1.1 Van spel naar theorie
Wederzijdse afhankelijkheid
Speltheorie
Spelers
Economiespel
Acties
Speluitkomst
Er is altijd sprake van wederzijdse afhankelijkheid: wat de ene aanbieder doet heeft invloed
op wat de andere aanbieder doet. Om te bepalen wat er gebeurt als er sprake is van
wederzijdse afhankelijkheid gebruik je: speltheorie. Hieronder staan een aantal
voorbeelden van wederzijdse afhankelijkheid, de situaties lijken op een spel. Er zijn
spelregels en spelers. Iedereen wil winnen en het spel is een keer afgelopen. Er zijn tal van
dit soort situaties, je spreekt van een economiespel. De keuze die vragers en aanbieders
(spelers) maken, zijn hun acties en het marktevenwicht is de speluikomst.
Het marktevenwicht (speluitkomst) is de situatie die ontstaat als het spel gespeeld is.
1.2 Een economiespel: Jumbo en Albert Heijn
, Opbrengstenmatrix
Rijspeler
Kolomspeler
Een voorbeeld van een economiespel is de volgende situatie. Jumbo en Albert Heijn hebben
beide een filiaal in Laren. Ze zijn daar de enige supermarkten. De filiaalhouders zijn de
spelers, zij moeten zoveel mogelijk omzet behalen. Om meer klanten te trekken kunnen ze
de prijzen verlagen. De filiaalhouder van Jumbo overweegt de prijzen van zijn producten
met 10% te verlagen, de filiaalhouder van Albert Heijn kan daarop reageren door hetzelfde
te doen. Zal Jumbo zijn prijzen verlagen en hoe gaat Albert Heijn daarop reageren? Met
speltheorie kun je deze vragen beantwoorden. Daarbij moeten 6 vragen beantwoord
worden:
1. Wij zijn de spelers? (filiaalhouders)
2. Wat is hun doelstelling? (maximale omzet)
3. Wat weten ze? (ze kunnen beide uit dezelfde acties kiezen)
4. Wat zijn hun mogelijke acties (prijzen verlagen of niet prijzen verlagen)
5. Worden acties tegelijkertijd of volgtijdig gekozen? (ze bepalen tegelijkertijd)
6. Wordt het spel herhaald? (het spel wordt eenmalig gespeeld)
De volgende stap is het opstellen van de opbrengstenmatrix: de matrix met daarin de
opbrengsten voor beide spelers bij alle mogelijke acties. Hieronder staat de
opbrengstenmatrix voor het economie spel van Jumbo en Albert Heijn: de weekomzet.
Jumbo is de rijspeler en Albert Heijn is de kolomspeler. Als Jumbo ervoor kiest om wel een
prijsverlaging door te voeren, hoeft Albert Heijn alleen nog maar te kijken naar de onderste
rij van de opbrengstenmatrix. Jumbo bepaalt dus welke rij van de opbrengstenmatrix van
toepassing is. Als Albert Heijn besluit om geen prijsverlaging door te voeren, hoeft Jumbo
alleen nog maar te kijken naar de linker kolom van de opbrengstenmatrix. Albert Heijn
bepaalt dus welke kolom van de opbrengstenmatrix van toepassing is.
Als zowel Jumbo als Albert Heijn geen prijsverlaging doorvoert, zitten we in de cel
linksboven van de opbrengstenmatrix. De prijsverlaging levert Jumbo €0,2 miljoen extra op,
terwijl het Albert Heijn €0,1 miljoen kost. Door de prijsverlaging trekt Jumbo meer klanten
en een deel van die klanten komt bij Albert Heijn vandaan. Als ze alle twee de prijzen
verlagen, stijgt voor beide de omzet. Door de gelijktijdige prijsverlaging worden er geen
klanten weggelokt bij de concurrent. Er komen enkel nieuwe klanten bij.
1.3 Het Nash-evenwicht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jobvanonna. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.