Samenvatting hoofdstuk 15 Waarnemen
§15.1 De evenwichtsorganen liggen in je oren. Ze hebben een paar taken:
- Registreren van welke bewegingen je hoofd maakt.
- Registreren hoe de stand van het hoofd is t.o.v. de zwaartekracht.
De evenwichtsorganen bestaan uit (Binas tabel 87D):
- Centraal deel
- Het vestibulum gevuld met endolymfe, een vloeistof. In het vestibulum liggen de macula,
zingtuigorgaantjes. De macula zijn betrokken bij rechtlijnige
bewegingen (versnellingen en vertragingen) en je houding in
stilstand. Hiernaast zie je hoe de vestibulum opgebouwd is.
Bovenop liggen kalksteentjes die drukken op een geleilaag. In
deze geleilaag steken haartjes van de zintuigcellen van de
macula. Bij een beweging beweegt de geleilaag (werkt
vertraagd door de kalksteentjes), waardoor de haartjes gaan
bewegen. Dit nemen de zintuigcellen van de macula waar.
De opbouw vestibulum
Deze geven vervolgens deze informatie door aan de hersenen.
Dus als je hoofd beweegt, nemen de zintuigcellen dit waar doordat de haartjes buigen. De
macula reageren vertraagd doordat de massa van de kalksteentjes de geleilaag een traagheid
meegeeft.
- Drie halfcirkelvormige kanalen gevuld met endolymfe, een vloeistof.
In de drie halfcirkelvormige kanalen liggen de cupula. De cupula zijn
betrokken bij draaibewegingen in verschillende richtingen. Deze
bewegingen zijn:
o Ja-knikken
o Nee schudden
o Nou-ja schudden
Aan het begin van elk halfcirkelvormig kanaal ligt een knobbel met
daarin zintuigcellen met zintuigharen die steken in een geleiachtige
massa, de cupula. Deze cupula is omgeven door endolymfe. Als je ‘ja’ De cupla, zinthuigharen
knikt gaat je hoofd naar voren. De endolymfe blijft achter en beweegt en zintuigcellen
ten opzichte van hoofd en kanalen naar achter. Hierdoor beweegt de cupula ook naar achter
en vervolgens ook de zintuigaren die ervoor zorgen dat de zintuigcellen impulsen doorgeven
aan de hersenstam. Hier ligt het evenwichtscentrum. De drie halfcirkelvormige kanalen
zorgen dus voor draaibewegingen van het hoofd en geven de informatie hierover door aan
de hersenstam.
Het evenwichtscentrum in de hersenen krijgen via veel verschillende plekken informatie binnen,
zoals via de ogen, spieren en evenwichtsorganen. Al deze informatie samen zorgt ervoor dat je
bijvoorbeeld niet duizelig wordt tijdens een beweging en dat je geen evenwicht verliest. Wanneer
het evenwichtscentrum allemaal verschillende informatie binnenkrijgt van zintuigcellen, kan het deze
informatie niet meer goed combineren en wordt je duizelig of houd je geen evenwicht meer. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren in de auto als je plots stopt. Je ogen geven door dat je gestopt bent, maar
vanuit het evenwichtsorgaan komt nog binnen dat je aan het rijden bent. Dit komt door de traagheid
van de endolymfe, waardoor je evenwichtscentrum verschillende informatie binnenkrijgt die het niet
goed kan combineren. Hierdoor wordt je misselijk.
, Er bestaan verschillende soorten receptoren in zintuigcellen die elk op een andere manier reageren
op een adequate prikkel:
- Mechanoreceptoren: reageren op een mechanische prikkeling, zoals druk of buigingen.
Doordat het membraan vervormt, gaan Na + poorten open. Is de prikkeldrempel bereikt, gaan
calciumpoorten open, waardoor neurotransmitters in de synapsen komen. Bij een sterkere
prikkel komt een hogere frequentie van impulsen.
- Thermoreceptoren: reageren op temperatuur. Wanneer de temperatuur verandert, openen
Na+-poorten direct en kunnen de calciumpoorten ook openen als de prikkeldrempel bereikt
is.
- Chemoreceptoren: reageren op bepaalde stoffen. Als er een binding wordt gevormd met
chemoreceptoren volgt een cascade aan reacties waarbij een secundaire boodschapper de
natriumpoorten opent.
- Fotoreceptoren: reageren op licht. Als er een verandering is van het pigment bij
lichtgevoelige fotoreceptoren zorgt ook een secundaire boodschapper voor het openen van
de natriumpoorten.
Dus bij al deze receptoren kan na het openen van de natriumpoorten een prikkeldrempel bereikt
worden. Hierdoor vindt depolarisatie plaats en openen calciumpoorten, waardoor neurotransmitters
geloosd kunnen worden in de synapsen.
Adaptie: gewenning aan een bepaalde prikkel doordat receptorcellen de prikkeldrempel omhoog
hebben gebracht. Hierdoor reageert zo’n receptorcel minder snel op een adequate prikkel. Dit merk
je bijvoorbeeld als je heel lang in een auto zit op de snelweg. Aan het begin van de rit hoor je al het
gezoef van de auto’s nog, maar na een tijdje merk je dit niet meer. Er heeft dus adaptie opgetreden
en pas ’s avonds als je van de snelweg bent merk je het weer.
§15.2 Het oor is opgebouwd uit (Binas tabel 87D):
- Buitenoor: dit bestaat uit de oorschelp en de gehoorgang. De oorschelp zorgt voor het
opvangen van de geluidstrillingen en brengt deze naar de gehoorgang. De gehoorgang
geleidt de trillingen het oor in. Aan het einde van de gehoorgang ligt het trommelvlies, wat
mee trilt met de trillingen. Dit werkt alleen goed als de druk buiten en binnen gelijk is.
- Middenoor: middenoor bestaat uit de buis van Eustachius, dit lost de drukverschillen op door
een klepje open te zetten die ervoor zorgt dat de drukverschillen verdwijnen. Ook bestaat
het middenoor uit drie gehoorbeentjes, namelijk hamer, aanbeeld en stijgbeugel. Deze
versterken de trillingen.
- Binneroor: het ovale venster brengt de trillingen vanuit de stijgbeugel door naar het
slakkenhuis. Dit bestaat uit drie kanalen, namelijk voorhoftrap, trommelholtetrap en
slakkenhuisgang. De twee grootste kanalen, de voorhoftrap en de trommelholtetrap,
bevatten de vloeistof perilymfe. De trilling verplaatst zich van het ovale venster, via de
perilymfe van de voorhoftrap, wat de endolymfe in het kleine kanaal laat meetrillen. Dit
geeft dan weer de trilling door aan de perilymfe van de trommelholtetrap. En deze trilling
gaat naar het ronde venster. In het middelste kanaal, de slakkenhuisgang, laten de trillingen
het basilair membraan bewegen. Dit zorgt ervoor dat er zintuigharen verbuigen, waardoor
kaliumkanalen openen. Dit zorgt voor depolarisatie waardoor impulsen naar de hersenen
gaan, waar de trillingen vertaalt worden naar geluid.
Het basilair membraan aan het begin van het ovale venster is soepeler dan verder in het slakkenhuis.
Het ovale venster is dus ook gevoelig voor hoge frequenties (trilt vaker en met een hogere
amplitude) en verder in het slakkenhuis worden de lagere frequenties waargenomen. Als je wat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosalievandervloet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.