Samenvatting IPR leerstof & taken
Week 1 Echtscheiding, Ouderlijk gezag en
Alimentatie
Algemene informatie IPR herhaling jaar 2
Strikwerda/Schaafsma Hoofdstuk 1.1, 1.2, 3.1 (par. 1-4) en 4.1
Hoofdstuk 1.1 en 1.2
Doel van het internationale privaatrecht
De problemen die voortvloeien uit de samenloop van nationale rechtsstelsels bij
internationale privaatrechtelijke rechtsverhoudingen te normeren.
De 3 hoofdonderdelen/vragen van het internationale privaatrecht
1. Het internationale bevoegdheidsrecht/jurisdictierecht : De bevoegdheid van
de nationale rechter in internationaal verband. Welke rechter is bevoegd
aangaande het conflict? De bevoegde rechter noemen we ‘Forum’.
(Formeel IPR)
2. Conflicten recht/toepasselijk recht: de vraag naar het op internationale
rechtsverhouding toe te passen recht. Door welke rechtsregels wordt de
internationale rechtsverhouding geregeld. De grens van het toepasselijk
recht is de openbare orde. (Materieel IPR)
3. Internationale erkennings- en executie/tenuitvoerleggingsrecht : gaat over
de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechtelijke
beslissingen (authentieke akte). Het toekennen van rechtskracht aan een
bepaalde uitspraak. (Formeel IPR)
Waar valt internationaal privaatrecht onder?
Het valt niet onder internationaal recht. We rekenen het IPR als autonoom
rechtsgebied in het privaatrecht.
Grens internationale en nationale rechtsverhoudingen
Er zijn 2 verschillende benaderingen voor een grensoverschrijdende
rechtsverhouding/conflict:
1. De geografische benadering: kijkt naar de feitelijke geografische aspecten
van de rechtsverhouding, zoals woonplaats, nationaliteit, plaats handeling
of ligging van goederen. Als deze aspecten naar verschillende staten
wijzen dan is er sprake van een rechtsverhouding met internationaal
grensoverschrijdend karakter.
2. Juridische benadering: juridische aspecten spelen een rol. Is er meer dan 1
rechtsstelsel betrokken bij de desbetreffende rechtsverhouding? Zo ja, dan
is er sprake van een internationaal grensoverschrijdend karakter. Vb.
nationaliteit betrokkene.
Bronnen van het Nederlandse IPR
1. Internationale bronnen/verdragen: (Verdrag autonome uitleg, dus los van lex
fori = dus los van de het van het forum, aldus los van het eigen recht)
Vb. Haagse verdragen, CIEC-verdragen (burgerlijke stand), verdragen raad
van Europa ect.
2. EU-Verordeningen: (Verordening autonome uitleg, dus los van lex fori/eigen
recht)
3. Nationale Nederlandse regelgeving: zoals boek 10 BW en wetboek burgerlijke
rechtsvordering (Rv).
,4. Ongeschreven recht: dit speelt enkel op het gebied van erkenning van
buitenlandse vonnissen nog een belangrijke rol. In alle andere gevallen gaat is
slechts het geschreven recht belangrijk.
Drie verschillende toepassingsgebieden voor internationale bronnen
Internationaal recht gaat voor nationaal recht ingevolge artikel 93 jo. artikel 94
van de Grondwet. Europees recht gaat voor nationaal recht volgens Unierecht. Bij
samenloop van internationaal bronnen wordt de onderlinge afbakening dan wel
rangorde bepaalt door hetgeen geregeld staat in de internationale verdragen of
regelingen zelf, namelijk:
1. Materiele toepassingsgebied (MTG): beperkt toepassing doormiddel van
onderwerp en inhoud
2. Geografische/formele toepassingsgebied (GTG/FTG): beperkt toepassing
doormiddel van het afbakenen van een gebied. Ruimte/territoriale
afbakening van grondgebied. Dit kan universeel zijn of alleen gelden voor
de gehele EU (m.u.v. Denemarken).
3. Temporeel toepassingsgebied (TTG): afbakening naar tijd/overgangsgebied.
Achteraan in bron.
Verordeningen
- Bevoegdheidsvraag wordt altijd behandeld aan de hand van een Brussel
verordening: Brussel I Herschikking of Brussel II Bis Verordening.
- De vraag naar toepasselijk recht wordt altijd beantwoord met een Rome
verordening: Rome I, Rome II of Rome III (n.v.t. in Nederland)
Hoofdstuk 3.1 (par. 1-4) + conflictregeluitleg en videoclip kwalificatie
Paragraaf 1
Het conflictenrecht schrijft voor welk recht toegepast moet worden op een
bepaalde rechtsverhouding met een internationaal karakter. Betreft dat het
eigen recht of een buitenlands/vreemd recht. Rechtsregels waaruit het
conflictenrecht bestaat noemt men conflictregels. De functie van de conflictregel
is het aanwijzen van het toepasselijke recht bij de berechting van een zaak over
een rechtsverhouding met een internationaal karakter.
Hoe bepaal je het toepasselijk recht?
Conflictregels berusten op belangrijke aanknopingsbeginselen. Het toepasselijke
recht wordt bepaald aan de hand van de verwijzingscategorie/kwalificatie die we
bepalen met de betreffende aanknopingsfactoren. Op grond van artikel 10:2 BW
is de rechter gehouden de conflictregels ambtshalve toe te passen, zie ook artikel
25 Rv (= rechter vult ambtshalve rechtsgronden aan).
Paragraaf 2 De conflictregel
Soorten conflictregels
Eenzijdige conflictregels = deze conflictregels zien uitsluitend op het
internationale geldingsbereik van het eigen recht en zeggen niets over de
eventuele toepasselijkheid van een vreemd recht (ook wel: onvolkomen
conflictregels). Meer een afbakeningsfunctie.
Meerzijdige conflictregels = meerzijdige conflictregels hebben betrekking
op zowel het eigen recht als het vreemde recht. Vanuit de internationale
rechtsverhouding wordt het toepasselijke rechtsstelsel aangegeven. Deze
heeft dus vooral een wegwijzers-functie en noemt men dan ook de
verwijzingsregel/verwijzingsrecht.
, Materiële/zelfstandige conflictregels = deze conflictregels regelt de
internationale rechtsverhouding zelf. Er is dus geen sprake van een verwijzing
of afbakening. Voorbeeld is artikel 25 Brussel I bis Verordening (forumkeuze-
overeenkomst).
Meerzijdige conflictregels
Drie aspecten van de meerzijdige conflictregels:
Verwijzingscategorie = het onderwerp van de verwijzing. Het betreft de
soort rechtsverhouding of rechtsfeiten waarop de conflictregel betrekking
heeft.
Aanknopingsfactor = de norm van de verwijzing. Deze legt verbinding
tussen de concrete internationale rechtsverhouding en het daarop toe te
passen rechtsstelsel.
o Soorten aanknopingsfactoren =
I. Subjectief: partijen mogen zelf toepasselijk recht
kiezen/rechtskeuze (beginsel van partijautonomie)
II. Objectief: geografische of feitelijke kenmerken bepalen het
toepasselijk recht. Staat dus los van de wil van partijen. Voorbeeld:
plaats waar rechtshandeling is verricht.
III. Open: recht van toepassing waarmee nauwste verbondenheid
(kleine beoordelingsruimte)
IV. Gesloten: geen beoordelingsruimte > vb. plaats waar onroerend
goed ligt.
V. Enkelvoudig/eenzijdig: er is 1 aanknopingsfactor
VI. Samengesteld/meerzijdig: er zijn 2 of meer aanknopingsfactoren
van toepassing.
Getrapt: is sprake indien de in de conflictregel gebezigde
aanknopingspunten in een dwingende volgorde, getrapt, in
aanmerking komen om het toepasselijk recht aan te wijzen.
Men mag pas naar de volgende trede gaan als het ene
aanknopingspunt niet leidt tot aanwijzing van een toepasselijk
rechtsstelsel.
Cumulatief: meerder aanknopingsfactoren moeten verwijzen
naar het desbetreffende land wil dat recht het toepasselijke
recht worden, zoals nationaliteit én gewone verblijfplaats.
Alternatief/facultatief samengesteld: je kan kiezen uit
meerdere aanknopingsfactoren.
Het als toepasselijk aangewezen rechtsstelsel = het gevolg van de
verwijzing.
3.1.5. Kwalificatie
Functie kwalificatie
Het onderwerp van de verwijzingsregel, de verwijzingscategorie, bestaat uit een
bepaald soort rechtsverhoudingen of rechtsfeiten. Het onderwerp van de
verwijzingsregel kan bijvoorbeeld een echtscheiding of erfopvolging zijn. De
eerste vraag die beantwoord moet worden is dus tot welke verwijzingscategorie
de desbetreffende rechtsverhouding moet worden gerekend. De vraag
beantwoorden is cruciaal om te weten welke verwijzingsregel we moeten
toepassen. De vraag die hierop aansluitend weer rijst is aan de hand van welk
begrippensysteem we de rechtsverhouding onderbrengen bij de juiste
verwijzingscategorie.
, Wanneer het gaat om een verwijzingsregel die is neergelegd in een verdrag of
verordening, dan zal autonome uitleg van de verwijzingsregel van dat verdrag of
die verordening gehanteerd worden om de rechtsverhouding onder te brengen.
Wanneer het gaat om een verwijzingsregel die is neergelegd in het nationale
recht dan wordt het lastig. Het kan zijn dat het begrippensysteem van het
nationale recht anders luidt dan het begrippensysteem van een mogelijk
toepasselijk vreemd rechtsstelsel. Dit probleem staat bekend als ‘het leerstuk
van de kwalificatie’.
Ter oplossing van het probleem van de kwalificatie is het richtsnoer de
aanknopingsfactor. Men zou zich hierbij ook kunnen afvragen of men moet
vasthouden aan de uitleg van het begrip ‘woonplaats’ onder het nationale recht
of juist van het vreemde recht. De aanknopingsfactor is echter het normatieve
element van de verwijzingsregel die deel uitmaakt van ons eigen recht. Het is
dan ook niet meer dan vanzelfsprekend dat men het desbetreffende begrip van
de aanknopingsfactor kwalificeert aan de hand van het Nederlandse nationale
eigen recht.
Men spreekt van een primaire kwalificatie wanneer het gaat om het vaststellen
van de juiste verwijzingscategorie. Men spreekt van een secundaire kwalificatie
wanneer het gaat om het vaststellen van de omvang waarin het aangewezen
recht moet worden toegepast. Over het algemeen wordt aangenomen dat de
secundaire kwalificatie de primaire volgt, zodat het begrippensysteem van het
rechtsstelsel dat beslissend is met betrekking tot de vraag naar de vaststelling
van de juiste verwijzingscategorie tevens bepaalt in welke omvang het als
toepasselijk aangewezen rechtsstelsel moet worden toegepast. Zie voor meer
informatie de videoclip Kwalificatie hieronder.
Videoclip: Kwalificatie
Achtergrond
Doormiddel van een conflictregel wordt beslist welk recht van toepassing is op
een rechtsfeit of rechtsverhouding met een grensoverschrijdende dimensie. De
aanknopingsfactor(en) van de conflictregel bepalen in het licht van de feiten van
de casus het toepasselijk recht. Er zijn verschillende
conflictregels/verwijzingsregels, neergelegd in boek 10 BW, verdragen en
verordeningen. Welke conflictregel is van toepassing? Onder welke
verwijzingscategorie (= onderwerp van de verwijzingsregel) valt de casus? De
selectie van de verwijzingsregel is de kwalificatie. Bij verwijzingsregels uit
internationale verdragen/EU-verordeningen autonome uitleg van het onderwerp
van de verwijzingscategorie van de conflictregel, tenzij uitdrukkelijk wordt
aangegeven dat naar nationaal recht moet worden gekwalificeerd. Nationale
verwijzingsregels zijn lastiger: moet de verwijzingscategorie naar nationaal recht
worden uitgelegd?
Betekenis
Het selecteren van verwijzingsregels aan de hand van de hierna te noemen
aanknopingsfactoren (Verwijzingscategorie/verwijzingsregels/conflictregels).
Methoden van het oplossen van het leerstuk van de kwalificatie in
het IPR?
1. Lex fori approach opvatting: Kwalificatie aan de hand van begrippensysteem
van eigen conflictenrecht. Het begrippensysteem van het rechtsstelsel van de
(nationale) conflictregel is bepalend voor de uitleg van de begrippen in de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studenthulp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.40. You're not tied to anything after your purchase.