100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie voor jou Thema 4 DNA VWO5. $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie voor jou Thema 4 DNA VWO5.

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Ik heb een samenvatting geschreven van Thema 4 DNA van het boek Biologie voor jou VWO5. Deze samenvatting heb ik geschreven zodat ik een duidelijker beeld kreeg van het thema DNA. Dit thema vond ik in het begin nogal wazig maar na de samenvatting te maken en hem te leren begreep ik het hele hoofdst...

[Show more]

Preview 2 out of 8  pages

  • April 22, 2021
  • 8
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Biologie samenvatting Thema 4 DNA

4.1 De bouw en functie van DNA
 Genoom: geheel aan erfelijke informatie in een vel van een organisme
 kernDNA: DNA in alle chromosomen in de celkern
 mtDNA(mitochondriaal DNA): DNA in mitochondriën.
 Plasmiden: korte stukjes circulair DNA

De bouw van DNA
 DNA-molecuul: een nucleïnezuur
 DNA: bestaat uit 2 ketens aan elkaar gekoppelde nucleotiden
 Nucleotide: opgebouwd uit monosacharide desoxyribose, een fosfaatgroep en een
stikstofbase (stikstofbasen zijn: adenine(A), thymine(T), cytosine(C), guanine(G))
 DNA-ketens opgebouwd door DNA-polymerase
 DNA-ketens gesplitst door helicase
 Met behulp van DNA-polymerase worden de nieuwe ketens aangemaakt, door enzym DNA-
ligase worden de stukjes aan elkaar gekoppeld, deze gaan van 3’ naar 5’
 Eukaryoten: DNA verdeeld over verschillende chromosomen
 Histonen: aantal eiwitten waarom het DNA-molecuul in gewikkeld is
 Nucleosoom: aantal histonen samen met het eromheen gewikkeld eiwitten
 Sequentie: volgorde waarin nucleotiden in een DNA-molecuul zijn gerangschikt
 Repititief DNA: herhalingen van korte nucleotidesequenties

4.2 DNA-replicatie
Replicatiestartpunt en replicatiebel
 DNA-replicatie: kopiëren van DNA, vindt plaats tijdens S-fase van celcyclus
 In kernplasma bevinden zich: dATP, dTTP, dGTP, dCTP. Deze bestaan uit desoxyribose een
base (A, T, G, C) en drie fosfaatgroepen waar energie bij vrijkomt wanneer ze afgesplitst
worden (TP)
 Helicase: enzym wat waterstofbruggen tussen basenparen verbreekt
 Replicatiebel: bel in het DNA wanneer het DNA aan het kopiëren is
 Een eukaryot organisme heeft meerdere replicatiestartpunten, een prokaryoot heeft maar
een replicatiestartpunt

Constante en onderbroken replicatie
 SSBP’s (single-strand DNA-binding proteins): speciale eiwitten die binden aan de plaatsen
waar de basenparing is verbroken om ervoor te zorgen dan de basen in de replicatiebel
nieuwe waterstofbruggen vormen
 Primer: kort stukje nucleïnezuur RNA dat gesynthetiseerd wordt door enzym primase
 DNA-polymerase: bindt dATP, dTTP, dGTP of dCtP uit kernplasma aan vrijgekomen
stikstofbasen, energie die vrijkomt uit afsplitsen fosfaatgroepen wordt hiervoor gebruikt
 Afleesrichting: DNA-polymerase leest DNA-streng van 3’ uiteinde naar 5’ uiteinde, hierdoor
nieuwe streng gesynthetiseerd van 5’ naar 3’ uiteinde
 Volgend nucleotide bindt aan 3’-uiteinde van nucleotide wat al ingebouwd is
 DNA-polymerase enzymen: bewegen in van het 3’ uiteinde naar het 5’ uiteinde om een
nieuwe keten te synthetiseren
 In ene richting: DNA-polymerase vanaf het replicatiestartpunt uit elkaar gaan van ketens
volgen om leidende streng te synthetiseren, andere richting kan DNA-polymerase korte
stukjes DNA (Okazi-fragmenten) synthetiseren vanaf een primer, doordat achterwaarts
 RNA-primer: stukje RNA dat wordt gebruikt als startpunt van polymerasekettingreactie
 DNA-nucleotide: de basen zoals A, T, C, G
 RNA-primers worden vervangen door DNA-nucleotiden

,  Ten slotte: enzym DNA-ligase koppelt okazi-fragmenten aan elkaar
 Afb 14 pag 74
 Chromatiden: vormen met 2 samen een chromosoom
 Op centromeer: chromatiden nog bij elkaar gehouden, tijdens mitose gaan ze uit elkaar

Telomeren en veroudering
 RNA-primer aan uiteinde DNA-streng wordt verwijderd, hierdoor wordt het uiteinde van de
streng niet volledig gerepliceerd, geen 3’ uiteinde waar het enzym nucleotiden aan kan binde
 Niet-gekopieerde enkelstrengs DNA wordt door een enzym verwijderd, hierdoor DNA na elke
celdeling korter
 Telomeer: niet-coderend DNA dat is ingekapseld in beschermende eiwitten
 Apoptose: geprogrammeerde celdood

PCR
 PCR (Polymerase Chain Reaction): hiermee kunnen een of meerdere specifieke gedeelten uit
het DNA gekopieerd worden
 In PCR-machine: DNA verhit tot 95 graden. Hierdoor gaan de strengen DNA uit
elkaar(denaturatie), vervolgens wordt de temperatuur weer 65 graden. De primers hechten
zich dan aan twee enkelvoudige DNA-strengen, dan temp. Verhoogd tot 72 graden. DNA-
polymerase gaat dan vanaf de primer op het 3’ uiteinde de keten verlengen

Sequensen en gelelektroforese
 Sequensen: bepalen van de nucleotidevolgorde
 Bij speciale PCR-reactie: verschillende didesoxynucleotiden(ddA, ddC, ddG, ddT) deze hebben
geen of-groep aan 3’ uiteinde, hierdoor stopt DNA-replicatie nadat er didesoxynucleotide is
ingebouwd, aan elke didesoxynucleotide zit fluoriscerend label zodat het te herkennen is
 Eerst in een reageerbuisje ddA met fluorescerend label aan de leidende strengen, DNA-
polymerase, DNA-nucleotiden en primers toevoegen, plaats dit in de PCR-machine, hierdoor
steeds meer kopieën afgesloten met didesocynucleotide, ene keer bij lange keten en andere
keer nadat er een korte keten was gevormd, alle mogelijke eindpunten komen zo aan de
beurt
 Deze procedure herhaal je met didesoxynucleotide C, T en G
 Gelelektroforese: DNA-fragmenten in een gel aanbrengen die onder spanning staat, grote
DNA-fragmenten gaan minder snel door de gel. Het kleinste DNA-fragment zit onderaan

Nieuwe technieken
 Nadeel gelelektroforese: aflezen nucleotiden kost veel tijd

DNA-fingerprinting en restrictie-enzymen
 Repeats: hoevaak een allel herhaald wordt
 DNA-fingerprint: een DNA-profiel, een uniek patroon repetitief DNA, hieraan kan je iemand
identificeren
 Restrictie-enzymen: knipenzym die in staat is bepaalde stukken DNA in stukken te knippen
 Locus: vaste positie waar een gen of een andere nucleotidereeks zich op een chromosoom
bevindt

4.3 Transcriptie
 RNA: nucleÏnezuur dat meestal enkelstrengs is, bestaat uit nucleotiden maar heeft andere
moleculaire structuur, nucleotiden bevatten ribose i.p.v. desoxyribose en uracil i.p.v. thymine

Functie RNA

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stijn1peters. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
  Add to cart