AARDRIJKSKUNDE: DRAAGKRACHT EN MONDIALE VERSCHUIVINGEN
1) mondiaal milieurprobleem: bodemdegradatie (zie vorig trimester)
2) voedselvoorziening
2.1 het probleem van de wereldvoedselvoorziening in relatie met demografische evolutie,
welvaartsverschillen, milieuproblemen en internationale politiek
° wereldwijd zullen 2030 ongeveer 840 miljoen mensen honger lijden als de huidige trends aanhouden
° in 2019: 821 miljoen
° in Afrika is het aandeel mensen met chronische honger het grootst (in verhouding tot de totale
bevolking, procentueel)
° op dit moment is Azië het werelddeel met het hoogste absolute aantal mensen met honger
< 2.5% : België, Nederland, Frankrijk, Duitsland en Rusland
< 5% : Oekraïne, Chili, Argentinië, Marokko en Algerije
5-14.9% : Mexico, Peru, India, Colombia en Mali
15-24.9% : Bolivia, Ethiopië, Kenia, Mongolië en Irak
25-34.9% : Afghanistan, Burundi, Tanzania, Mozambique en Lesotho
> 35% : Tsjaad, Madagaskar, Noord-Korea, Liberia en Rwanda
° tegen 2030 zal Afrika het meest hongerigen kennen – 433,2 miljoen (Azië: 329.2 miljoen)
> bevolking van Azië stabiliseert, die van Afrika neemt fors toe
° oorzaken van honger
> overbevolking
= geen ruimte voor landbouwgronden
> menselijk handelen: (burger)oorlogen, onrust
> klimaatverandering: droogte, overstromingen
> bevolkingsgroei: bevolkingsgroei verloopt sneller dan de productie van het voedsel
= bv. Nigeria
> voedselprijzencrisis
= vb. in Zuid-Soedan kost een simpele maaltijd 155% van het dagelijks inkomen
> biobrandstoffen
= gebaseerd op zelfde energieopwekking (fotosynthese) als land- en bosbouw
= concurrentie tussen landbouw voor voedsel en voor energie om beschikbare
productiemiddelen
= bv. maïs: zowel voedingsgewas als gebruikt voor biobrandstoffen
> oneerlijke handel
= boeren krijgen geen fatsoenlijk loon
= grote winst gaat naar aandeelhouders van grote bedrijven
: voedsel- en landbouwsystemen overgenomen
= megabedrijven genereren woekerwinsten op de kap van de kleine boer in het Zuiden
: koffieplukkers: 7-10% van de prijs in de supermarkt
: bananenplukkers: 5-10%
: cacaoboeren: 3.5-6%
= fairtrade probeert tegen oneerlijke handel te strijden
2.2 relatie van duurzame voedselvoorziening met agrarische, demografische en economische
evolutie
° groene evolutie: de groene revolutie is de laatste, grote (of "derde") landbouwrevolutie die zich
voornamelijk tussen 1960 en 1980 in de Aziatische landbouw voltrok. Door de bevolkingsexplosie
in Azië kon de rijstteelt de stijgende vraag naar rijst maar moeilijk bijhouden. Door gebrek aan
bijvoorbeeld ,voor de rijstbouw geschikte nieuwe gronden, zocht men verhoging van de opbrengsten
vooral in verbetering van gewassen en een verhoging van de productie (= intensiveren). Men
vergrootte de productie door de introductie van nieuwe variëteiten, kunstmest, pesticiden,
nieuwe irrigatietechnieken --> meerdere oogsten per jaar, verbeterde zaden en het verstrekken van
landbouwkredieten.
° genetische revolutie: door genetische modificatie van gewassen probeert men de opbrengsten te
verhogen. Genetische modificatie is een techniek waarmee de eigenschappen van verschillende
soorten organismen zoals bacteriën, gisten, planten kunnen worden veranderd. Wetenschappers
knippen stukjes DNA, met daarop een bepaald gen, uit de celkern en plakken die in het DNA van een
, cel van een ander organisme. Dit kan bijvoorbeeld een maïs- of sojaplant zijn. Hierdoor krijgt deze
plantencel de gewenste eigenschappen. De veranderde cel deelt zich, zodat er uiteindelijk een
volledige plant ontstaat die de gewenste nieuwe eigenschap heeft. In tegenstelling tot de
oorspronkelijke plant kan de nieuwe plant bijvoorbeeld met een milieuvriendelijker
insectenbestrijdingsmiddel beschermd worden tegen insecten. Het is ook mogelijk om genen van een
plant, dier of mens in een bacterie-, gist- of schimmelcel te plakken. Deze veranderde cel kan daardoor
bijvoorbeeld zoetstoffen, enzymen of insuline maken = genetische gemodificeerde organismen (GGO’s)
° zero hunger is de tweede SDG
> oplossingen
= steun kleine, lokale boeren en verhoog hun inkomsten
= creëer meer duurzame voedselproductie systemen
= behoud genetische variatie in zaden
= investeer in verbterde technologie en infrastructuur
= voorzie meer training voor landbouwwerkers
3) hulpbronnen: grondstoffen en energie
3.1 eindigheid van grondstoffen of energie
° kenmerken van fossiele energiebronnen
> organische oorsprong: restanten van dode planten en dieren hebben zich onder hoge druk
omgevormd tot olie gas of kolen
> bij verbranding komt CO2 vrij
> voorraad is eindig en kan niet (snel) worden bijgevuld
° voorwaarden voor duurzame energiebronnen
> raken niet op (voorraden zijn niet eindig)
> CO2-neutraal
° is kernenergie (ontstaat uit uranium en soms plutonium, door kernsplijting) een fossiele energiebron?
> neen, uranium heeft geen organische oorsprong
° is kernenergie een duurame energiebron?
> neen, er wordt niet veel CO2 uitgestoten, maar de voorraden van uranium zijn wel beperkt
wordt er bij de productie van kernenergie CO2 uitgestoten?
> de productie van de brandstof (= ontginnen) voor kernenergie, uranium, veroorzaakt wel een
kleine CO2 uitstoot
° nadelen van hernieuwbare energiebronnen
> de productie van duurzame energie (wind en zon) is afhankelijk van het weer, geen
gegarandeerd rendement
> er zijn nog niet veel betaalbare opslagmogelijkheden voor energie, geproduceerd met
duurzame energiebronnen
° welke fossiele energiebron heeft nog de grootste reserves?
> kolen (aardolie en aardgas zijn bijna op!)
° tot wanneer hebben we reserves olie wanneer de productie blijft groeien aan het huidige tempo?
> tot 2045
° tot wanneer hebben we reserves olie wanneer de productie stabiel blijft?
> tot 2052
° waar bevinden zich de grootste reserves olie en hoeveel procent is dat ongeveer?
> in het Midden-Oosten, ongeveer 55%
> bv. Saoudi-Arabië = geen land waar je afhankelijk van wil zijn
° waar bevinden zich de grootste zilverreserves?
> in Zuid- en Centraal-Amerika
3.2 milieuproblemen in verband met gewinning of gebruik van grondstoffen of energie
° problemen in verband met goudgewinning
> kwik, noodzakelijk voor de winning van goud, geraakt in het drinkwater en in de voedselketen
= zorgt voor geboorteafwijkingen bij mensen en dieren
> de vegetatie keert jarenlang niet terug op plaatsen waar aan mijnbouw wordt gedaan
= accumulatie (= ophoping) van kwik in de bodem
3.3 duurzaam beheer van grondstoffen en energie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper laurienvannieuwenberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $4.96. Je zit daarna nergens aan vast.