37 – de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
Door de verbeterde communicatiemiddelen in de industriële samenleving kwamen in het
begin van de 20e eeuw massapropaganda en massaorganisaties tot ontwikkeling. In de
totalitaire staten was de propaganda alomtegenwoordig en moest iedereen lid worden van
massaorganisaties
Opkomst industrie nieuwe sociale verbanden: vakbonden + politieke partijen
Democratisering zorgde ervoor dat de bevolking mondiger en invloedrijker werd
invloed van de publieke opinie nam toe
- Communicatiemiddelen: de wijzen waarop berichten kunnen worden doorgegeven
- Propaganda: het proberen te beïnvloeden van andermans opinie
- Massaorganisaties: vereniging van een enorm grote groep mensen waarbij het individueel
belang ondergeschikt is aan het collectief belang (= totalitaire systemen maakten in grote
mate gebruik van propaganda om de massa te indoctrineren)
38 – het in de praktijk brengen van totalitaire ideologieën communisme en fascisme /
nationaalsocialisme
Na de Eerste Wereldoorlog werden de ideologieën van het communisme, fascisme en
nationaalsocialisme in praktijk gebracht in de Sovjet-Unie, Italië en Duitsland. In deze
totalitaire staten wilde de overheid een totale controle van de maatschappij, inclusief het
denken en doen van alle mensen. Kenmerkend voor het systeem waren brute onderdrukking
en verheerlijking van de leider.
Totalitaire ideologie: ideologie (= verzameling van denkbeelden) die de volledige samenleving
beheerst
Wanneer er sprake is van een totalitaire staat, dan staat de politiek, economie, filosofie,
godsdienst, cultuur en het sociale leven volledig in dienst van de ideologie. Er is geen sprake van
individuele vrijheid.
Communistisch Rusland
Ideologie die uitgaat van volledige gelijkheid van mensen en tegen particulier bezit.
bolsjewieken (communisten) grijpen in 1917 olv Lenin de macht tijdens de oktoberrevolutie
vanaf 1918 terroriseerde de Russische geheime dienst, de Tsjeka, de Russische bevolking; de
rode terreur 1921 wordt de Sovjet-Unie opgericht
na Lenins dood neemt stalin (1927) de macht over en verhevigt de terreur
collectivisatie van de landbouw: Kolchozen (collectieve boerderijen) en Sovhozen
(staatsboerderijen)
Vijfjaren plannen ingevoerd koelakken werden naar de Goelag-archipel verbannen
Nazi-Duitsland: gelijkschakeling, maatregelen om Nazi-Duitsland te vormen
Fascistisch Italië: orde door rust en sterk gezag 1922 mussolini grijpt de macht en vestigt
een fascistisch dictatuur die tot 1944 zou duren
, 39 – de crisis van het wereldkapitalisme
De jaren 1920 waren een tijd van optimisme, bloeiend kapitalisme en een groeiende de
wereldeconomie, maar in 1929 ontstond in de VS een economische crisis. Door de
internationale economische banden liep deze in veel landen uit op een langdurige en diepe
depressie met massale werkloosheid en armoede. In een aantal landen reageerden
regeringen op de crisis door te bezuinigen op hun uitgaven. Andere regeringen bestreden de
crisis door in te grijpen in de economie, zoals het met geld scheppen van werkgelegenheid.
Roaring twenties:
Verdubbeling industriële productie invoer loopband: massaproductie
Elektriciteit vraag naar luxegoederen neemt toe
Reclame speelt hierop in
Amerikanen konden leningen afleggen door dingen te kopen consumptiemaatschappij
Platteland: grote vraag naar landbouwproducten in WO I, na WO I overschotten = faillissement
Zwarte donderdag: veel aandelen werden met geleend geld gekocht. Aandelen koers ging naar
beneden. Veel aandeelhouders verkochten massaal hun aandelen beurskrach
Gevolgen beurskrach:
Aandelen verliezen hun waarde
Consumenten halen geld weg bij de banken
Banken gaan failliet geen leningen koopkracht daling minder vraag naar producten
bedrijven gaan failliet
Overheid stopte de leningen aan Europa geen internationale handel wereldcrisis
De overheid kocht de overschotten uit de landbouw op
Het werkloosheidsprobleem verdween pas echt door WOII
Interbellum: periode tussen de twee WO in
40 – het voeren van twee wereldoorlogen
Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) waren het nationalisme, militarisme en
de wapenwedloop in de voorafgaande jaren. Duitsland en Oostenrijk (de centralen)
bestreden Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en de VS (de geallieerden). Door de langdurige
loopgravenoorlog en het gebruik van moderne wapens kwamen negen miljoen soldaten om.
Bij de Vrede van Versailles werd Duitsland zwaar gestraft. Het verloor grondgebied en al zijn
kolonies en kreeg hoge herstelbetalingen opgelegd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambervandenboogaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.09. You're not tied to anything after your purchase.