Threshold 7 Agriculture & civilization
Ingredienten: Godilocks conditions: Nieuwe complexiteit:
Kennis over het milieu. Toenemende concurrentie Domesticatie van planten en
voor voedsel. dieren.
Toenemende bevolkingsdichtheid. Warmere klimaten na de Dorpen, steden en agrarische
laatste ijstijd. beschavingen werden
gevormd.
De eerste mensen overleefden door te jagen en verzamelen. Dit deden ze door steeds te verhuizen
als de seizoenen veranderden en er voedselschaarste optrad. Ongeveer 11.000 jaar geleden
begonnen de mensen met landbouw en bleven daardoor op een plek om de gewassen te verzorgen.
(eerste vorm van landbouw was 11.000 jaar geleden). Bevolkingen groeiden en er vormden
beschavingen die zich steeds meer verbeterden. Ook het collectief leren versnelde.
De laatste ijstijd eindigde 10.000 jaar geleden, hierna begonnen verschillende gemeenschappen van
over de hele wereld met het gebruik van een reeks nieuwe technologieën. Deze nieuwe technieken
heten landbouw.
De mensen veranderden de planten, dieren en landschappen om hen heen, zodat ze steeds meer
producten verkregen. Uiteindelijk zorgde dit voor de nieuwe complexiteiten.
Foerageren: jagen en verzamelen voor voedsel.
Landbouw: domesticatie van planten en dieren voor voedsel.
Symbiose: afhankelijke relatie tussen verschillende soorten (vaak tussen verschillende soorten
dieren).
Domesticatie: teelt van een soort.
De twee redenen voor gelijktijdig beginnen met landbouw over de hele wereld, maar zonder
connecties tussen deze gebieden te hebben:
1. Overbevolking: de mens was wereldwijd verspreid en kon niet meer naar een ander gebied
verhuizen als de seizoenen veranderden of er geen voedsel meer was (noodzakelijke reden).
2. Klimaatverandering: tijdens de ijstijden was landbouw zo goed als onmogelijk. Na de laatste
ijstijd werd het klimaat warmer en de omgeving vochtiger. Door de betere omstandigheden
waren er meer planten en dieren in een gebied, hierdoor was het niet nodig om steeds naar
een ander gebied te verhuizen, omdat er genoeg voedsel was.
Sedentair: mensen vestigen in een vaste plek.
Door de vaste woonplaatsen begon de populatie te groeien, hierdoor waren ze genoodzaakt om
onder andere de gewassen te verzorgen -> landbouw.
Agrarische beschavingen: maatschappijen die begonnen met simpele landbouw, werden complexer
als gevolg van toenemende voedselproductie.
Irrigatie: omleiding van stromend water om dit voor de landbouw te gebruiken.
Specialisatie: overtollige voedselproductie gaf sommige mensen de mogelijkheid om op een ander
beroep te focussen.
De landbouw vertegenwoordigt een enorme verschuiving in menselijke activiteit.
De eerste vorm van landbouw ontstond in ‘the fertile crescent’ en Egypte (ongeveer 11.000 jaar
geleden). Door overtollig voedsel, werden er verschillende vormen van arbeid mogelijk wat de eerste
stap van vroege staten, aristocraten en populaire koningen tot gevolg had.
, Mensen gingen de dieren voor steeds meer doelen gebruiken. Niet alleen meer voor vlees en huid
(hiervoor moesten de dieren worden geslacht), maar ook voor melk, vacht en trekkracht (de dieren
konden hierdoor in leven blijven en langere tijd meehelpen).
Door overtollig voedsel kon er specialisatie plaatsvinden. Door de verschillende beroepen die zo
ontstonden, was er een goede organisatie nodig om al deze mensen te voorzien van ‘werk’. Dit werd
gedaan door de zogenoemde machtsmakelaars. Uiteindelijk ontstonden zo de eerste regeringen.
Daarnaast kwam er een nieuwe laag in de maatschappij. Het voedsel waar de boeren voor zorgden,
wordt vanaf nu door elites overgenomen.
De weinig mensen uit deze elitegroep zijn erg rijk en machtig, daarna komt zo’n 90 % van de
bevolking; de boeren. Tot slot is er ook nog een klein deel met nog minder macht dan de boeren; de
slaven.
De eerste echte landbouwbeschavingen waren in Mesopotamië en langs de Nijlvallei, ongeveer 5.000
jaar geleden. Over de afgelopen 4.000 jaar zijn al deze landbouwbeschavingen verbeterd, waardoor
de meeste mensen zo’n 1.000 jaar geleden in goed verbeterde beschavingen leefden.
Agrarische beschavingen van over de hele wereld waren erg verschillend. Onder andere waren er
veel culturele verschillen, zoals: talen, religies en kunst.
Echter waren er ook een aantal culturele overeenkomsten, zoals: architectuur, heersers en
hiërarchieën, belastingsystemen, legers en boeren.
Verder begonnen vrijwel alle beschavingen met schrijven: een bevorderaar voor collectief leren in
landbouwbeschavingen. Mensen die konden schrijven, schreven hun kennis en nieuwe ideeën op.
Later door boekdrukkunsten kon er veel sneller worden ‘geschreven’ en werd de kennis veel sneller
en goedkoper verspreid. Hierdoor kwamen er meer mensen met meer ideeën, dit verhoogt de
draagkracht van de bevolking en zorgt uiteindelijk voor meer potentiële vernieuwers.
Dit zorgde er echter ook voor dat de bevolking zo uitbreidde dat er op een gegeven moment niet
genoeg voedsel was. Dit had onder andere ziektes en oorlogen tot gevolg.
Het schrijven kwam eerst echter niet voor in Papua New Guinea, waarschijnlijk door de
wortelgewassen die ze daar verbouwden en niet konden opslaan. Ook was de landbouw nog niet
productief genoeg voor specialisatie en overtollig voedsel.
Waarom stopten de mensen met jagen en verzamelen?
stap 1: mensen beschikten over de kennis en vaardigheden om te kunnen landbouwen.
Stap 2: specifieke planten en dieren waren geschikt voor domesticatie.
Stap 3: mensen in sommige gebieden werden minder nomadisch na de laatste ijstijd.
Stap 4: ‘val van sedentarisme’, bevolkingsgroei maakte het onmogelijk om steeds grotere
gemeenschappen in stand te houden door middel van jagen en verzamelen.
Stap 5: toewijding aan de landbouw, dit was de enige optie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Juliawetting. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.