Hoofdstuk 12: Medicijnen op hun plek
Paragraaf 1
Bij diffusie gaan moleculen van een stof van een plek met hogere concentratie naar een plek
met lagere concentratie. Een celmembraan is een dubbellaag van deeltjes met een
hydrofiele kop en een hydrofobe staart.
Paragraaf 2
Ioniseren is het proces waarbij zuren één of meer protonen (H+ ionen) afstaan. Een zuur dat
in oplossing volledig reageert met water is een sterk zuur. De notatie van een oplossing sterk
zuur HA is H3O+ (aq) + A- (aq)) Een zwak zuur is een stof die in water slechts gedeeltelijk
ioniseert. Er vormt zich een evenwichtsreactie (dus een dubbele pijl). De notatie van een
oplossing zwak zuur HA is HA(aq). Om een reactievergelijking op te stellen, moet je altijd
eerst kijken of een zuur sterk of zwak is. Dit staat in tabel 49, alle zuren onder H 3O+ zijn zwak.
Als je een sterke base in water brengt, nemen alle deeltjes van de base een H+ ion van een
watermolecuul op. Dit noteer je bij O2- bijvoorbeeld zo: O2‒ + H2O → 2 OH‒ . Bij een zwakke
base nemen niet alle moleculen van de base een H+ ion van een watermolecuul op. Dit geef
je weer als een evenwicht, dus weer met dubbele pijl. De oplossing van een zwakke base
noteer je als B (aq). In tabel 49 staan ook de basen, de basen boven OH - zijn zwak.
Een geconjugeerde base is de base die ontstaat bij het ioniseren van een zuur (in water). A- is
dus de geconjugeerde base van HA. Het koppel HA/A- is een zuur-basekoppel. Bij de base B
hoort het geconjugeerde zuur HB+.
De Kz is de zuurconstante. Hoe kleiner de Kz-waarde, des te zwakker is het zuur.
De pH = -log(H3O+), de pKz = -logKz. De Kb is de baseconstante. pKb = -logKb.
PKz + PKb = 14 en Kz x Kb = 1,0 x 10-14
Paragraaf 3
Een reactie waarbij een sterk zuur of een sterke base betrokken is, verloopt altijd. De reactie
is aflopend. Als je zowel een zwak zuur als een zwakke base hebt, moet je kijken of het zuur
en de base die bij de reactie verdwijnen, sterker zijn dan het zuur en de base die bij de
reactie ontstaan.
Paragraaf 4
Van een zure oplossing kun je bepalen wat het percentage van het zuur is dat een H + heeft
afgestaan. Dit is het ionisatiepercentage. Bij een zwak zuur bereken je de pH met de
evenwichtsvoorwaarde en de waarde van de zuurconstante. Ook bij een zwakke base kun je
de pOH bereken met de evenwichtsvoorwaarde en de waarde van de zuurconstante.
Paragraaf 5
De pH van een bufferoplossing blijft constant bij toevoegen van kleine hoeveelheden zuur of
base. Ook bij verdunning verandert de pH niet. Een buffer bestaat uit een zwak zuur met zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Igna. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.68. You're not tied to anything after your purchase.