Hoofdstuk 10
Paragraaf 1
Er zijn twee soorten analysetechnieken:
- Kwalitatieve analyse, welke stof (heb ik hem of niet?)
- Kwantitatieve analyse, hoeveelheid van een stof
Gaschromatografie werkt hetzelfde als papierchromatografie. Je hebt een mobiele fase, dit
kan een gas of een vloeistof zijn. Deze stof mag niet reageren met het andere gas. De
stationaire fase is een onderdeel van waar de scheiding plaatsvindt. Dit gebeurt in de kolom,
hierin zit een dun laagje gel, een (a)polaire stof. Die zal de andere polaire stof aantrekken, de
apolaire stof is dan sneller. Door de kolom gaat een constante stroom van een gas, het
dragergas. Aan het einde van de kolom staat een detector, als de stof hier langs komt, geeft
deze een signaal af. Zo krijg je chromatogram. De retentietijd is de tijd tussen injectie en
detectie. Met de retentietijd kun je een stof identificeren. De oppervlakte onder de grafiek is
een maat voor de hoeveelheid stof die de detector passeert.
Paragraaf 2
Bij massaspectrometrie vindt ionisatie plaats. Daardoor verliest een molecuul een elektron
en wordt positief geladen; een moleculair ion. Daardoor is het verzwakt en valt het uiteen in
fragmenten. De fragmenten komen dan in een magneetveld dat loodrecht op de
bewegingsrichting staat. Daardoor buigen ze af. De mate van afbuiging is afhankelijk van de
massa en lading van het ion (massa : lading, meestal +1). Aan het einde staat een detector
die een massaspectrum maakt. Een massaspectrum is kenmerkend voor een stof.
Paragraaf 3
Moleculen hebben een driedimensionale structuur door de verdeling van de elektronen. Bij
een tetraëdische omringing wordt een centraal C atoom omringd wordt door 4 atomen, die
elk op de hoekpunten van een denkbeeldig viervlak zijn gelegen. Enkele bindingen en
ringstructuren kunnen draaien om hun as, het zijn starre bindingen.
Bij structuur isomeren is de atoomvolgorde verschillend. Bij stereo-isomeren is de
ruimtelijke rangschikking, de configuratie, verschillend. Dit is het geval bij cis -trans isomerie.
Bij cis bevinden de atomen zich aan dezelfde zijde, bij trans bevinden ze zich aan
verschillende zijden. Voor cis-trans isomerie moet een dubbele binding of ringstructuur
aanwezig zijn. Er mogen niet 2 dezelfde groepen aan een kant van het C atoom zitten.
Stoffen met een C-O-C groep in de structuurformule zijn ethers. De alkoxyalkanen vormen
een deelgroep van de ethers. De moleculen van alkoxyalkanen bevatten een O atoom met
aan beide kanten een alkylgroep. Alkoxyalkanen en alkanolen met hetzelfde aantal koolstof
atomen zijn isomeren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Igna. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.68. You're not tied to anything after your purchase.