100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Maatschappijleer Parlementaire Democratie toets- & oefenvragen $4.51
Add to cart

Exam (elaborations)

Maatschappijleer Parlementaire Democratie toets- & oefenvragen

19 reviews
 4159 views  147 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Maatschappijleer Parlementaire Democratie toets-& oefenvragen Hier handige oefenvragen die je kunt maken als voorbereiding op de toets Parlementaire Democratie. 40 oefenvragen met antwoorden over het hoofdstuk wat mijzelf erg heeft geholpen. Er is een grote kans dat deze vragen terugkomen op de ...

[Show more]
Last document update: 2 year ago

Preview 3 out of 9  pages

  • April 20, 2021
  • January 21, 2022
  • 9
  • 2020/2021
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
  • Secondary school
  • 4

19  reviews

review-writer-avatar

By: talhaprive70 • 4 months ago

review-writer-avatar

By: dorinepeters • 5 months ago

review-writer-avatar

By: rderuiter • 6 months ago

review-writer-avatar

By: timoenivonne • 7 months ago

review-writer-avatar

By: karenhamoen • 1 year ago

review-writer-avatar

By: liekevp • 1 year ago

review-writer-avatar

By: 100684ll • 1 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Toets- & Oefenvragen Parlementaire Democratie

Vraag 1:
Welke begrippen passen het beste bij elkaar?
A. Links en nivellering van inkomen.
B. Rechts en actieve overheid.
C. Christendemocratie en vrijemarkteconomie.
D. Confessionalisme en individuele verantwoordelijkheid.


Vraag 2:
Als een ‘rechtse’ minister bedrijven strenger gaat controleren op milieuvervuiling, betekent
dit dat hij:
A. het bedrijfsleven minder vrijheid kan geven dan hij op grond van zijn uitgangspunten
waarschijnlijk zou wensen.
B. de overheid een meer passieve rol geeft.
C. de belangen van het bedrijfsleven boven de belangen van de overheid stelt.
D. handelt op grond van zijn ideologie.


Vraag 3:
Welke begrippen passen het beste bij elkaar?
A. Socialisme - vrij ondernemerschap.
B. Liberalisme - actieve overheid.
C. Christendemocratie - harmonieuze samenwerking tussen werkgevers en werknemers.
D. Ecologisme - pragmatisme.


Vraag 4:
Wat is de juiste volgorde van links naar rechts van de volgende partijen?
A. PvdA, D66, CDA, VVD, PVV.
B. VVD, CDA, PVV, D66, GroenLinks.
C. GroenLinks, SGP, PvdA, CDA, PVV.
D. SP, VVD, D66, PVV, PvdA.


Vraag 5:
Als de partij moet kiezen tussen economische groei of meer geld besteden aan milieu, kiest:
I. GroenLinks voor het milieu.
II. de VVD voor economische groei.
III. het CDA voor zowel stimulering van de economische groei als bescherming van het
milieu.

Welke uitspraken zijn juist?
A. I is juist, II en III zijn onjuist.
B. I en II zijn onjuist, III is juist.
C. I, II en III zijn juist.
D. I en II zijn juist, III is onjuist.

,Vraag 6:
De kiesdrempel:
I. is in Nederland gelijk aan de kiesdeler.
II. bevoordeelt grote politieke partijen.
III. komt in een districtenstelsel niet voor.
IV. is in het nadeel van kleine partijen zoals de SGP en de Partij voor de Dieren.

A. Alle antwoorden zijn juist.
B. Alleen III is juist.
C. I, II en IV zijn juist.
D. III en IV zijn juist.


Vraag 7:
Iemand die strategisch stemt, kiest bij voorkeur:
I. voor een grote partij die kans maakt mee te regeren.
II. voor een partij die grote kans maakt te winnen bij de verkiezingen.

A. I is juist, II is onjuist.
B. I is onjuist, II is juist.
C. I en II zijn beide juist.
D. I en II zijn beide onjuist.


Vraag 8:
Ministers maken deel uit van:
I. de regering.
II. de Tweede Kamer.
III. het kabinet.
IV. de Staten-Generaal.

A. I, III en IV zijn juist.
B. Alleen I is juist.
C. I en III zijn juist.
D. Alle antwoorden zijn juist.


Vraag 9:
Ministers hebben wetgevende macht, want:
I. zij mogen wetsvoorstellen indienen.
II. zij kunnen een afwijzing door de Eerste Kamer negeren.
III. zij hebben het recht tot het nemen van AMvB’s.
IV. zij hebben het budgetrecht.

A. I, III en IV zijn juist.
B. Alleen I is juist.

, C. I en III zijn juist.
D. Alle antwoorden zijn juist.


Vraag 10:
I. Het recht van amendement houdt in dat Tweede Kamerleden wetsvoorstellen mogen
indienen.
II. Het recht van motie geeft Tweede Kamerleden de mogelijkheid om een minister om een
spoeddebat te vragen.

A. I is juist, II is onjuist.
B. I is onjuist, II is juist.
C. I en II zijn beide juist.
D. I en II zijn beide onjuist.


Vraag 11:
Wie spelen een belangrijke rol bij de invoerfase in de systeemtheorie?
I. Ambtenaren.
II. Ministers.
III. Media.
IV. Actoren.

A. Alleen II is juist.
B. II en III zijn juist.
C. III en IV zijn juist.
D. Alleen III is juist.


Vraag 12:
In welke situatie is er sprake van uitvoer volgens de systeemtheorie?
A. De gemeenteraad besluit om stoplichten op een kruispunt te plaatsen nadat er twee
doden zijn gevallen.
B. Buurtbewoners willen stoplichten op een kruispunt nadat er twee doden zijn gevallen.
C. Een gemeenteraadslid stelt vragen aan de wethouder over de veiligheid bij een kruispunt
nadat er voor de tweede keer een dodelijk ongeluk heeft plaatsgevonden.
D. Een wethouder geeft opdracht stoplichten te plaatsen op het kruispunt.


Vraag 13:
Er zijn twee soorten pressiegroepen, namelijk belangenorganisaties en actiegroepen. Een
voorbeeld van een actiegroep is:
A. de Algemene Onderwijsbond.
B. de ChristenUnie.
C. Schokkend Groningen.
D. de ANWB.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JdeVos. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.51  147x  sold
  • (19)
Add to cart
Added