Spanning
Alles wat je benieuwd maakt naar het vervolg of de afloop van een verhaal, is spanning. Spanning
zorgt ervoor dat je verder wilt lezen. Een schrijver kan veel technieken gebruiken om spanning op te
bouwen.
Technieken die vooral te maken hebben met de gebeurtenissen in het verhaal:
- De hoofdpersoon bevindt zich in een gevaarlijke situatie of gevaarlijke omgeving.
- Het verhaal krijgt een onverwachte wending.
- Een hoofdstuk eindigt met een cliffhanger, een onderbreking van het verhaal op een
beslissend moment.
Technieken die niet alleen te maken hebben met de gebeurtenissen, maar ook met de opbouw van
het verhaal:
- Het verhaal bevat open plekken. Dat zijn vragen die het verhaal bij je oproept, maar waar je
nog niet meteen antwoord op krijgt. Je leest verder om te ontdekken hoe de open plekken
worden ingevuld.
- De schrijver wekt bepaalde vermoedens door aanwijzingen in het verhaal. Je moet verder
lezen om erachter te komen of je vermoedens juist of onjuist zijn.
- De ontknoping van het verhaal laat op zich wachten, er is sprake van uitstel.
- De lezer krijgt een informatievoorsprong, hij weet iets wat de hoofdpersoon nog niet weet.
Setting
Tijd en ruimte samen vormen de setting die de auteur kiest voor een verhaal.
De tijd waarin een verhaal zich afspeelt, kan op verschillende manieren zichtbaar worden:
- door het noemen van een jaartal;
- door het voorkomen van historische figuren of gebeurtenissen in het verhaal;
- door het beschrijven van de historische, hedendaagse of toekomstige ruimte met
kenmerkende gebouwen, gebruiken of voorwerpen.
Er zijn ook verhalen waarin de setting bewust tijdloos is, om de nadruk te leggen op een boodschap
voor alle mensen van alle tijden.
Ruimte is alles wat te maken heeft met plaatsen. Denk hierbij niet alleen aan een bepaalde stad of
een dorp, bestaand of niet-bestaand, herkenbaar beschreven of onherkenbaar. Het kan ook een
kamer zijn, een huis, een gebouw, een straat, een wijk, een land of zelfs een planeet. De ruimte kan
binnen of buiten zijn. Ook het weer, geluiden en geuren horen erbij en kunnen een rol spelen.
De manier waarop de ruimte beschreven wordt, kan een bepaalde sfeer oproepen, zowel positief als
negatief. De sfeer kan passen bij de gebeurtenissen of daarmee juist in tegenspraak zijn.
Een auteur kan de setting uitgebreid beschrijven, zodat de lezer een duidelijk beeld krijgt. Dit zie je
vaak wanneer de setting onbekender is voor de lezer, hoewel een auteur ook dan met enkele goed
, gekozen details een hele 'wereld' kan oproepen. Wordt de setting minder uitgebreid beschreven, dan
kan de lezer deze zelf 'invullen'
Rijm in gedichten
Een dichter kan op verschillende manieren woorden in een gedicht laten rijmen. Rijmende woorden
die in dezelfde regel staan, noem je binnenrijm. Rijmende woorden aan het eind van regels noem je
eindrijm.
Als eindrijm een bepaald patroon heeft, noem je dat een rijmschema:
- Gepaard rijm: telkens twee versregels rijmen op elkaar (aabb).
- Gekruist rijm: de versregels rijmen om en om op elkaar (abab).
- Omarmend rijm: versregel 1 en 4 rijmen op elkaar, daartussen rijmen versregel 2 en 3 op
elkaar (abba).
- Slagrijm: alle versregels rijmen (aaaa).
- Gebroken rijm: een rijmschema wordt gedeeltelijk gebruikt (bijvoorbeeld abcb).
Je spreekt van volrijm als de beklemtoonde klinker en de erop volgende klanken van de rijmwoorden
hetzelfde zijn.
Bij halfrijm rijmen alleen de klinkers of de medeklinkers. Er zijn twee vormen van halfrijm:
Assonantie: alleen de klinkers rijmen.
Alliteratie: de beginmedeklinkers van woorden zijn hetzelfde.
Grammatica
Beknopte bijzin
Een beknopte bijzin is een bijzin die korter is opgeschreven.
Van een beknopte bijzin kun je een volledige bijzin maken. Dit doe je door er een onderwerp en een
persoonsvorm aan toe te voegen. Het onderwerp van de bijzin moet hetzelfde zijn als het onderwerp
van de hoofdzin.
De kenmerken van een beknopte bijzin zijn:
het onderwerp ontbreekt;
de persoonsvorm ontbreekt;
er is een deelwoord (voltooid of onvoltooid), of een combinatie te + infinitief aanwezig.
Een onvoltooid deelwoord is ook een vorm van het werkwoord. Je maakt een onvoltooid deelwoord
door de infinitief +d te schrijven. Bijvoorbeeld: zingend, lopend.
Verkeerd aansluitende beknopte bijzin.
Bij een verkeerd aansluitende beknopte bijzin is het denkbeeldige onderwerp niet hetzelfde als het
onderwerp van de hoofdzin.
Het onderwerp van de hoofdzin is De autocoureur. De beknopte bijzin is hevig rokend. Het
denkbeeldige onderwerp van de beknopte bijzin is de racewagen. Je moet de beknopte bijzin
uitschrijven tot een volledige zin met een eigen onderwerp, bijvoorbeeld: De autocoureur zette zijn
racewagen, die hevig rookte, aan de kant. De beknopte bijzin is uitgeschreven tot een bijvoeglijke
bijzin (met onderwerp die).
Het onderwerp van de hoofdzin is het (het huisje). De beknopte bijzin is Aangekomen bij ons
vakantiehuisje. Het denkbeeldige onderwerp van de beknopte bijzin is we. Je moet de beknopte
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chloedekoning. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.