Thema 1: Onderzoeksvaardigheden
1. Propleemstelling
2. Onderzoeksvraag Zie open onderzoek in
de les.
3. Onderzoek
Thema 2: Zintuigen
1. Het verband tussen zintuigen, conductoren en effectoren
Wat is het nut van zintuigen? → om te kunnen overleven, te waarnemen
1.1 Sensorische cellen verbinden ons inwendige en uitwendige milieu met het
zenuwstelsel
Een prikkel is een verandering in een organisme of in de omgeving van een
organisme, die sterk genoeg is om waargenomen te worden en een reactie van het
organisme uit te lokken vb. dorst.
De reactie is wat het organisme doet vb. water drinken
De prikkeldrempel is de minimumsterkte waarbij een bepaalde prikkel nog
waarneembaar is.
Een zintuig is een orgaan waarin receptoren liggen.
Zintuigcellen of sensoren of receptoren = 1 of meerdere cellen die gevoelig zijn voor
een specifieke prikkel en die prikkel omzetten in een elektrische
impuls en die naar de hersenen wordt geleid.
Zintuigcellen van de algemene zintuigen: receptoren
voor…
• Pijn: nociceptoren
• Temperatuur (warmte toe- of afvoer):
thermoreceptoren
• Aanraking, druk, lichaamshouding:
mechanoreceptoren
• Chemische prikkels: chemoreceptoren
, → bevinden zich in speciale gebieden die we zintuigen noemen.
De zin = het vermogen om je zintuigen te gebruiken
Effectoren zorgen voor de reactie op de prikkels. Dit kunnen spieren of klieren zijn.
Conductoren zijn de geleiders tussen de receptoren en de effectoren. Dit kan zowel
vanuit het zenuwstelsel als het hormoonstelsel komen
De meeste prikkels (onbewuste) worden geregeld in de hersenstam.
2. Zintuigcellen zetten een prikkel om in een actiepotentiaal.
Een zintuigcel zet een prikkel om in een actiepotentiaal of impuls. Zenuwcellen
leiden deze impuls naar de hersenen.
= tastreceptor
Rustpotentiaal
Potentiaalverschil = verschil in potentiële energie tussen twee punten.
• Potentiële energie zit in het verschil in ladingen en de hoeveelheid ladingen
• Wanneer er een verschillende hoeveelheid aan elektronen (ladingen)
aanwezig is aan twee polen dan ontstaat er een (elektrisch)
potentiaalverschil.
• De elektronen stromen tussen de punten totdat aan beide kanten de
hoeveelheid ladingen in evenwicht is.
,→ In een cel bevindt het potentiaalverschil zich ter hoogte van de celmembraan,
en het zijn geen elektronen maar kleinen ionen zoals Na+ en K+ die door de fijne
kanaaltjes stromen.
Membraanpotentiaal
= potentiaalverschil tussen beide zijden van de celmambraan. (eenheid: V)
→ Zenuwcel in rust →rustpotentiaal = -70 mV (millivolt)
Buitenkant van membraan: overmaat positieve ladingen.
Binnenkant van membraan: overmaat negatieve ladingen.
→ Membraanpotentiaal ontstaat doordat:
1. Chemische samenstelling (bezit o.a. negatief geladen eiwitten) en
ionenconcentraties van cytosol ≠ vloeistof buiten de cel
2. De celmembraan selectief doorlaatbaar is.
→ Actiepotentiaal ontstaat in zenuwcel → actiepotentiaal = +30 mV
→ Actiepotentiaal veroorzaakt een klein stroomstootje, de impuls.
, → Verplaatsing actiepotentiaal over membraanzenuwcel:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fiengoeminne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.