Samenvatting Nederlands Blok 3&4
Onderwerp/Thema = waar een verhaal over gaat. (1 woord/woordgroep)
Regels meervoudznw. Voorbeeld
Veel woorden op -e
kunnen op -n & -s eindigen. Gewoonte -
Sommige andere woorden hebben ook gewoonten/gewoontes
meerdere meervoudsvormen Museum - museums/musea
Znw op –ee wordt in meervoud = +ën Slee - sleeën
Woord op -ie met klemtoon:
NIET op -ie -iën Bacterie- bacteriën
WEL op –ie = +ën Knie- knieën
Znw op –s of –f vaak –z of -v Lens - lenzen ; druif -
druiven
Znw op heldere
–a, -i, -o,-medeklinker+y = +’s Drama’s ; hobby –
hobby’s
Woord op –ik, -es, -et met klemtoon NIET
op –ik, -es, -et = +en Slimmerik - slimmeriken
Regels tussenletter (e)n Voorbeeld
e
Zet -(e)n- bij samenstelling waarvan 1
deel alleen een mv op –n of –en heeft Ziekenbezoek ; hondenhok
Uitzonderingen:
*1e deel geeft persoon of zaak waarvan er
maar 1 is aan Zonnebank
e
*1 deel/hele woord is niet meer
herkenbaar schattebout
Bij samenstelling op –e en in mv op
-n EN –s, schrijf je GEEN –n- Groenten/groentes - groentezaak
Schrijf GEEN –n- bij:
*1e deel heeft alleen mv op –s Garagebedrijf
e
*1 deel komt van een werkwoord Spinnewiel
*samenstelling= bijv. nw.
EN 1e deel= versterkend woord beresterk
Regels tussenletter –s- Voorbeeld
Schrijf een –s- als je het hoort Kapperswinkel
e
Als 2 deel begint met sisklank hoor je het
niet stadscentrum
1 verhaal kan er meerdere hebben
Een verhaal speelt zich in bepaalde tijd af.
, De tijd van het verloop van een verhaal = vertelde tijd.
De tijd die nodig is om het verhaal te vertellen = verteltijd. (aantal blz.)
(Hoe langer de vertelde tijd, hoe minder er op de details in wordt gegaan)
Chronologische volgorde = tijd verloopt als in de werkelijkheid.
Terugwijzing = verhaalpersonage denkt aan iets in het
verleden. Hierbij blijft de verteltijd chronologisch.
(spanning verhogen omdat er info wordt achtergehouden voor lezer)
Niet-chronologische volgorde = je springt van de ene naar de andere tijd.
Stukje dat in een vroegere tijd speelde = flashback/terugblik.
(spanning verhogen door vertraging en nieuwe infoje krijgt vermoedens)
(Naamwoordelijk gezegdeaant. 14)
(Voornaamwoorden aant. 21)
Bijvoeglijk naamwoord:
* koppelwerkwoord koppelt het ow aan zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord.
* een bijvoeglijk naamwoord kan ook op een andere plek staan dan voor ’t
znw.
Bij de volgende woorden schrijf je de m-klank/n-klank met 1 of 2 tekens;
Kameraad, commissie, flaneren, abonneren
In samenvattingen schrijf je de hoofdzaken en gedachte.
Hoofdzaken staan in de kernzinnen van een alinea.
Aanpak bij samenvatting maken:
1. Lees tekst oriënterend, globaal en grondig.
2. Lees aandachtspunten van opdracht.
3. Maak van aandachtspunten vragen.
4. Onderstreep hoofdzaken.
5. Schrijf samenvatting met goede zinnen in eigen woorden.
6. Lees samenvatting goed door en controleer of alles er in staat.
Steenkolenengels = Iets in het Engels zeggen wat logisch lijkt door de kennis in
NL, maar toch fout is. Bijv. uitdrukkingen.
Zins- alineaverband= het verband dat 2 zinnen/alinea’s hebben.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessvdh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.