,Inhoudsopgave
1 De student legt de algemene doelstellingen, de procedure en de werkwijze van het screeningsproces
uit en weet dit te plaatsen binnen het Fysiotherapeutisch Methodisch Handelen. .......................................... 3
1.1 Wat is DTF? ........................................................................................................................................... 3
1.2 Voor -en nadelen van direct toegankelijke fysiotherapie: ..................................................................... 3
1.2.1 Voordelen / kansen:.......................................................................................................................... 3
1.3 Wat verandert er in de fysiotherapie door DTF? ................................................................................... 4
1.3.1 Patiënten instroom VOOR DTF: ........................................................................................................ 4
1.3.2 Patiënten instroom NA DTF: ............................................................................................................. 5
1.3.3 Methodisch handelen ....................................................................................................................... 5
1.4 Screeningsproces: .................................................................................................................................. 6
1.4.1 Wat is het screeningsproces: ............................................................................................................ 6
1.4.2 Wat doen we tijdens het screeningsproces? .................................................................................... 6
1.4.3 Screeningssituaties: .......................................................................................................................... 7
1.5 Juridische aspecten: .............................................................................................................................. 8
1.5.1 BIG Wet: ............................................................................................................................................ 8
3 De student koppelt de inhoud van de KNGF-richtlijn enkelletsel (deel B het screeningsproces) aan het
screeningsproces. .......................................................................................................................................... 13
4 De student reproduceert de descriptieve anatomie van de enkel en knie (ossale, ligamentaire,
myogene structuren). .................................................................................................................................... 15
5 De student verklaart wat screeningstesten zijn en licht hierbij de ottawa ankle rules en ottawa knee
rules toe. ....................................................................................................................................................... 18
5.1 Wat zijn screeningstesten: .................................................................................................................. 18
6 De student beschrijft wat validiteit inhoudt en welke vormen hiervan zijn. .......................................... 20
6.1 Wat is validiteit: .................................................................................................................................. 20
6.2 Face validity of indruksvaliditeit: ......................................................................................................... 20
1
, 6.3 Expert validity of expertvaliditeit: ....................................................................................................... 20
6.4 Content validity of inhoudsvaliditeit: .................................................................................................. 20
6.5 Construct validity of begripsvaliditeit:................................................................................................. 20
7 De student verklaart de begrippen sensitiviteit, specificiteit, positieve en negatieve voorspellende
waarde aan de hand van een 2x2 tabel.......................................................................................................... 22
7.1 Wat is sensitiviteit en specificiteit? ..................................................................................................... 22
7.5 Vierveldentabel of 2x2 tabel: .............................................................................................................. 23
8 De student beredeneert welke consequenties sensitiviteit en specificiteit hebben bij testen en past
hierbij de regel ‘SpIn and SnOut’ toe. ............................................................................................................ 25
,Taak 1 De gevallen oudere
Kim is fysiotherapeute in opleiding bij een eerstelijnspraktijk in Brunssum. Daar behandelt ze
mevrouw Smits 61 jaar voor onderhoud van haar algehele conditie. Vandaag is mevrouw Smits
gebracht door haar man in een rolstoel, omdat zij twee dagen geleden is gevallen van de onderste
treden van de trap toen zij de wasmand in de handen had. Zij heeft zich opgevangen met de
linkervoet en is ook op haar linker knie terecht gekomen. Kim doorloopt het gehele screeningsproces
als volgt:
DTF: Mevrouw Smits, 61 jaar, DTF status na val.
1a. Aanmelding → Uitleg procedure screeningsgesprek.
1b. Inventarisatie hulpvraag → Reden contact: Mevrouw is gisteren gevallen van de trap en heeft
nu pijnklachten aan de linkerknie en –enkel. Hulpvraag: Zij wilt weten wat er aan de hand is met de
knie en enkel en wilt graag weer kunnen lopen en participeren in dagelijkse bezigheden, hobby’s
(tuinieren, tennis).
1c. Screening ‘pluis / niet pluis’ →
Zij voelt pijn (VAS 30mm/ NRPS 3) in de knie, welke ook stijf aanvoelt met name wanneer deze
langer in 1 houding heeft gezeten (bijv. bij opstaan uit een stoel na zitten). Daarnaast voelt zij
stekende pijn (VAS 80 mm/ NRPS 8) in de enkel bij belasten aan de laterale zijde rond de malleolus.
De enkel is ook gezwollen en blauw van kleur. Zij durft hierdoor ook niet op de enkel te staan, alleen
licht op de tenen. Bewegen van de enkel geeft ook felle pijnscheuten. Zij heeft alleen korte stukjes
gehinkt binnenshuis. Haar partner ondersteunt haar in haar dagelijkse bezigheden en heeft al
elleboogkrukken gehaald. Zij heeft een paracetemol gepakt tegen de pijn, dit geeft iets verlichting. In
de tractusanamnese uit zij verder geen andere klachten van duizeligheid, misselijk o.i.d. Zij is met
name beperkt in het huishouden (o.a. stofzuigen, koken, afwassen) PSK 90 mm, autorijden PSK 100
mm en boodschappen PSK 100 mm.
Beslismoment na screeningsgesprek: Niet pluis, verdenking op een fractuur enkel en/of knie, welke
een rode vlag is. Hierbij dienen ook de Ottawa Ankle Rules (KNGF Richtlijn Enkellestel) en de Ottawa
Knee Rules (artikel Bachmann 2004/evidence-based statement acuut knieletsel 2015) uitgevoerd te
worden om radiografie in/uit te sluiten.
Ottawa Ankle Rules → Radiografie is alleen geïndiceerd indien de patiënt pijn aangeeft in het
malleolaire gebied en er sprake is van:
• onvermogen de enkel te belasten (vier stappen 2×2-lopen zonder hulp) → niet mogelijk.
• pijn bij palpatie van dorsale of caudale zijde van de laterale malleolus (onderste 6 cm) → erg pijnlijk.
• pijn bij palpatie van dorsale of caudale zijde van de mediale malleolus (onderste 6 cm) → geen
bijzonderheden.
• pijn bij palpatie van de basis van het os metatarsale V → geen bijzonderheden.
• pijn bij palpatie van het os naviculare → geen bijzonderheden.
De beoordeling van de Ottawa Ankle Rules is het meest valide wanneer dit binnen 48 uur plaatsvindt
(sensitiveit 99,6%). Kim weet dat een hoge sensitiveit betekent dat de test een aandoening kan
uitsluiten volgens de SpIn SnOut regel.
Ottawa Knee Rules → Radiografie is alleen geïndiceerd indien de patiënt zich meldt met één van de
volgende criteria:
,• ouder dan 55 jaar → positief.
• geïsoleerde pijn t.h.v. de knieschijf (zonder botpijn elders op de knie) → niet aanwezig.
• pijn t.h.v. de fibulakop → niet aanwezig.
• onmogelijk om de knie in 90° flexie te brengen → Dit is wel mogelijk.
• onmogelijk om onmiddellijk en op de spoedgevallendienst gewicht te dragen tijdens vier stappen
(onmogelijk om tweemaal op elk been steunend gewicht te verplaatsen, met of zonder manken) → Dit
is niet mogelijk vanwege pijn aan de enkel.
Beslismoment → Niet-pluis, verdenking op enkelfractuur waarvoor de patiënt teruggestuurd wordt
naar de huisarts.
1d. Informeren / adviseren → Terugkoppelen van de informatie naar de patiënt met de gepaste
verbale als non-verbale communicatie.
Algemeen
Deze taak loopt van maandag 4 mei tot en met donderdag 7 mei. Let op; Taak 1 wordt opgestart
tijdens VH 0.1 op maandag 4 mei i.v.m. Bevrijdingsdag.
Centrale probleemstelling:
Hoe ziet het screeningsproces eruit bij een gevallen oudere en hoe interpreteer ik de
screeningstesten?
1
,Doelstellingen Vaardigheden:
1. De student neemt in een rollenspel een screeningsgesprek af en inventariseert hierin de
hulpvraag, aard, locatie, het beloop, de intensiteit en de samenhang van de klacht, het
mechanisch karakter van de klacht en de tractusanamnese.
2. De student voert de ottawa ankle rules en ottawa knee rules uit.
3. De student interpreteert de uitkomst van het screeningsgesprek en de screeningstesten en
koppelt deze terug naar de patiënt in het kader van een niet-pluissituatie.
Doelstellingen kennis:
1. De student legt de algemene doelstellingen, de procedure en de werkwijze van het
screeningsproces uit en weet dit te plaatsen binnen het Fysiotherapeutisch Methodisch
Handelen.
2. De student legt uit wat rode, gele, blauwe en zwarte vlaggen zijn.
3. De student koppelt de inhoud van de KNGF-richtlijn enkelletsel (deel B het screeningsproces)
aan het screeningsproces.
4. De student reproduceert de descriptieve anatomie van de enkel en knie (ossale, ligamentaire,
myogene structuren).
5. De student verklaart wat screeningstesten zijn en licht hierbij de ottawa ankle rules en ottawa
knee rules toe.
6. De student beschrijft wat validiteit inhoudt en welke vormen hiervan zijn.
7. De student verklaart de begrippen sensitiviteit, specificiteit, positieve en negatieve
voorspellende waarde aan de hand van een 2x2 tabel.
8. De student beredeneert welke consequenties sensitiviteit en specificiteit hebben bij testen en
past hierbij de regel ‘SpIn and SnOut’ toe.
2
,1 De student legt de algemene doelstellingen, de procedure en de
werkwijze van het screeningsproces uit en weet dit te plaatsen
binnen het Fysiotherapeutisch Methodisch Handelen.
Bron: Moodle, Weblecture DTF
Bron: BSL, Fysiotherapie, proces en werkwijze: Hoofdstuk 6: Aanmelding
1.1 Wat is DTF?
• Recht van alle patiënten een onderzoek, evaluatie en behandeling te ontvangen zonder
tussenkomst van een verwijzer
• Direct naar de fysiotherapeut zonder een verwijsbrief van een arts of specialist
• DTF sinds 2006 van toepassing voor fysiotherapie
1.2 Voor -en nadelen van direct toegankelijke fysiotherapie:
1.2.1 Voordelen / kansen:
• Snelheid:
o Effectiever en sneller kunnen behandelen van de patiënt
o Dit leidt tot een betere preventie/ voorkomen erger letsel en sneller herstel
• Effectievere en meer adequate zorg door de fysiotherapeut
o Dit zorgt voor een beperking in kosten
o Is de zorg effectiever dan zal de patiënt minder snel en minder vaak moet komen.
Dit zorgt voor minder kosten.
• Bevordering en erkenning van de professionaliteit van de fysiotherapeut
o Meer kennis in de kwaliteiten van de fysiotherapeut
o Wat kan fysiotherapie betekenen voor de patiënt
• Betere toestroom van patiënten
• Vergroting werksatisfactie
o Bevrediging/ ervaren van geluk
• Verlaging van de drempel voor de patiënt
o Patiënt moet niet per se naar een arts voor een verwijzing
• Ontlasten van de verwijzers
• Verwijzers hebben onvoldoende zicht op de mogelijkheden van de fysiotherapie
o Hierdoor kan er minder snel doorverwezen worden wanneer er niet via DTF wordt
gewerkt.
3
,Nadelen / Bedreigingen:
• Te lage drempel voor bepaalde groepen
• Is er voor iedere persoon een indicatie voor fysiotherapie?
• Aansprakelijkheid bij een foute diagnose
• Onbekendheid met andere pathologie
• Ontbreken van goede afspraken met de medici
• Onvoldoende bekendheid van het dossier van de patiënt
• Controlefunctie van de arts ontbreekt
• Onvoldoende diagnostische kennis
• Verhoging van werkdruk fysiotherapie door toestroom patiënten
• Verhoging werkdruk door noodzaak bijscholing
• Onderlinge concurrentie tussen fysiotherapeuten
1.3 Wat verandert er in de fysiotherapie door DTF?
• De patiënten instroom veranderd t.o.v. voorheen DTF
• De fases binnen het diagnostisch proces van het methodisch handelen veranderen
• Juridische aansprakelijkheid verandert
1.3.1 Patiënten instroom VOOR DTF:
4
,1.3.2 Patiënten instroom NA DTF:
1.3.3 Methodisch handelen
• Het screeningsproces is opgebouwd uit dezelfde elementen als het methodisch handelen:
o Doelgericht
o Systematisch
o Procesmatig
o Bewust
• Door het toepassen van DTF zullen er enkele stappen binnen het FMH bijkomen:
o Aanmelding
o Inventarisatie hulpvraag
o Screening pluis / niet pluis
o Informeren & adviseren
5
, 1.4 Screeningsproces:
1.4.1 Wat is het screeningsproces:
• Een proces waarbij het identificeren van een patroon van symptomen, dat wijst op de
mogelijke aanwezigheid van een aandoening waardoor medische expertise gewenst in
welk geval noodzakelijk is, op de voorgrond staat
• Screening is een proces dat de fysiotherapeut leidt tot de beslissing of verder
fysiotherapeutisch onderzoek geïndiceerd is
SCREENEN ≠ DIAGNOSTICEREN
1.4.2 Wat doen we tijdens het screeningsproces?
• Er wordt onderzocht of er een INDICATIE VOOR FYSIOTHERAPIE is
• Het screeningsproces neemt een specifieke invulling van fase 1 binnen het FMH in
• OPGELET: binnen het screeningsproces zal er geen diagnose gesteld worden!
• DOEL = Is er sprake van een pluis/niet-pluissituatie.
o Fysiotherapeut maakt onderscheid tussen aanwezigheid van een bekend of
onbekend dan wel afwijkend patroon, van een normaal of afwijkend beloop
o Hij screent op aanwezigheid van tekens en symptomen die kunnen duiden op
aanwezigheid van ernstige onderliggende pathologieën of aandoeningen.
o Deze tekens en symptomen worden rode vlaggen genoemd.
o Een rode vlag wordt toegekend bij de mogelijke aanwezigheid van een ernstige
ziekte of aandoening.
o Onderscheiden ook nog ander vlaggen (zie leerdoel 2)
• Na de screening beslist de fysiotherapeut of er een indicatie is voor fysiotherapie of dat de
patiënt wordt geadviseerd contact op te nemen met de huisarts.
• In geval van DTF is er geen verwijzer of medebehandelaar. De (huis)arts wordt nu gezien als
derde. Om derden te mogen informeren of om informatie van derden in te winnen, moet de
patiënt in kwestie toestemming geven. Het verdient aanbeveling hiervan een notitie in het
verslag te maken.
SCREENEN = HERKENNEN VAN RISICOFACTOREN
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fysioprozuyd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.