Er zijn 3 manieren om te bijv. meten wat de rijkste landen zijn, en in welk land de mensen de laagste
inkomen hebben:
Het bruto nationaal product per hoofd (bnp/hoofd) van de bevolking. Dat is alles wat in een
jaar in een land verdiend wordt, gedeeld door het aantal inwoners. Om een vergelijking
mogelijk te maken, wordt het bnp uitgedrukt in euro’s of dollars. Het bnp/hoofd is in NL ong.
33.000 euro en in Niger maar 650 euro.
De VN-welzijnsindex. De hoogte van bnp/hoofd zegt iets over de welvaart van een land.
Maar het zegt niet veel over het welzijn. Daarmee bedoelen de leefomstandigheden van de
mensen. Welzijn meet je door te kijken naar:
Levensverwachting
De hoogte van de levensverwachting hangt sterk samen met de hygiëne, de
gezondheidszorg en de voedselsituatie in een land.
Koopkracht
Hoeveel je in een land kunt kopen voor één dollar
Alfabetiseringsgraad
Hieraan kun je zien hoeveel mensen boven de 15 jaar kunnen lezen en schrijven.,
De verdeling van de beroepsbevolking is ook een belangrijke aanwijzing voor de welvaart in
een land. De beroepsbevolking zijn alle mensen die tegen betaling werken + de werkelozen.
Het werk dat de mensen doen, wordt verdeeld in 3 sectoren:
Sector Activiteiten
Primair Landbouw*
De wereld ingedeeld naar ontwikkelingsgraad Mijnbouw
Visserij
Je weet nu hoe je welvaart en welzijn kunt meten. Je kunt nu daarom Secundai Industrie*
ook de wereld indelen in 3 groepen landen: r Ambacht
Bouw
o Centrumlanden (meer dan 16.000) Tertiair Handel*
Dit zijn de meest ontwikkelde landen, zoals Singapore, de VS en Verkeer
Duitsland. Veel mensen in de centrumlanden verdienen goed en Overheidsdiensten*
Banken en
vaak werken ze in de dienstensector. Ook hebben deze landen
verzekeringen
een hoge productiviteit (waarde van productie p.p hoog). Ook
spelen ze en belangrijke rol in de wereldhandel.
o Semiperiferie (2.000 tot 16.000)
Dit zijn landen die al goed bezig zijn zoals: de BRIC-landen. Landbouw wordt hier minder
belangrijk en de welvaart neemt snel toe.
, o Periferie
Dit is de grote groep arme landen. Werken nog veel in landbouw, weinig inkomen en een kleine
rol in de wereldhandel. Binnen de periferie vormen de Minst Ontwikkelde Landen (MOL) de
armste groep. Deze 48 landen hebben een bnp/hoofd van minder dan 900 euro. In deze
categorie vallen 34 Afrikaanse landen.
Ontwikkelingen in de toekomst
We kunnen dus de landen in de wereld indelen in 3 groepen: Centrum, semiperiferie en
periferie. Vaak hoor je ook andere namen. De arme landen worden ook wel
ontwikkelingslanden genoemd en de rijke landen juist ontwikkelde landen.
Samenvatting Ak H1 par.3
Ongelijkheid in arme en rijke landen
Sociale ongelijkheid
Je weet hoe je het bnp/hoofd kunt gebruiken om de welvaart in een land te meten. Het probleem is
dat dit een gemiddeld getal is. Het zegt weinig over hoeveel armen er zijn en hoe arm die zijn. IN veel
landen is de welvaart niet gelijk verdeeld. In ontwikkelingslanden heb je vaak een kleine groep
mensen die schatrijk is, terwijl het grootste deel in armoede leeft.
Grote verschillen in welvaart tussen groepen mensen noem je sociale ongelijkheid. Deze kun je
uitdrukken in de Gini-coëfficiënt. Bij een sterke ongelijkheid hebben arme mensen vaak geen
toegang tot basisvoorzieningen zoals:
Gezondheidszorg
Schoondrinkwater
Onderwijs
In grote delen van arme landen is het heel gewoon dat kinderen niet naar school gaan. Dat komt
doordat kinderen daar al vroeg moeten werken, omdat hun ouders weinig verdienen. Ook zijn er
daar vooral op het platteland te weinig goede leermiddelen, te weinig scholen en te weinig goede
leraren.
Regionale ongelijkheid
In wereld loopt eigenlijk een soort breuklijn van rijk & arm. Zo’n lijn heb je ook dwars door veel
landen. In Turkije bijv. bloeit langs de kust de toeristenindustrie. Maar bezoek je het binnenland,
dan valt armoede op. Veel mensen trekken vanuit armere delen naar de steden, op zoek naar een
beter leven. Maar binnen die steden zijn er ook weer grote verschillen in welvaart tussen
villawijken en krottenwijken. Je ziet dus dat de tegenstelling arm-rijk zich niet alleen voordoet op
wereldniveau , maar ook binnen 1 land & binnen 1 stad.
Wanneer er tussen gebieden grote verschillen zijn in welvaart, dan noem je dat regionale
ongelijkheid. Dat kom je ook in rijke landen tegen. Vaak zie je dat de mensen uit de slechtst
ontwikkelde delen van het land (periferie) op zoek gaan naar een beter bestaan in meer
ontwikkelde regio’s (centrum). Vaak komen ze dan terecht in de scharreleconomie van de stad.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessvdh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.