in dit document staat een samenvatting van alle theorie voor vermogensrecht 1.2, daarnaast staan er voorbeelden in voor de duidelijkheid en aantekeningen van hoorcolleges.
ook worden alle belangrijke begrippen beschreven.
Recht: alle op dit moment geldende rechtsregels in Nederland
Regels:
- Rechtsregels
- Regels van ‘’moraal en fatsoen’’
Functie:
- Het voorkomen beheersen dan wel oplossen van conflicten.
Rechtsbron:
- Wettenboek
- Gewoonte / ongeschreven recht
- Jurisprudentie
- Verdragen en besluiten van internationale organisaties
Hiërarchie in wetgeving:
- Een hogere wet gaat voor een lagere wet
- Een latere wet gaat voor een eerdere
- Een internationale wet gaat voor een nationale wet
- Ene bijzondere wet gaat voor een algemene wet
Recht kan je indelen in meerdere dingen
Publiekrecht privaatrecht
- Dient het algemeen belang of dient het individueel belang
- Verhouding burgers overheid verhouding tussen burgers
- Initiatief bij de overheid initiatief bij burgers
Vermogensrecht
- Privaatrecht
- Bestaat uit goederenrecht en verbintenissenrecht
- Burgerlijk wetboek;
Boek 3, vermogensrecht algemeen
Boek 5, goederenrecht (zaken)
Boek 6, verbintenissenrecht
Goederenrecht:
- Rechtsverhouding tussen rechtssubjecten (personen) en rechtsobjecten (goederen)
- Boeken 3 en 5 BW
Verbintenissenrecht
- Rechtsverhouding tussen rechtssubjecten/ personen (zowel natuurlijke als rechtspersonen)
- Boeken 3 en 6 BW
Zaken: roerend of onroerend
Art 3 en 4 BW 3
Noteren : art: (boeknummer: artikelnummer: lidnummer: sub: wetsboek)
Bijvoorbeeld 3:260 lid 2 BW
Dit staat op blz. 615 van de wettenbundel.
Rechtsgevolg = conclusie van een rechtsregel (cumulatief of alternatief)
Rechtsvoorwaarden = voorwaarden waaraan moet worden voldaan (cumulatief of alternatief)
,Hoofdstuk 1, grondbeginselen
In Nederland word geleefd op basis van regels, dit zijn alle eisen waar mensen zich aan dienen te
houden, niet alle regels zijn rechtsregels
Rechtsregels zijn regels die worden erkend door rechters en andere autoriteiten.
- Rechts rijden op de weg rechtsregel
- Betalen voor producten rechtsregel
- Met mes en vork eten regel van moraal en fatsoen
Rechtsregels zijn te onderscheiden in 4 dingen:
1. Publiekrecht en privaatrecht
- Publiekrecht (strafrecht, bestuursrecht, staatsrecht en belastingrecht)
Regelt de verhouding tussen burgers en de overheid, hierbij heeft de overheid een functie of
taak wat een normale burger niet kan en mag uitvoeren. Bijvoorbeeld het uitgeven van een
paspoort.
- Privaatrecht (personen- en familierecht, vermogensrecht)
Regelt de verhouding tussen burgers onderling.
Voorbeelden van privaatrecht zijn geluidsoverlast van buren of het besturen van een vof met
iemand die niks doet.
De overheid kan ook privaatrechtelijk handelen, wanneer het een functie uitvoert wat een
burger ook kan doen.
2. Dwingend en aanvullend (regelend) recht
- Dwingend recht. Er mag niet van de rechtsregel worden afgeweken.
Bijvoorbeeld de koop van een woning die schriftelijk is opgeschreven. Omdat de
overeenkomst is getekend kan je er niet meer onderuit en is het dwingend privaatrecht.
Wanneer er toch van afgeweken word kunnen er sancties worden opgelegd.
- Aanvullend recht. Geldig wanneer de partijen geen regeling hebben getroffen.
In dit geval mogen de partijen afwijken van de wet als beiden het ermee eens zijn.
Bij de koop van een woning mag er zelf worden bepaald wie de kosten van overdracht
betaalt.
3. Materieel en formeel recht
- Materieel recht. Zegt iets over de inhoud van de rechtsregel
Dit recht bevat rechten, plichten, gebonden en verboden die in een wet staan.
- Formeel recht. Geeft aan hoe het materieel recht word gehandhaafd.
Bijvoorbeeld de procedures bij een rechter.
4. Objectief en subjectief recht.
- Objectief recht. Het geheel van geldende rechtsregels in Nederland.
Dit zijn dus alle mogelijke rechten en plichten van een inwoner.
- Subjectief recht. Het objectieve recht wat voor jou als persoon geldt.
Wanneer iemand arbeid verricht is het objectieve recht dat hij of zij loon krijgt.
Wanneer jij arbeid verricht is jou subjectieve recht dat jij loon krijgt.
, Rechtsbronnen
Elke rechtsregel heeft een rechtsbron waarin (geldig) staat dat er een recht of plicht is.
Er zijn meerdere geldige rechtsbronnen namelijk:
1. De wet
Rechtsregels die in de wet staan kunnen weer op 2 manieren worden gelezen:
- Rechtsregel onderscheiden naar inhoud.
Wettelijke regels die iedereen in Nederland moet nakomen (materiele wetten)
- Rechtsregels onderscheiden naar wijze van totstandkoming
Bij deze wetten is het van belang wie de wet heeft opgesteld.
Als de wet is gemaakt door de Staten-Generaal en de regering is het een formele wet!!
Wanneer het door een ander is gemaakt geen formele wet.
Een wet kan ook formeel én materieel zijn.
Hiërarchie in wetgeving:
Een hogere wet gaat voor een lagere wet
Een latere wet gaat voor een eerdere
Een internationale wet gaat voor een nationale wet
Ene bijzondere wet gaat voor een algemene wet
2. Internationale regelingen
Nederland moet zich ook houden aan internationale regelingen of verdragen:
- Verdragen zijn overeenkomsten tussen 2 of meer landen.
De regelingen beschrijven welke wet geldt als er een (privaat of publiek) rechtszaak is tussen
2 landen.
3. Jurisprudentie
Het geheel van rechterlijke uitspraken. Als bijvoorbeeld 1 rechter uitspraak doet over een
zaak. Dan kan de volgende rechter met een soort gelijke zaak de 1 e uitspraak als rechtsbron
gebruiken omdat rechters altijd naar de wet moeten handelen word er vanuit gegaan dat de
1e uitspraak goed en eerlijk is.
4. Gewoonterecht
Word door mensen zelf ontwikkeld door gedragspatronen. De gewoonte van mensen (in een
bepaalde cultuurgroep) word gezien als recht wanneer:
- De gewoonte al lange tijd word nageleefd
- De overtuiging is ontstaan dat iedereen zich aan de regel moet houden
5. Ongeschreven recht
- Gewoonterecht
- Redelijkheid en billijkheid
- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Deze 3 zijn corrigerende of aanvullende ongeschreven wetten. Het kan dus niet optreden als
de wet zelf.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 498252. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.