100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aardrijkskunde, 6VWO, BuiteNLand - samenvatting H5 herhaling aarde $8.56
Add to cart

Summary

Aardrijkskunde, 6VWO, BuiteNLand - samenvatting H5 herhaling aarde

1 review
 90 views  4 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Complete samenvatting van hoofdstuk 5 (herhaling aarde) uit het 6vwo BuiteNLand boek. Ideaal voor het eindexamen. Inclusief begrippenlijst.

Preview 2 out of 11  pages

  • No
  • H5 herhaling aarde
  • April 21, 2021
  • 11
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6

1  review

review-writer-avatar

By: sa2lih • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting aardrijkskunde hoofdstuk 5
5.1 circulatiesystemen
Stralingsbalans
Stralingsbalans van aarde is dynamisch evenwicht tussen in- en
uitstraling. Hoeveelheid straling die uiteindelijk aardoppervlakte
bereikt, hangt af van:
1. Dichtheid wolkendek
2. Breedteligging op aarde
3. Lengte van de dag en zonnestand gedurende de dag

Inkomende straling van de zon is kortgolvig, die straling wordt maar
voor klein deel geabsorbeerd door atmosfeer. Langgolvige straling die
door opgewarmde aardoppervlak wordt uitgestraald, wordt door
broeikasgassen geabsorbeerd. Door verbranding fossiele
brandstoffen is hoeveelheid broeikasgassen toegenomen en wordt
meer langgolvige straling geadsorbeerd (versterkt broeikaseffect).

Aan de top van de atmosfeer: alle inkomende zonnestraling (100)
komt hier binnen. Deel hiervan wordt direct teruggekaatst door stof,
wolken en het aardoppervlak (31). Wat overblijft om het
aardoppervlak en de atmosfeer te verwarmen (69) verlaat de
atmosfeer uiteindelijk als langgolvige straling. Klein deel van die straling heeft alleen het aardoppervlak
opgewarmd (12), het grootste deel heeft ook atmosfeer opgewarmd (57).

De atmosfeer wordt grotendeels opgewarmd door langgolvige straling, die wordt uitgezonden door het
aardoppervlak (102). Daarnaast komt er warmte binnen door directe absorptie van kortgolvige
zonnestraling (20), verdamping van water (latente energie, 23) en voelbare warmte (7). Atmosfeer warmt
op door al deze energie (102 + 20 + 23 + 7 = 152) en geeft die warmte in vorm van straling weer af aan
aardoppervlak (broeikaseffect, 95) en het heelal (57, dus 95 + 57 = 102).

Het aardoppervlak wordt opgewarmd door de zon (49) en de atmosfeer (broeikaseffect, 95). Deze warmte
geeft aardoppervlak grotendeels af in vorm van straling (114). Daarnaast verdampt er water door warmte
(latente energie, 23) en wordt er energie overgedragen aan atmosfeer via voelbare warmte (7). Ook hier
is sprake van een balans: 49 + 95 = 114 + 23 + 7 = 144.

Atmosferische circulatie
Verschillen in opwarming aardoppervlak zorgen voor ontstaan van de atmosferische circulatie, met 5
kenmerken:
1. Wind waait van hogedrukgebied (maximum) naar een lagedrukgebied (minimum). Wet van Buys
Ballot: wind heeft op noordelijk halfrond afwijking naar rechts en op zuidelijk halfrond naar links.
Afwijking is het gevolg van de draaiing en bolvorm van de aarde en noem je het corioliseffect.
2. Een passaat is een stabiele, stevige wind die vanaf het subtropische hogedrukgebied naar de evenaar
waait.
3. Door schuine stand aardas verschuift gedurende het jaar de loodrechte zonnestand van de
Kreeftskeerkring naar de Steenbokskeerkring en weer terug. De ICTZ (intertropische
convergentiezone) beweegt (vooral boven landmassa’s) mee met deze loodrechte zonnestand.
4. Een moesson is een halfjaarlijkse wisselende wind. Ontstaan door verschuiving van de ICTZ tussen de
keerkringen. Op noordelijk halfrond is verschuiving het sterkst vanwege invloed van de grote
landmassa’s. die warmen veel sneller op dan oceanen. Betekent dat tussen april en september
zuidoostpassaat over evenaar naar noordelijk halfrond waait (afwijking naar rechts en gaat uit het
zuidwesten waaien). In Zuid(oost)-Azië is deze wind een zeewind, veroorzaakt natte moesson. In
wintermaanden draait de wind naar het noordoosten, is een landwind en veroorzaakt een droog
seizoen.

, 5. Op onze breedten stijgt warme lucht uit subtropen op tegen koude lucht van
polen. Hier heb je lagedrukgebieden.

Atmosferische circulatie met winden volgens wet van Buys Ballot. Op evenaar vind je
zone met lage luchtdruk: de ICTZ. Hier stijgt warme, vochtige lucht snel op.
Subpolaire lagedrukgebieden rond 60 ˚C N.B. en Z.B. ontstaan doordat hier warme
lucht van lagere breedte botst met koude lucht van hogere breedte. Deze
lagedrukgebieden bewegen van west naar oost. Rond subtropische hogedrukge-
bieden daalt de lucht en vinden we gordel van woestijnen. Dalende lucht wordt
warmer en regendruppels verdampen. Bij koude polen daalt de lucht, met polair
hogedrukgebied als gevolg. Winden vormen schakel tussen deze drukgebieden en
worden daarbij afgebogen volgens wet van Buys Ballot.

Oceanische circulatie
Wind en verschillen in temperatuur en zoutgehalte van zeewater zorgen voor
ontstaan van oceanische circulatie, met 2 kenmerken:
1. Koude en warme zeestromen worden veroorzaakt door wind. Koude zeestroom
komt van hogere breedte, warme zeestroom van lagere breedte.
2. Thermohaliene circulatie wordt veroorzaakt door verschillen in temperatuut
(thermo) en zoutgehalte (halien). Dieptepomp in noordelijke Atlantische Oceaan
speelt belangrijke rol.
Atmosferische en oceanische circulatie zorgen voor warmte-
uitwisseling tussen koude en warme gebieden. Netto vindt er
transport van warmte richting de polen plaats.

Warm water uit tropen stroomt via Atlantische Oceaan richting
noorden. Onderweg verdampt deel van het water, waardoor
zoutgehalte sterk toeneemt. In noordelijke Atlantische Oceaan koelt
water sterk af. Hierbij warmte afgegeven aan atmosfeer. Afgekoelde
en zoute water is zwaarder en zakt in noordelijke AO diep naar
beneden. Dit is diepwaterpomp. Diep in oceaan stroomt het koude
en zoute water terug richting tropen en komt het elders omhoog.

5.2 klimaten
Klimaatgebieden
Overgang van ene klimaatgebied naar andere verloopt geleidelijk.
Het trekken van grenzen ertussen heet classificeren.
Klimaatclassificatie van Köppen is gebaseerd op samenhang
tussen klimaat en natuurlijke plantengroei. Als klimaat zo sterk is
veranderd dat natuurlijke plantengroei echt anders is, dan heb je
ook een ander klimaat. 5 hoofdgroepen: A (tropisch), B (droog), C
(gematigd), D (land) en E (polair). Verdere onderverdeling aan
hand van periode waarin weinig regen valt, een droogte index of
de temperatuut. Klimaatkaart van deze klimaten lijkt sterk op kaart met vegetatiezones. Grote gebieden
die qua klimaat ongeveer hetzelfde zijn heten klimaatgebieden. Gaan vaak samen met overeenkomsten
in vegetatie en landschap, zogenaamde landschapszones.

Klimaatfactoren
Klimaatverschillen beschrijven met klimaatclassificatie van Köppen. Om ze te verklaren klimaatfactoren
nodig, zijn er 3:
1. Geografische breedteligging: op evenaar vallen zonnestralen loodrecht in, daarom is het daar warm.
Regel: hoe verder van de evenaar, hoe schuiner de zonnestralen invallen. Daarom neemt
temperatuur richting polen af. Koude lucht kan minder vocht vasthouden, dus ook neerslag neemt
richting polen af. Woestijnen rond keerkringen vormen hierop uitzondering, omdat atmosferische

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulamarjolijn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.56  4x  sold
  • (1)
Add to cart
Added