in haar omgeving.
Ondernemen is een dynamisch gebeuren. Zo kunnen veranderingen in de economische
omstandigheden een onderneming dwingen haar beleid aan te passen.
1.4 Goederen- en geldstromen
Commerciële organisaties hebben als kenmerk dat zij met hun activiteiten een positief
financieel resultaat willen behalen.
Met het primaire proces van een organisatie bedoelen we die activiteiten van een organisatie
die rechtstreeks samenhangen met het product dat de organisatie voorbrengt of de dienst
die zij levert. Zo behoren bij een warme bakker alle activiteiten die rechtstreeks
samenhangen met het bakken van brood en het maken van banket tot het primaire proces.
De middelen die een organisatie daarbij gebruiken zoals gebouwen, machines, grondstoffen
en hulpmiddelen noemen we productiemiddelen. Tijdens een productieproces vormen
arbeid, machines, grondstoffen en hulpmiddelen de input en is het product dat aan de
afnemer wordt geleverd de output. Ook rekenen we energie, arbeid en hulpmiddelen, kortom
alles wat we nodig hebben om het product voort te brengen, tot de input van het primaire
proces.
In- en uitgaande geldstromen
Om over de productiemiddelen te kunnen beschikken zal een onderneming een
tegenprestatie moeten leveren. Deze tegenprestatie heeft meestal de vorm van het betalen
van een geldbedrag. Bijv. salaris van de medewerkers. Deze betalingen leiden tot een
uitgaande geldstroom. Daar staat tegenover dat de onderneming van haar klanten geld zal
ontvangen voor de geleverde producten en/of diensten. Dit leidt tot een ingaande
geldstroom.
Liquide middelen
De geldmiddelen waarover een onderneming beschikt, noemen we liquide middelen. Om de
hoeveelheid liquide middelen te bepalen, moeten we zowel naar de hoeveelheid geld in de
kas als naar het positieve saldo op de rekening-courant bij de bank kijken.
Eigen en vreemd vermogen
Voor vreemd vermogen geldt dat het geleende bedrag in de toekomst terugbetaald moet
worden (afgelost moet worden) en dat de onderneming rente (interest) moet betalen over het
geleende bedrag. Het aantrekken van vreemd vermogen leidt tot een i gaande geldstroom,
de betaling van aflossing en rente leidt tot een uitgaande geldstroom. Tot het vreemd
vermogen rekenen we ook de schulden van een onderneming aan haar leveranciers die
goederen op rekening hebben ingeleverd.
Eigen vermogen staat in principe permanent ter beschikking van de onderneming. Het hoeft
niet terugbetaald (niet afgelost) te worden. De verstrekkers van het eigen vermogen krijgen
(een gedeelte van) de winst als vergoeding over het ingebrachte eigen vermogen.
2
, Bij een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap noemen we het gedeelte van
de winst dat aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd dividend.
Als een onderneming van buiten de eigen organisatie geld (vermogen) aantrekt, doet zij een
beroep op de vermogensmarkt. De vermogensmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod
van eigen en vreemd vermogen.
De geldstromen van en naar de vermogensmarkt noemen we secundaire geldstromen. Alle
andere geldstromen noemen we primaire geldstromen.
Wisselkoers is de omwisselingsverhouding tussen twee valuta (bijvoorbeeld tussen
Europees geld en dollar).
De medewerkers van een organisatie zijn een belangrijke productiefactor. HRM neemt
daarom bij veel organisaties een belangrijke plaats in.
1.5 Globale opzet van een ondernemingsplan
Het starten van een eigen onderneming is een ingrijpende beslissing. Er zal dus grondig over
nagedacht moeten worden en er zal een ondernemingsplan moeten worden opgesteld. Bij
het opzetten van een ondernemingsplan en bij de uitvoering ervan moet ook rekening
worden gehouden met de omgeving van de onderneming.
Op de Kamer van Koophandel staan verschillende onderdelen waaruit een
ondernemingsplan is opgebouwd.
1.5.1 persoonlijke kwaliteiten van de ondernemer en ideeontwikkeling
Eigenschappen ondernemer
Een goede ondernemer moet iemand zijn die initiatieven ontplooit, bereid is hard te werken
en besluitvaardig moet zijn. Hij moet de verschillende alternatieven die er in een bepaalde
situatie meestal zijn, met elkaar vergelijken en een beslissing nemen. Bovendien moet een
ondernemer beseffen dat hij een zeker financieel risico loopt. Ondernemen is een dynamisch
gebeuren in een omgeving die steeds in beweging is. Zeker in ondernemersland geldt:
stilstaan is achteruitgaan.
Ideeontwikkeling
Een ondernemer moet ook een creatief persoon zijn, maar geen dromer. Hij moet steeds
weer proberen met nieuwe ideeën te komen en proberen deze ideeën in concrete
(winstgevende) acties te vertalen. Naast het uitwerken van ideeën in concrete producten
moet de ondernemer proberen te achterhalen of er wel voldoende vraag is naar het nieuwe
product.
Keuze vestigingsplaats
Ook de keuze van de vestigingsplaats is een belangrijke beslissing. Het is belangrijk een
locatie te kiezen die voor de consument goed bereikbaar is.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loesjanssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.