Dit is een samenvatting van maatschappijwetenschappen met het hoofdconcept binding. Hierin komen alle verschillende bijbehorende begrippen zoals: groepsvorming, sociale cohesie, politieke institutie, sociale institutie en cultuur duidelijk en overzichtelijk in terug.
2.1 Groepen en binding
- Vier manieren (type bindingen) onderscheiden waarop mensen van elkaar
afhankelijk zijn.
- Uitleggen hoe de hoeveelheid groepscohesie de mate van aanpassing binnen een
groep beïnvloedt.
- Uitleggen op welke manier het gebruik van sociale controle het gedrag binnen een
groep beïnvloedt.
- Onderscheid maken tussen formele en informele groepen.
- Uitleggen wat er wordt bedoeld met insluiting en uitsluiting.
- Drie situaties onderscheiden en toelichten waarin mensen niet langer bij een groep
horen.
- Uitleggen wat het verschil is tussen een stereotype en een vooroordeel.
- Uitleggen wat er wordt bedoeld met het begrip 'sociale controle.' en onderscheid
maken tussen formele en informele sociale controle.
- Uitleggen op welke manier veranderingen in de samenleving de onderlinge
afhankelijkheid van mensen kan beïnvloeden.
- Het belang van sociale bindingen in een samenleving toelichten.
Mensen zijn afhankelijke van elkaar en zijn daardoor aan elkaar verbonden. Er zijn vier
typen bindingen:
● Affectieve bindingen → emotionele binding.
⤷ Mensen geven elkaar liefde en steun en zijn daarvoor ook van elkaar
afhankelijk.
● Cognitieve bindingen → bindingen op het gebied van kennis.
⤷ Mensen zijn afhankelijk van andere die heb iets leren.
● Economische bindingen → bindingen die te maken hebben met werk, met
goederen die nodig zijn voor het bestaan.
⤷ Mensen hebben daar dus anderen voor nodig om bv die doelen te
bereiken.
● Politieke bindingen → bindingen die te maken hebben met zaken die geregeld
moeten worden ook wel collectieve goederen en diensten.
⤷ Op het gebied van onderwijs, zorg, verkeer en veiligheid.
Cognitieve, economische en politieke bindingen kunnen tegelijk ook effectief zijn. Kinderen
hebben met hun ouders verschillende banden.
De bindingen die mensen met elkaar hebben kunnen ertoe leiden dat mensen een groep
vormen. Hier zijn verschillende aanleidingen voor:
- hobby
- interesse
- gemeenschappelijke waarden
- belang
- gelijke ervaringen
, - vergelijkbare verwachtingen
Groepsvorming → bindingen tussen meer dan twee mensen die tot stand komen doordat
ze elkaar beïnvloeden en gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen.
⤷ Mensen die willen horen bij een groep passen hun gedrag aan de groepsnorm
aan
en beïnvloeden zelf ook weer de groepsnorm.
Sommige mensen horen wel bij de groep en anderen duidelijk niet. dat heeft te maken met
insluiting en uitsluiting. De groepen mensen die erbij hoort wordt ingroup genoemd: daar
is binding mee, een gemeenschappelijke sociale identiteit.
Om de groepsregels te handhaven is er in een groep vaak sprake van sociale controle
→ het geval als mensen andre ertoe brengen / dwingen zich te houden aan de normen van
de groep.
Informele sociale controle → als groepsleden elkaar wijzen op de waarden en
normen van de groep. Maar er is ook formele sociale controle → verwijst naar
mensen die vanuit hun beroep of functie anderen op de regels wijzen. Dit is meestal op
basis van formele wetten, besluiten of vastgelegde regels.
Tegenover ingroup staat de outgroup → de mensen die niet bij de groep horen. Dat zijn
mensen tegen wie je je afzet of met wie je in een soort competitief bent.
⤷ Dit is vaak gebaseerd op vooroordelen of stereotypen die mensen hebben
waardoor je in de outgroup hoort.
Er worden drie situaties onderscheiden waarin mensen niet meer bij een groep horen:
- Mensen kunne er niet meer bij horen.
⤷ Bv omdat ze verhuizen naar een andere plaats.
- Mensen mogen er niet meer bij horen.
⤷ Bv dat een sekten verbiedt contact te houden met familie.
- Mensen willen er niet meer bij horen.
⤷ Bv als mensen er voor kiezen de kerkgemeenschap te verlaten.
Informele groep → kennen mensen elkaar en voelen ze zich emotioneel met elkaar
verbonden. Er zijn ook geen afspraken die officieel vastliggen.
⤷ Denk hierbij aan gezinnen of vriendengroepen.
Formele groepen → zijn groepen met regels die vaak op papier zijn vastgelegd of regels
die ander makkelijk herkennen. De leden hebben in deze groepen vaak een bepaalde rol en
zijn er doelen en normen voor de groep.
⤷ Denk aan klas, afdeling op een bedrijf, sportteam.
Binnen die formele groep kunnen ook informele groepen ontstaan door dat college bv na het
werk nog prive afspreken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sonnemans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.