100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Thema’s Maatschappijleer thema 1 en 2 (samenvatting) $3.20
Add to cart

Summary

Thema’s Maatschappijleer thema 1 en 2 (samenvatting)

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Level

een samenvatting van maatschappijleer (thema’s maatschappijleer) thema 1 en 2

Preview 2 out of 9  pages

  • April 22, 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Maatschappijleer

Thema 1 en 2

Thema 1 - Hoofdstuk 1

Maatschappelijke vraagstukken = zoektocht naar oplossingen voor problemen tussen het belang van
een individu (persoon) en van het collectief (hele groep, samenleving). Er wordt dan gezocht naar
een compromis. Dit is overeenkomst waarbij alle partijen iets toegeven. Maatschappelijke
vraagstukken gaan over problemen op macroniveau (grootschalig). De gevolgen zijn echter op
microniveau (individueel niveau, merkbaar).

Waarden zijn principes die mensen belangrijk vinden in hun leven. Ze streven de waarden na.
Voorbeelden van waarden zijn: eerlijkheid, eergevoel, doorzettingsvermogen, ambitie. Uit ambitie
ontstaan het ideaal dat je wilt werken als hulpverlener. Uit de waarde eerlijkheid ontstaat de norm
dat je niet steelt. Een norm is meestal een regel/sociale verplichting.

Het constant veranderen van normen, waarden en belangen noem je de dynamiek van de
samenleving. Deze hangt af van:

- De plaats. In Nederland is iedereen gelijk aan elkaar. Voor Nepal is het normaal dat je niet
gelijk bent vanaf de geboorte. Er is dus een andere norm.

- De tijd. Vroeger was het normaal om elke zondag naar de kerk te gaan, nu is het winkelen.

- De groep. De ene groep is voor een pluriforme samenleving, de ander is erop tegen.

Macht = het vormogen om het gedrag van anderen dwingend te beïnvloeden. Als deze macht
geaccepteerd wordt, is het gezag. De formele macht; burgemeester. De informele macht; binnen
een vriendengroep. Machtsbronnen (geld, beroep, kennis, etc.) bepalen wat voor een macht iemand
heeft. Een arts heeft macht over een ziekte door zijn beroep en kennis.

Sociale ongelijkheid = ongelijke verdeling van maatschappelijke kansen; op werkgebied en op
onderwijs, inkomen, en politieke macht; iemand die een politici kent heeft meer invloed op diegene.

Sociale cohesie = de mate waarin mensen door onderlinge bindingen het gevoel hebben bij elkaar te
horen. Interdependentie = mensen zijn afhankelijk van elkaar. sociale cohesie is daarom belangrijk.



Hoofdstuk 2

De media zijn de belangrijkste zenders van informatie. Tegenwoordig kan iedereen overal ontvanger
zijn van de informatie. Onze samenleving wordt ook wel een informatiesamenleving genoemd. Om
de betrouwbaarheid van de informatie te beoordelen, kun je jezelf deze vragen stellen:

- Wie is de zender? (let ook op de levensovertuiging).

- Met welk doel wordt het bericht verzonden? (denk aan: vermaak, informatief, verleiden.)

- Is de informatie actueel?

- Welke bronnen worden gebruikt?

- Worden er verschillende kanten bekeken? (hoor en wederhoor)

- Komt de informatie overeen met andere bronnen?

, Door verschillende factoren (opvoeding, omgeving, opleiding, etc.) ontwikkel je je eigen
referentiekader. Dit bestaat uit alles wat je bezit aan kennis, ervaringen, normen, waarden en
gewoonten. Als je nieuwe informatie ontvangt, pas je deze informatie aan, aan je referentiekader. Dit
heet selectieve perceptie. In Nederland is er sprake van persvrijheid, om de informatie zo
betrouwbaar en volledig mogelijk te maken. hierbij hoort ook de vrijheid van nieuwsgaring; De
journalisten krijgen toegang tot relevante documenten.


Censuur = berichtgeving in een land wordt gecontroleerd door de overheid/controlerende macht.

- Manipulatie = het opzettelijk weglaten of verdraaien van feiten zonder dat de ontvanger dit
merkt.

- Propaganda = bewust eenzijdige informatie geven met als doel de mening van mensen te
beïnvloeden.

- Indoctrinatie = langdurig, systematisch en dwingend eenzijdige opvattingen opdringen met
de bedoeling dat het publiek dit accepteert.

Manipulatie kan leiden tot:

- Stereotypering = vaststaand beeld hebben van een groep mensen aan wie je allemaal
dezelfde kenmerken toeschrijft.

- Vooroordeel = vooropgezette en voorbarige mening over iets of iemand zonder kennis van
zaken.

Stereotypering en vooroordelen kan leiden tot:

- Discriminatie = het anders behandelen van individuen of groepen op grond van kenmerken
die in die situatie helemaal niet relevant zijn.

- Racisme = discriminatie op basis van etnische afkomst.

- Seksisme = discriminatie op basis van geslacht en seksuele voorkeur.

3 theorieën over de invloed van de media op ons:

- Cultivatietheorie (door George Gerbner)  massamedia heeft de rol van de kerk en het
onderwijs overgenomen. Het verspreiden van kennis gaat volgens hem via de media. De
telegraaf besteedt veel meer aandacht aan misdaden, waardoor lezers zich onveilig voelen.

- Agendasettingtheorie (Maxwell McCombs en Donald Shaw)  de media heeft volgens hun
invloed op waarover mensen denken.

- Framingtheorie  media presenteert een onderwerp vanuit een bepaalde invalshoek en
beïnvloeden daarmee de manier waarop mensen over iets denken. Dit heet het mediaframe:
een bepaalde kant van een verhaal.



Privacy = recht op een privéleven.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fabiennevandijk24. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20
  • (0)
Add to cart
Added