Deze samenvatting is gemaakt door Samengevat. Daarbij heb ik de belangrijke personen, jaartallen en begrippen toegevoegd als extra informatie. Ook heb ik een overzicht van de kenmerkende aspecten bijgevoegd die passen bij deze onderwerpen.
KENMERKENDE ASPECTEN:
37. de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie
38. het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme
39. de crisis van het wereldkapitalisme
40. het voeren van twee wereldoorlogen
41. racisme en discriminatie die leiden tot genocide, in het bijzonder op de joden
42. de Duitse bezetting van Nederland
43. verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
44. vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
45. de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
46. de dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
47. de eenwording van Europa
48. de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw
aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
49. de ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
§1 TWEE IDEOLOGISCHE BLOKKEN
Waardoor raakte Europa verdeeld in twee ideologische blokken en waardoor groeit de
spanning tussen deze blokken, 1945-1955?
1. De belangrijkste twee overwinnende landen van de Tweede Wereldoorlog, de
Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, worden van bondgenoten vijanden door
terugkerend ideologisch wantrouwen en verschillen van inzicht met betrekking tot de
toekomst van Duitsland en Europa vanaf 1945.
2. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt de militaire grens die dwars door
Duitsland en Europa loopt daardoor onbedoeld ook een ideologische grens tussen
het Westen en het Oosten.
3. Beide blokken vertegenwoordigen een tegengesteld politiek-maatschappelijk
systeem en beschuldigen elkaar ervan de macht in Europa te willen grijpen om
vervolgens hun systeem op te leggen aan de andere landen. Om sterker te staan
richten de blokken eigen militaire bondgenootschappen op.
Verklaring van de begin- en eindtijd
1945: na de Tweede Wereldoorlog nemen de spanningen tussen de twee machtigste
overwinnende landen, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, snel toe. Door onenigheid
over de toekomst van Duitsland en Europa en de tegengestelde politieke ideologie groeit het
wantrouwen tussen de twee supermachten en begint de zogeheten Koude Oorlog.
1991: het einde van het communistische bewind in de Sovjet-Unie betekent ook het einde
van de Koude Oorlog.
,Jaartallen
1917: Oktoberrevolutie in Rusland. De Communistische Partij onder leiding van Lenin grijpt
de macht. Rusland wordt een eenpartijstaat en krijgt een andere naam: de Sovjet-Unie.
Ideologie: Marxisme-Leninisme.
1941: De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie worden bondgenoten in de Tweede
Wereldoorlog. Samen met de andere geallieerde landen strijden ze tegen de as-
mogendheden.
1945: Einde Tweede Wereldoorlog. Conferentie van Potsdam (juli). Atoombom op Hiroshima
(augustus)
1947: Trumandoctrine en stimuleren Europese samenwerking door middel van Marshallplan
1949: Blokkade van Berlijn (juni 1948 – mei 1949). Oprichting Navo
1950: Redevoering van senator McCarthy
1953: Dood Stalin
1955: Oprichting Warschaupact
Begrippen
As-mogendheden: de alliantie tussen Duitsland, Italië en Japan tijdens de Tweede
Wereldoolrog.
Blokkade van Berlijn: in 1948 introduceerden Amerika, Engeland en Frankrijk een nieuwe
munt in hun bezettingszones in Duitsland. Volgens Stalin was dit in strijd met eerder
gemaakte afspraken. Op 24 juni 1948 liet hij West-Berlijn afsluiten. Daarop stelden de
geallieerden een luchtbrug in. In 1949 hief Stalin de blokkade op.
Conferentie van Potsdam: een bijeenkomst (17 juli – 2 augustus 1945) van de Sovjet-Unie
(Stalin), Engeland (Attlee) en de Verenigde Staten (Truman) in Potsdam om te beslissen over
de manier waarop Duitsland voortaan zou worden geregeerd. Gekozen werd voor een
verdeling van zowel Duitsland als Berlijn in vier zones.
Ideologische machtsblokken/invloedssferen: tijdens de Koude Oorlog was er sprake van
twee invloedssferen of ideologische machtsblokken, elk met zijn eigen stelsel van ideeën
over de manier waarop een samenleving zou moeten worden ingericht. Hieronder vallen
ook de militaire bondgenootschappen NAVO (met de Verenigde Staten als centrale macht)
en het Warschaupact (met de Sovjet-Unie als centrale macht.
Kapitalisme: economisch systeem waarin particuliere ondernemers met behulp van vrije
arbeid goederen en diensten produceren met het doel zo veel mogelijk winst te maken door
ze op de vrije markt te verkopen.
Totalitaire staat: een staat waarin de regering bijna de volledige controle heeft over het
dagelijkse leven van mensen, zowel op politiek en cultureel als op sociaal en economisch
terrein.
Trumandoctrine: ook bekend als Containmentpolitiek: president Truman beloofde in 1947
financiële en militaire steun aan alle landen die het communisme buiten de deur wensten te
houden.
Volksdemocratieën: de communistische variant van een democratie. Een voorbeeld van een
volksdemocratie was de Democratische Republiek Duitsland (DDR): bij verkiezingen kon
alleen gekozen worden uit leden van de communistische partij.
Wapenwedloop: een strijd tussen grootmachten waarbij men de overhand probeert te
krijgen door meer en geavanceerde wapens te produceren dan de ander.
Wereldrevolutie: het communistische begrip voor het omverwerpen van het kapitalisme in
alle landen door middel van revoluties door een georganiseerde arbeidersklasse.
, Personen
Josef Stalin (1878-1953)
- Leider van de Communistische
Partij van de Sovjet-Unie
Stalin ontwikkelde zich tot een
meedogenloze alleenheerser. Hij liet de
economie drastisch hervormen. Privé-
eigendom werd afgeschaft en alle
economische sectoren kwamen onder
controle van de staat. In zogenoemde
vijfjarenplannen werd vastgelegd hoeveel
er geproduceerd moest worden in de
fabrieken en in de landbouw. Stalin liet
tegenstanders oppakken en naar
strafkampen in Siberië deporteren.
Harry Truman (1884-1953)
- President van de Verenigde Staten
- Lid van de Democratische Partij in
de VS
Harry Truman was president toen de
Tweede Wereldoorlog eindigde en de
Koude Oorlog begon. Hij nam de beslissing
om atoombommen te werpen op de
Japanse steden Hiroshima en Nagasaki. Hij
kondigde ook de zogenoemde
Trumandoctrine af. Onder deze strategische
doctrine viel ook het verlenen van de
Marshallhulp.
De Russische revolutie
Verandering. 1917: Oktoberrevolutie onder leiding van Lenin.
Gevolg. De Communistische Partij grijpt de macht.
Doel communisten:
- Proletarische wereldrevolutie
- Klasseloze samenleving
1924: Partijleider Lenin overlijdt. Opvolging is niet duidelijk vastgelegd.
Gevolg. Machtsstrijd binnen de Communistische Partij.
Gevolg. Jozef Stalin wordt de nieuwe leider van de Communistische Partij en van de Sovjet-
Unie. De Sovjet-Unie wordt onder Stalin een volledig totalitaire staat.
Gevolg. Dictatuur van de Communistische Partij en economie komen onder staatscontrole.
Nieuwe machtsverhoudingen in Europa
Tijdens de Tweede Wereldoorlog strijden de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie samen
tegen de As-mogendheden: Duitsland en Italië. Tegen het einde van de oorlog leiden
meningsverschillen tot toenemende spanningen en groeiend wantrouwen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisewalstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.