In dit oefententamen wordt alle stof die je moet kennen voor het tentamen. Het is een meerkeuze toets (3 antwoordmogelijkheden) van 56 vragen. Ik heb, dankzij dit oefententamen, een 9,6 gehaald op het echte tentamen. Klasgenoten die dit tentamen hebben gebruikt om te leren hadden ook ruim voldoend...
Oefenvragen Sociaal beleid
1. Bij welke stroming hoort de methodiek Anti-oppresive Practise (AOP)
A. Kritisch sociaal werk
B. Radicaal sociaal werk
C. Sociaal beleid
2. Wat is de goede volgorde van de stromingen (oud naar nieuw)
A. Radicaal sociaal werk, sociaal beleid, kritisch sociaal werk
B. Kritisch sociaal werk, radicaal sociaal werk, sociaal beleid
C. Radicaal sociaal werk, kritisch sociaal werk, sociaal beleid
3. Wat voor ideologie heb je als je de gemeenschap (Peter Abrahamson) belangrijk vindt?
A. Socialistische welvaartsideologie
B. Liberale welvaartsideologie
C. Conservatieve welvaartsideologie
4. Wat betekent sociaal beleid?
A. Het beleid dat per organisatie beschreven moet worden om de organisatie te kunnen
verantwoorden tegenover de overheidsinstanties
B. Het geheel van maatregelen die een gemeente of de politiek maakt en omschrijft, waaraan
sociaal werkers zich moeten houden, het moeten uitvoeren
C. Het landelijke beleid waarin staat hoe de sociaal werkers en de organisaties te werk behoren
te gaan op gebied van zorg en welzijn
5. Wat bedoelt Lipsky met de term ‘Street-level’ bureaucraten?
A. Sociaal werkers voeren het beleid uit en zien achter de voordeur wat voor impact het beleid
heeft
B. Sociaal werkers gaan in de woonwijk, op straat, in gesprek over de overheid
C. Sociaal werkers die kritiek geven op het beleid namens de bewoners van een wijk
6. Wat zijn de twee signaleringsfuncties van een sociaal werker volgens Sluiter?
A. (1) Het signaleren van problemen in de wijk en (2) de problemen in kaart brengen
B. (1) Het signaleren dat individuele problemen structurele oorzaken heeft en (2) de cliënt in
zijn eigen kracht zetten door de problemen te visualiseren voor de cliënt
C. (1) Het signaleren dat bepaalde individuele problemen structurele oorzaken heeft en (2)
activiteiten bedenken om het probleem op te lossen
7. Op welke manier moeten sociaal werkers, volgens Ferguson, invloed uit oefenen op de
samenleving?
A. Er moet invloed worden uitgevoerd op de samenleving door actie te ondernemen op klein,
lokaal niveau
B. Er moet invloed worden uitgevoerd op de samenleving door middel van protesten, stakingen
en campagnes
C. Er moet invloed worden uitgevoerd op de samenleving door te focussen op de eigen kracht
van de burger
8. Als er in het sociaal werk wordt gewerkt via een Neoliberale consensus dan…
A. Wordt er gefocust op de samenleving en saamhorigheid
B. Wordt er gefocust op marktwerking
C. Wordt er gefocust op landelijke acties, zoals protesten en campagnes
, 9. Wat is géén aspect van Radicaal sociaal werk
A. Inzetten op vreedzame collectieve acties
B. De mindset van individuelen veranderen
C. Naast de cliënt staan en samen met hen strijd voeren tegen maatschappelijke instellingen
10. Op werk niveau werkt het Kritisch sociaal werk?
A. Microniveau
B. Mesoniveau
C. Macroniveau
11. Wat is géén welwaartsideologie?
A. Liberalisme
B. Conservatisme
C. Kapitalisme
12. Wat zei Theodore Dalrymple over de manier van werken door sociaal werkers?
A. Sociaal werkers moeten kritisch zijn naar zichzelf; ze vinden cliënten te snel zielig en
daardoor houden we de onderklasse in stand
B. Sociaal werkers zijn te meegaand in het beleid van de overheid, ze moeten vaker in gesprek
gaan met beleidsmakers en zo preventief problemen proberen te voorkomen
C. Sociaal werkers richten zich te specifiek op de cliënt en te weinig op de omgeving. Door
problemen in de samenleving aan te pakken, wordt het individu ook gered.
13. Bij welke visie op de verzorgingsstaat hoort de ‘British Poor Law Acts’?
A. Idealisme
B. Conservatisme
C. Socialisme
14. Wat hoort niet bij de conservatieve visie op de overheid?
A. Ze willen een grote, krachtige overheid
B. Ze hebben een hekel aan de verzorgingsstaat
C. De belangrijkste taak is het beschermen van burgers
15. Wat zei Theodore Dalrymple over sociaal werkers in het boek “Leven aan de onderkant”?
A. Sociaal werkers spelen niet genoeg in op de ervaringen en het verleden van (psychiatrische)
patiënten/cliënten, waardoor cliënten lang in behandeling moeten blijven en de onderklasse
in stand wordt gehouden
B. Sociaal werkers behandelen hun cliënten te zacht en schuiven incorrecte en negatieve
gedragen af op de psychische problematiek van de cliënt. Hierdoor houden we de
onderklasse in stand.
C. Sociaal werkers kijken te vaak neerbuigend naar hun cliënten, waardoor deze niet tot zijn
recht komt. De cliënt voelt zich hierdoor niet op zijn gemak, waardoor het
reintergratieproces langer duurt dan verwacht en de onderklasse in stand blijft.
16. Waar focust de ‘British Poor Law Acts’ zich voornamelijk op?
A. Het onderscheid maken tussen mensen die recht hebben op zorg (bij armoede, psychiatrie,
gehandicapten) en mensen van wie het ‘hun eigen schuld’ is
B. De wetten om een zo laag mogelijk aantal arme en dakloze mensen te krijgen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s1139868. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.65. You're not tied to anything after your purchase.
