H1 Arbeidsrecht
1.2 Drie kenmerken van arbeidsovereenkomsten: arbeid, loon en gezag.
1.3 Een werknemer van de overheid wordt ambtenaar genoemd.
Kenmerken van de aanstelling als ambtenaar: gezag, arbeid door de ambtenaar zelf te verrichten,
loon door overheid te betalen.
1.4 Kenmerken voor het aannemen van werk zijn: zelfstandigheid, tastbaar product en resultaat.
Zelfstandig: bestaat geen gezag tussen de aannemer en de opdrachtgever.
Tastbaar product: bijvoorbeeld het bouwen van een schuur, het slopen van een huis.
Resultaatverbintenis: de aannemer van het werk is verantwoordelijk voor het resultaat.
Kenmerken van het aannemen van werk: geen gezag, aannemer is zelfstandig, aannemer maakt
tastbaar product, resultaatsverbintenis.
1.5 Een advocaat verricht zijn werkzaamheden op basis van een overeenkomst tot opdracht.
Voorbeelden: advocaat, belastingconsulent, bedrijfsadviseur, arts, trainer en pianist.
Verschil opdracht en aanneming van werk:
Dienst geen tastbaar product: bij een overeenkomst wordt er een niet tastbare dienst geleverd
bijvoorbeeld; advies, opleiding, concert of medische behandeling. De aanneming van werk is
gericht op tastbare producten bijvoorbeeld; schuur en huis
Inspanning geen resultaat: bij een overeenkomst tot opdracht is dat de opdracht een
inspanningsverbintenis is. De opdrachtnemer wordt dus niet afgerekend op het resultaat, maar op
zijn inspanningen. Hij kan geen garanties geven voor het resultaat.
Kenmerken van de opdracht: geen gezag, opdrachtnemer is zelfstandig, opdrachtnemer verricht
niet-tastbare dienst, inspanningsverbintenis.
Een Zzp’er is een zelfstandige zonder personeel. Deze zelfstandiger werkt op basis van een
opdracht of aanneming van werk. Hij heeft geen recht op uitkeringen van
werknemersverzekeringen zoals WW.
,H3 Arbeidsrecht
3.2 Gezag: dat de werkgever aan de werknemer aanwijzingen mag geven over de manier waarop
hij het werk moet uitvoeren en over de tijden wanneer dat moet gebeuren. De werkgever mag de
werknemer dus instructies geven. Gezag wilt niet zeggen dat de werknemer meer verstand heeft
van het werk.
Verschil tussen een overeenkomst en een opdracht: meestal zie je dit aan het gezag, maar soms is
dit onduidelijk. Bijvoorbeeld als een opleiding in een bedrijf vrij zelfstandig opleidingen verzorgt.
Rechters kijken naar wat er feitelijk aan de hand.
Van belang is vooral als een werknemer telkens wisselende bedrijven of instellingen werkt, dan is
er sprake van een opdracht. Als de werknemer voor één bedrijf werkt dan zal er sprake zijn van
een arbeidsovereenkomst.
Als er aanwijzingen worden gegeven dan is het een arbeidsovereenkomst. Mag de werkgever geen
aanwijzingen geven, dan gaat het meestal om een opdracht.
Zzp’er: als een Zzp’er zich afvraagt of hij als werknemer wordt gezien, dan kan hij het bij de
Belasting een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) aanvragen. Een VAR is geldig voor 1 jaar en moet
telkens opnieuw aangevraagd worden.
3.3 Loon: een werknemer krijgt geld voor zijn arbeid.
Werkgever en werknemer zijn vrij om de hoogte van het loon te beslissen, maar die vrijheid wordt
beperkt door: het wettelijk minimumloon, de CAO, de wetgeving op het terrein van de gelijke
handgeling.
Een werkgever is verplicht om op grond van het wettelijk minimumloon en de
minimumvakantiebijslag (WML) minstens en minimumloon uit te betalen.
Voor werknemers van 15 tot 22 jaar geldt het minimumjeugdloon.
( zie tabel 3.1 )
Cao: regelt het loon en de andere arbeidsvoorwaarden in een bepaalde bedrijfstak.
Inschaling: een schaal geeft de bandbreedte aan van het loon dat in deze functie mogelijk is.
Gelijke behandeling: niet alleen de WML en de CAO beperkingen de vrijheid van de loonbetaling,
maar ook de wetgeving van gelijke behandeling. Een werkgever is verplicht om mannen/vrouwen,
parttimers/ fulltimers in gelijke gevallen gelijk te belonen.
Rechters spreken pas van overwerk als de werkgever duidelijk heeft gevraagd of de werknemer
langer wilt blijven werken. Maar het is niet vanzelfsprekend dat de overuren dan uitbetaald
worden. Dit kan in de CAO geregeld worden. Is er niks geregeld, dan geldt de vuistregel; iemand in
een lagere schaal wordt uitbetaald en iemand in een hogere school wordt niet uitbetaald. Er word
ook van een werknemer verwacht dat hij wel is overwerkt, dit wordt “goed werknemerschap”
genoemd.
De werkgever is verplicht om het loon op tijd uit te betalen. Is een werknemer te laat, dan kost het
hem na 3 dagen 5% vertragingsschade, op de 5e dag 10%, op de 8ste dag 20% en daarna komt er
iedere dag 1% bij ( maximaal 50% ). Dit geldt alleen als de schuld bij de werkgever ligt.
Loon in natura: loon wordt uitbetaald in goederen of diensten. Bijvoorbeeld aan privégebruik van
een dienstauto, maaltijden in de kantine etc.
Loonstrookje: bij iedere betaling hoort een loonstrookje, zodat de werknemer kan bekijken hoe
zijn loon is opgebouwd.
, Brutoloon: is het loon dat de werkgever met zijn werknemer afspreekt. ( belasting nog niet
afgehaald).
Nettoloon: is het loon wat de werknemer op zijn bankrekening krijgt ( belasting is al eraf gehaald ).
3.4 Aantal gevallen waarin de werkgever het loon door moet betalen aan de werknemer:
vakantie, ziekte, bijzonder verlof en geen aanbod van werk.
Vakantie: iedere werknemer heeft recht op een aantal vakantiedagen. Deze dagen worden
doorbetaald. Daarnaast heeft de werknemer recht op vakantietoeslag van 8% van het brutoloon.
Ziekte: ook bij ziekte van de werknemer is de werkgever verplicht om minstens 70% van het loon
door te betalen. Deze doorbetalingsplicht loopt 2 jaar door.
Buitengewoon verlof: als er bijvoorbeeld een kind geboren is en je wilt ouderschapsverlof dan
heeft de werknemer de verplichting om je loon door te betalen.
Geen werk: als een werkgever tijdelijk geen werk heeft voor de werknemer, dan moet het loon
gewoon doorbetaald worden. Hierbij moet je denken aan; te weinig opdrachten, netwerk ligt plat
etc. Voor uitzonderlijke gevallen bijvoorbeeld; een grote overstroming, natuurramp, dan hoeft de
werkgever niet meer door te betalen
In sommige gevallen moet de werkgever het loon doorbetalen: vakantiedagen, ziekte tot twee
jaar, buitengewoon verlof, gebrek aan werk door een normaal bedrijfsrisico.
3.5 Een werknemer is verplicht om zelf de werkzaamheden voor de werkgever uit te voeren.
3.6 Een werknemer is verplicht verzekerd door de Werkloosheidswet (WW), de Wet werk en
inkomen naar arbeidsvermogen en de Ziektewet (ZW). Een zelfstandige ( Zzp’er of freelancer ) kan
zich particulier verzekeren tegen risico’s van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Een
werknemer heeft ook ontslagbescherming. Dit wil zeggen dat een werkgever zijn werknemer tegen
zijn zin niet zomaar kan ontslaan. Voor dit ontslag heeft de werkgever toestemming nodig van de
kantonrechter of van het UWV Werkbedrijf.
Oordeel over de feitelijke situatie: de rechter kijkt niet naar de naam van de partijen, maar naar
de feitelijke situatie. Ziet hij de drie kenmerken van de arbeidsovereenkomst terug in de
arbeidsverhouding, dan zal hij bepalen dat er een arbeidsovereenkomst is en dat de werknemer
dus op een aantal punten wordt beschermd.
Hoe kan je aantonen dat je werk verricht op basis van een arbeidsovereenkomst?:
Wie kan aantonen dat hij gedurende een periode van drie maanden: iedere week, of tenminste 20
uur per maand, arbeid heeft verricht voor hetzelfde bedrijf, krijgt de voordeel van de twijfel. Er is
dan een rechtsvermoeden. Dit wil zeggen dat de rechter ervan uit gaat dat er een
arbeidsovereenkomst is. De rechtsvermoeden is weerlegbaar, dit betekent dat de werkgever mag
proberen om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Samira1994. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.