Partiële financiering:
Er bestaat een directe koppeling tussen de investeringsbeslissing en de
financiering van de investering. Voorbeeld van een partiële financiering:
hypothecaire lening – directe koppeling.
Totale financiering:
Er wordt gekeken naar de totale vermogensbehoefte van de activa, voor
zover deze niet gedekt zijn door partiële financiering. Naast de
financieringskosten wordt er ook gelet op een gunstige verhouding tussen
de omvang van het EV en het VV. Totale financiering:
investeringsbeslissing en financieringsbeslissing worden gescheiden – Dit
is ook de benadering die wij gebruiken en gebruikelijk is in bedrijfswereld.
Verplichte investeringen:
Totale financiering: investeringsbeslissing en financieringsbeslissing
worden gescheiden – Dit is ook de benadering die wij gebruiken en
gebruikelijk is in bedrijfswereld.
Investeringen voor onderhoud, revisie of vervanging van bedrijfsmiddelen:
Bijv., vervangen van machine. Reduceren van kosten staat centraal.
Investeringen voor uitbreiding van de capaciteit (bestaande
producten):
Complexiteit vraagstukken is groter. Er zijn voorspellingen nodig met
betrekking tot de vraag in de toekomst.
Investeringen voor het ontwikkelen, produceren & introduceren
van nieuwe producten: Geruime tijd tussen start & introductie. Veel
onzekerheden. Alleen globale inschatting financiën.
Differentiële primaire geldstormen:
De verschillen tussen de verwachte primaire geldstromen van de
onderneming ná uitvoering van het project en de verwachte primaire
geldstromen van de onderneming vóór uitvoering van het
investeringsproject.
Differentiële (=verschil) primaire geldstromen zijn dus het gevolg van het
investeringsproject.
Ofwel: Cashflow (BEC&R2)
Primaire geldstromen:
Zijn alle geldstromen met uitzondering van geldstromen naar de
vermogensmarkt – Alle geldstromen die relatie hebben met het primaire
proces van een organisatie.
Cashflow:
Is een term in de bedrijfseconomie waarmee bij een onderneming de in-
en uitstroom van liquide middelen bedoeld wordt. De netto kasstroom is
het verschil tussen de ontvangsten en uitgaven gedurende een bepaalde
periode of voor een bepaald project.
Bij aanvang van het project:
Cashflow = investeringen
Tijdens de looptijd van het project:
, Cashflow= periodewinst+ afschrijvingen
In het laatste jaar
Cashflow= periodewinst+ afschrijvingen + desinvesteringen (restwaarde)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller immedubbeld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.