100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting VWO Economie Domein E: ruilen over de tijd + opgaven $5.91   Add to cart

Summary

Samenvatting VWO Economie Domein E: ruilen over de tijd + opgaven

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting domein E met opdrachten om te oefenen

Preview 5 out of 26  pages

  • April 22, 2021
  • 26
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
6 vwo 2020-2021

,Het concept Ruilen over de tijd (domein E) komt aan bod in de lesbrieven Economische
Crisis, Levensloop, Wereldeconomie en Vraag&Aanbod.
De kandidaat kan, binnen de contexten van gezinshuishoudingen, bedrijfshuishoudingen en
overheidshuishoudingen, analyseren dat ruil niet alleen op één moment in de tijd plaatsvindt,
maar ook over de tijd. De prijs die deze intertemporele ruil coördineert is de rente.

Onderwerpen en verwijzingen naar de lesbrieven

De kandidaat kan in contexten herkennen en toepassen:

• het verschil tussen voorraadgrootheden en stroomgrootheden en hun onderlinge
verband; Levensloop hoofdstuk 2 en Economische Crisis hoofdstuk 1
• de invloed van risico's als (dreiging van) wanbetaling en informatie-asymmetrie en het
risico omtrent inflatie op het gedrag van aanbieders en/of vragers van vermogen en
daarmee op de rente; Levensloop hoofdstuk 2 en Economische Crisis hoofdstuk 1
• de intertemporele ruil waarbij niet in de tijd samenvallende rendementen vergeleken
worden: afweging tussen individuele prijs van tijd en marktprijs van tijd; Levensloop
hoofdstuk 2
• intertemporele ruil door de overheid vergelijken met een dergelijke ruil in de private
sector gelet op de staatsschuld en de bijzondere positie van het overheidstekort als
uitgesteld belastingheffing; Economische Crisis hoofdstuk 1
• lenen en sparen door deelnemers aan intertemporele ruil als schuiven met koopkracht in
de tijd; Levensloop hoofdstuk 2
• de keuze om al dan niet vermogen te vragen of aan te bieden met daarbij argumenten
als tijdsvoorkeur en risico-aversie; Levensloop hoofdstuk 3
• rente als de prijs voor sparen en lenen die op de vermogensmarkt tot stand komt;
Levensloop hoofdstuk 4 en Economische Crisis hoofdstuk 1
• het onderscheid en de samenhang tussen nominale grootheden en reële grootheden;
Levensloop hoofdstuk 4 en Economische Crisis hoofdstuk 1
• het belang van investeringen bij de vorming van publiek kapitaal zoals infrastructuur, of
privaat kapitaal zoals menselijk kapitaal of kapitaalgoederen van bedrijven; Levensloop
hoofdstuk 3 en Economische Crisis hoofdstuk 1
• de levensloop binnen gezinshuishoudingen en de rol van de overheid met daarbij:
welvaartsvaste- of waardevaste pensioenen; Levensloop hoofdstuk 6
• het omslagstelsel en het kapitaaldekkingsstelsel als het gaat om de financiering van het
pensioen; Levensloop hoofdstuk 6
• Intergenerationele ruil; Levensloop hoofdstuk7
• de vermogenspositie van de overheid met daarbij:
- de staatsschuld
- het financieringstekort Wereldeconomie hoofdstuk 5
• de elementaire balans en resultatenrekening van bedrijven met daarbij:
- activa, eigen en vreemd vermogen als onderdelen van de elementaire balans
(voorraadgrootheden)
- kosten, opbrengsten en resultaat als onderdelen van de elementaire
resultatenrekening (stroomgrootheden)
- afschrijvingen als waardeverlies van investeringen in vaste activa. Vraag&Aanbod
hoofdstuk 4
• belastingspreiding in de tijd als methode om welvaartsverliezen als gevolg van
belastingheffing te spreiden in de tijd. Economische Crisis hoofdstuk 1




2

,Extra Uitleg en extra opgaven
Concept Ruilen over de tijd

Ruilen over de tijd (intertemporele ruil)

Intertemporele ruil lijkt een moeilijk begrip. Intertemporeel bestaat uit twee kortere woorden,
beiden afkomstig uit het Latijn. Inter betekent 'tussen'. Denk aan intermezzo: een stukje
muziek tussen twee grotere stukken in. Of internationaal: tussen twee (of meer) landen.
Temporeel komt van tempus, wat 'tijd' betekent. Intertemporeel is dus tussen de tijd, tussen
twee tijden in. Intertemporele ruil is dus iets ruilen met twee verschillende tijdstippen.




Het bekendste voorbeeld van intertemporele ruil, waar veel jongeren mee te maken hebben,
is een studiefinanciering. Je leent geld bij de Informatie Beheer Groep, en dus eigenlijk bij de
overheid. Dat geld moet je later terugbetalen. Met rente. Het lijkt zonde om later geld terug te
moeten betalen wat je nu gebruikt. Toch doen de meeste studenten dat. Omdat ze later,
dankzij hun studie, ook een hoger inkomen hebben. Zonder studie zou je ook niet hoeven te
lenen, je hoeft dan ook niet later terug te betalen, maar omdat je later een lager inkomen
hebt (je hebt immers niet gestudeerd), hou je ook minder geld over.

Sparen

Ontvangst tijd Besteding van
van inkomen inkomen

Lenen

Besteding van Ontvangst
inkomen tijd van inkomen

Intertemporele ruil (ruilen over de tijd) komen we (o.a.) tegen bij:

• Overdrachten tussen generaties; ouders zorgen nu voor hun kinderen en krijgen daar
later zorg voor terug;
• Het omslagstelsel; de werkenden betalen voor de ouderen (AOW);
• Het kopen van een huis.




3

,Inflatie in relatie met intertemporele ruil

De definitie van inflatie is: inflatie is een algehele stijging van het prijspeil. Inflatie wordt ook
wel geldontwaarding genoemd. Bij intertemporele ruil heb je in het ene geval nadeel van de
inflatie, maar in het andere geval voordeel van inflatie.
Van beide een voorbeeld.

Sparen

Ontvangst tijd Besteding van
van inkomen inkomen

Stel meneer S. heeft op 1 januari 2015 € 100.000 bij elkaar gespaard. Hij wil dit reserveren
voor zijn oude dag over 25 jaar. Hij heeft het geld in zijn wandkluis, want na die kredietcrisis
heeft S. niet meer zo veel vertrouwen in de banken.
De verwachte inflatie voor de komende 25 jaar is gemiddeld 1,3% per jaar.
We kunnen nu uitrekenen wat S. zijn geld waard is over 25 jaar. We gebruiken hiervoor de
exponentiële groei (daling):

€ 100.000 : 1,013^25 = € 72.404

We moeten hier delen, omdat het spaargeld (€ 100.000) immers ieder jaar door de inflatie in
waarde daalt.

Maar in de omgekeerde situatie:

Lenen

Besteding van Ontvangst
inkomen tijd van inkomen

heb je er juist een voordeel van.
Je leent nu € 100.000 om een huis te kopen en over 25 jaar moet je dan wel die schuld
aflossen, maar door de inflatie is de schuld relatief gedaald tot € 72.404.

Natuurlijk is het niet verstandig van S. om zijn geld niet op de bank te zetten.
Het gaat erom dat je bij het uitrekenen van de toekomstige waarde rekening moet houden
met de inflatie (geldontwaarding).

Risico’s bij het aanbieden of vragen naar vermogen

Het aanbieden en vragen naar vermogen wordt beïnvloed door een aantal factoren:

• Inflatie (stijging van het algemene prijspeil);
• (dreiging van) wanbetaling;
• asymmetrische informatie.

Bij een hoge inflatie zal de reële waarde van het geleende geld afnemen; daarentegen zal de
waarde van de vordering door de inflatie zijn gedaald. Dit zal invloed hebben op de prijs die
wordt gevraagd voor geld op de vermogensmarkt: de rente zal stijgen.
En andersom (kijk naar de huidige situatie met de lage inflatie en lage rente) natuurlijk ook.

Zo zal ook (dreiging van) wanbetaling leiden tot een hogere prijs (hogere rente) en datzelfde
geldt voor asymmetrische informatie. Als de geldverstrekker niet een geheel duidelijk beeld
van de situatie kan krijgen zal hij dit verdisconteren in de hoogte van de rente.


4

, Tijdsvoorkeur bij het aanbieden van vermogen

Er is sprake van een lage tijdsvoorkeur als een deel van het inkomen niet wordt
geconsumeerd en dus wordt gespaard. Er is sprake van een hoge tijdsvoorkeur als er meer
geld wordt geconsumeerd dan het inkomen hoog is. Redenen voor een lage tijdsvoorkeur
zijn het voorzorgmotief, mensen houden geld achter de hand om onverwachte uitgaven te
kunnen opvangen en het speculatiemotief; mensen wachten het – in hun ogen – juiste
beleggingsmoment af.

Risico-aversie bij het aanbieden van vermogen

Naarmate een aanbieder van vermogen langer afstand van zijn geld doet zal zijn risico-
aversie toenemen en zal hij daardoor een hogere beloning (rente) voor zijn geld gaan
vragen. Ditzelfde geldt natuurlijk ook indien het risico op terugbetaling groter wordt; denk aan
de situatie met Griekenland. De aanbieders van geld willen dit gecompenseerd zien door een
(veel) hogere rente.

Nominaal en reëel inkomen

Het verband tussen nominale rente en reële rente is op bladzijde 4 aan bod gekomen.
Eenzelfde verband kan gelegd worden tussen het nominale inkomen, inflatie en het reële
inkomen (koopkracht).

NIC




PIC (CPI) RIC

NIC = Nominaal inkomensindexcijfer (salaris, loon, uitkering enz.)
PIC = Prijsindexcijfer (inflatie) CPI= Consumentenprijsindex
RIC = Reëel Inkomensindexcijfer (koopkracht)

In hoeverre je daadwerkelijk meer kunt besteden wanneer je nominale inkomen omhoog
gaat is afhankelijk van de stijging van de prijzen. De hoogte van de inflatie bepaalt of je
koopkracht wel of niet toeneemt.
Een voorbeeld.
Stel dat Mevrouw Y haar salaris toeneemt met 3%. De inflatie is 2%.
Om te bepalen hoeveel haar koopkracht toeneemt moeten we de nominale stijging
corrigeren met de inflatie:

NIC = 103
CPI = 102

RIC = 103:102 x 100 = 100,98

Haar koopkracht stijgt dan met 0,98%.




5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yhaggui. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.91
  • (0)
  Add to cart