100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting GLV ''Geloof je het zelf'' H2,3,4,8,10,11,15 $3.22
Add to cart

Summary

Samenvatting GLV ''Geloof je het zelf'' H2,3,4,8,10,11,15

2 reviews
 287 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle informatie voor een leuke prijs. Deze aanbieding is tijdelijk! Uit het boek ''Geloof je het zelf'' heb ik enkele hoofdstukken samengevat. Ik denk dat je door deze samenvatting een helder beeld krijgt van wat er gezegd wordt in het boek. Succes

Preview 3 out of 12  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2,3,4,8, 10,11,15
  • October 5, 2014
  • 12
  • 2014/2015
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: rosabuijs • 3 year ago

review-writer-avatar

By: chinachoice_mariska • 6 year ago

avatar-seller
Geloof je het zelf?


Hoofdstuk 2:
Levensbeschouwelijke vragen: vragen die niet altijd even makkelijk te beantwoorden zijn, vragen die je bestaan
raken. Wetenschappelijke theorieën vertellen dat alle mensen dezelfde fases doorlopen, waarin gemeenschap-
pelijke thema’s een hoofdrol spelen. Het doel van ontwikkelingspsychologie is het
herkenen,beschrijven,verklaren en voorspellen van ontwikkelingsprocessen en uitkomsten. Centraal stond: De
kinderjaren. Ze gingen er van uit de ontwikkeling/veranderingen plaatsvonden in de kinderjaren en
volwassenheid het einddoel was. Ontwikkelen heeft alles te maken met verandering en vooruitgang.
De antwoorden die leerlingen geven op levensvragen hebben invloed op hun gedrag in verschillende
domeinen:privédomein thuis, sociale domein van de buurt en van school. Het zelfbeeld van kinderen veranderd
in de loop van de tijd. Deze verandering is kenmerken voor de ontwikkeling van een leerling op sociaal-
emotioneel, psychosociaal, moreel en levensbeschouwelijk gebied.

Sociaal emotioneel: Bij deze ontwikkeling gaat het over de waardering van ervaringen met anderen, concrete
manier van omgaan met anderen en het leren hanteren van gevoelens t.o.v. die ander. Nu zijn er veel sociale
vaardigheid trainingen. Daniel Goleman (psycholoog uit VS) wist het belang van emotionele intelligentie bij een
breed publiek onder aandacht te brengen via zijn boek: Emotionele intelligentie. Emoties als sleutel tot succes.

Psychosociale ontwikkeling: Voorbeeldfiguur erg belangrijk. Het begrip identiteit vindt Erikson hier erg
belangrijk: Nadruk op de relatie van het individu met de omgeving, en de manier waarop dilemma’s in die
omgeving bijdragen aan de ontwikkeling van de identiteit van de persoon.
Erikson onderscheidt 8 fasen en koppelt elke fase aan een ontwikkelingstaak die het gedrag beïnvloedt. De
uitvoering van deze taak kan in 2 tegenstellingen, aan de ene kant de positieve oplossing en aan de andere kant
de negatieve.
Leeftijd Tegenstellingen Kernwoorden
1 Vertrouwen vs wantrouwen Voeding, warmte, hoop
2-3 Autonomie vs afhankelijkheid Kiezen, grenzen, wilskracht
4-5 Initiatief vs passiviteit Geweten, doelgerichtheid
6-12 Constructiviteit vs inferioriteit Bekwaamheid, competentie
12-19 Identiteit vs rolverwarring Zelfstandig optreden, trouw
19-35 Intimiteit vs isolement Ego-identiteit, verbinding
35-55 Generativiteit vs stagnatie Zorg voor volgende generatie
55- … Ego-integriteit vs wanhoop Wijsheid, betekenisgeving
Lukt het niet om in een fase het conflict tussen de tegenstellingen op te lossen, dan gaat dit in de volgende fase
door. Het kan zijn dat je de achterstand kan herstellen. Dit worden volgens Erikson zwakke plekken binnen
jezelf.
Fase 1: vertrouwen vs. Wantrouwen
Een kind voelt zich van jongs af aan al veilig en weet dat als hij schreeuwt, aandacht krijgt. Hier word een basis
gelegd van weten dat je er mag zijn, veiligheid, erkenning. Kinderen die dat niet hebben groeien op met
schuldgevoelens, angst. Dit leidt tot passiviteit en afhankelijkheid. Zij kunnen pas verder in hun levens-
beschouwelijke ontwikkeling als is voldaan aan de behoefte van veiligheid.

Fase 2: autonomie vs. Afhankelijkheid.
Kinderen van 1,5 tot 3 jaar zitten soms in de koppigheidsfase. Ze zijn koppig en op alle vragen is het antwoord
‘nee’. Dit doen ze om de eigen macht te laten voelen. De levenstaak is hier het ontwikkelen van eigen
zekerheid tegenover het verlegen zijn met jezelf. Als de balans tussen autonomie en afhankelijkheid zoek is bij
een kind, moet de leerkracht duidelijke grenzen en structuren stellen.

Fase 3: initiatief versus passiviteit
‘Nu het kind er vast van overtuigd is dat het een eigen persoon is, moet het gaan ontdekken wat voor soort
persoon het kan worden’. In deze fase gaat het om het leren doelgericht en zelfstandig initiatief te nemen,
leren mislukkingen te boven te komen en leren om te gaan met je omgeving. Als een kind passiviteit vertoond
(opvoeders wijzen initiatieven kind af!) zou je het ruimte moeten geven om te kunnen experimenteren.

,Geloof je het zelf?


Fase 4: constructiviteit vs. Inferioriteit.
Door zich competent te voelen, ontwikkelen kinderen de durf om dingen aan te pakken. Wanneer een kind
steeds boodschappen ontvang dat zij het niet goed doet ontstaat er inferioriteit. Gedrag kinderen constructief
beoordelen betekent: belonen en toch ruimte geven voor fouten. Durf en zelfvertrouwen geven en toch de
confrontatie met wat het kind niet kan aangaan. Hierdoor leert het zijn zwakke plekken kennen.

de de de
De 5 , 6 en 7 fases worden maar kort behandeld, omdat die niet van toepassing zijn op de basisschool.
Fase 5: de pubertijd. Het kind vormt zijn identiteit of krijgt last van rolverwarring (intimiteit vs. Isolement)
Fase 6: relaties worden opgebouwd en vormgegeven (generativiteit vs. Stagnatie)
Fase 7: het leven van de jongere generatie wordt van belang (integriteit vs. Wanhoop)
Fase 8: terugblikken op je leven in tevredenheid en kunnen loslaten is hier de levenstaak.

Bij morele discussies, tijdens de lessen levensbeschouwing is differentiatie belangrijk. Ieder kind mag zijn
mening hebben, maar ontwikkelt zich in het formuleren van redeneren en argumentatie. Kohlberg onderscheid
3 niveaus met 2 substadia’s: Dilemma van Heinzz (Geen geld voor geneesmiddel te kopen, dus stelen???)
Niveau Stadium
1 Preconventionele moraliteit: Kinderen doen 1 Oriëntatie op straf en gehoorzaamheid
dingen om beloningen en straf te vermijden. 2 Instrumentele oriëntatie
2 Conventionele moraliteit:besef dat regels 3 Inter-persoonlijke oriëntatie
volgen sociale waardering oplevert. 4 Oriëntatie op wetten en plichten
3 Postconventionele moraliteit: persoonlijke 5 Oriëntatie op sociale contacten
keuzes worden gemaakt en algemene principes 6 Oriëntatie op universele ethische principes.
staan hierbij voorop.

Stadium 1: een goede of slechte daad wordt op basis van de gevolgen beoordeeld.
Vb. : ‘’Geen ruit ingooien om het medicijn te stelen. Want als je een ruit ingooit krijg je straf’’
Stadium 2: kinderen houden zich vooral aan de regels doordat ze eigenbelang nastreven.
Vb. : ‘’Heinz moet wel het medicijn stelen, anders verliest hij zijn vrouw en dat is heel erg voor hem’’
Stadium 3: het naleven van regels is nodig, omdat anderen om wie je geeft dat van je verwachten.
Vb. : ‘’Heinz zal het medicijn niet stelen. Dat kan hij gewoon niet maken: Stelen is een misdaad’’
Stadium 4: moraliteit is gebaseerd op het strikt naleven van wetten en verplichtingen uit de maatschappij.
Vb. : ‘’Logisch dat hij het medicijn wilt stelen, maar dat is ook in een ernstige situatie volgens de wet fout’’
Stadium 5: nadruk op persoonlijke waarden en rechten van de mens, maar een grote groep mensen moet het
hiermee eens zijn.
Vb. : ‘’Ik kan me wel voorstellen dat Heinz het medicijn steelt, maar daarmee kan ik zijn gedrag niet
goedkeuren’’
Stadium 6: er wordt geredeneerd vanuit persoonlijke morele beginselen.
Vb. : ‘’Stelen van het medicijn is hier niet verkeerd. Als je moet kiezen tussen het overtreden van een wet
of een mensenleven, is dat mensenleven belangrijker’’

De 7 stadia van James W. Fowler:
Fowler gebruikt in zijn theorie over levensbeschouwelijke ontwikkeling het begrip:Fait (Geloof, vertrouwen of
levensbeschouwing) in onderscheid tot religie: Het overgeleverde en op elkaar voortbordurende tradities in
velerlei vormen; Faith is de instemming op die tradities en het vertrouwen op de waarde daarvan voor het
eigen leven. Sensitief en actief luisteren.

De 4 fasen van Kieran Egan:
e
Hij richt zich vooral op de ontwikkeling van het schoolgaande kind; de 1 fase in zijn theorie begint dan ook bij
een kind van 4/5 jaar.

, Geloof je het zelf?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bartvanbeuzekom. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.22  1x  sold
  • (2)
Add to cart
Added